Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat het over?
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2012 te [geboorteplaats] ;
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2013 te [geboorteplaats] .
Rechtbank Midden-Nederland
In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 21 januari 2022, is het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot beëindiging van het gezag van de moeder afgewezen. De rechtbank oordeelt dat er geen redenen zijn om aan te nemen dat de moeder haar gezag niet goed uitoefent. De rechtbank wijst op de goede afspraken tussen de pleegmoeder en de moeder, en het uitgebreide contact met de kinderen. De rechtbank verwijst naar eerdere beschikkingen en stelt vast dat de kinderen sinds 2016 bij de pleegmoeder wonen op basis van een vrijwillige netwerkplaatsing. De moeder heeft in de afgelopen jaren een stabiele rol in het leven van de kinderen gespeeld en er zijn geen problemen geweest met de gezagsuitoefening. De rechtbank concludeert dat de kinderen niet ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd en dat de huidige situatie, waarin de moeder het eenhoofdige gezag uitoefent, in het belang van de kinderen is. De rechtbank benadrukt dat de moeder en de pleegmoeder goed samenwerken en dat het belang van de kinderen voorop staat. De rechtbank wijst het verzoek van de Raad af, waarmee de moeder haar gezag behoudt.