Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
16/248199-20
16/106050-21
16/105399-21
16/169491-21
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
tot27 september 2020 bestaan uit het in de nachtelijke uren aankloppen, het op dreigende toon vragen om geld, het dreigen met het ingooien van de ruiten en het meenemen van een bodyguard door verdachte. Dit zou allemaal in de woning van [slachtoffer 1] hebben plaatsgevonden. Het dossier bevat behalve de verklaring van [slachtoffer 1] geen ander bewijs dat deze verklaring ondersteunt met betrekking tot de afpersingen gepleegd tot 27 september 2020, waardoor er op dit punt onvoldoende bewijs is voor een bewezenverklaring van dit feit.
op27 september 2020 door verdachte is gedwongen om geld te gaan pinnen. Voor dit moment bestaat er wel steunbewijs. Er zijn namelijk camerabeelden waarop te zien is dat aangever geld pint, terwijl verdachte daar naast staat met zijn shirt over zijn neus met de kennelijke bedoeling om niet herkend te worden. Hoewel deze situatie op de rechtbank bijzonder vreemd overkomt, kan slechts worden vastgesteld dat verdachte (zoals ook onder het laatste gedachtestreepje ten laste is gelegd) mogelijk op dwingende toon [slachtoffer 1] heeft verzocht geld op te nemen. Dit levert echter geen strafbare afpersing op, omdat voor geweld of bedreiging met geweld meer nodig is. Dat bestanddeel, het geweld dan wel bedreigen met geweld gepleegd op 27 september 2020, kan dus niet worden bewezen.
weer voor de deur.[…]
In de slaapkamer riep hij met een luide en agressieve toon dat hij toch E 1000,,- nodig had. Hij zei "je moet E 1000,- opscharrelen anders gebeuren er rare dingen met je."[…]
Hij riep tegen me dat hij een doorgeladen wapen bij zich had en pakte een klein zwart handwapen, kleiner dan jullie dienstwapen, uit zijn broeksband en richtte op mij. Hij riep nog naar me "ga maar op je bed liggen, dan schiet ik je in je been." [2]
waren wij ter plaatse op de [adres] . Ik zag dat er 2 mannen in de woning aanwezig waren. Deze bleken later te zijn, de aangever[…]
en de getuige, woonachtig op de [adres] : [getuige 1][…]
voor zijn deur stond.
[verbalisant 1] mij een briefje overhandigde. Ik hoorde [slachtoffer 1][de rechtbank begrijpt: aangever]
zeggen dat hij dit zelf geschreven briefje, door de deur van de buurman wonende op [adres] te [woonplaats] had gedaan. [3]
werd[…]
aangetroffen en in beslag genomen.
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 juli 2021;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] van 17 april 2021, genummerd PL0900-2021118361-1, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 7 e.v.;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 17 april 2021, genummerd PL0900-2021118361-3, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 14 e.v.
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 juli 2021;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3] van 18 april 2021, genummerd PL0900-2021119362-3, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 5 e.v.
Nadat ik het raam op een kier had gezet, zag ik opeens een jongen voor het raam staan. Ik voelde dat de jongen gelijk het raam naar binnen duwde, kennelijk om het raam helemaal te openen om de woning binnen te komen. Ik probeerde nog het raam tegen te houden, maar de jongen deed dat met grote kracht. Ik kon het raam niet meer tegenhouden. Hierdoor liep ik ook een wond aan mijn rechterhand. Ik zag en voelde dat de jongen onze huiskamer binnenklom via het open raam.[…]
Eenmaal in de woning zag en voelde ik dat de jongen met zijn beide handen mij tegen de grond duwde met veel kracht. Toen ik met mijn gezicht naar de grond lag, voelde ik dat de jongen mij lichte tikken op mijn hoofd en handen gaf. Ik hoorde hem ook
Deze man kwam op mij afgelopen en riep dat hij geld wilde hebben. Ik stond op, en voelde hoe de man mij een duw gaf waardoor ik op de grond viel. Vervolgens zag ik hoe de man in de zakken van mijn jas voelde, en hier mijn portemonnee uithaalde. Hierna is hij direct weer vertrokken[…]. [12]
- een ING pas
- een ING pas op naam Mevr. [slachtoffer 5] .
- muntgeld, ik weet niet hoeveel. [13]
Ik deed de voordeur open. Ik werd direct naar achteren geduwd door een man. Ik zag dat hij direct de hal instapte en vervolgens linksaf de woonkamer in liep. Ik hoorde dat hij schreeuwde dat hij geld wilde hebben.[…]
Ik zag dat de man mij vervolgens vastpakte en naar de grond duwde.[…]
Ik kwam vervolgens ten val en lag op mijn buik.[…]
Ik hoorde dat de man nog steeds riep dat hij geld wilde. Ik zag dat hij naar het ladekastje in de woonkamer liep. Ik zag dat hij de bovenste lade opende en daarin begon te graaien.[…]
Ik zag dat hij plotseling wegliep en de woning verliet.[…]
Toen de politie er was kwam ik er achter dat ons huishoudportemonneetje leeg was. Deze ligt altijd in de la waar de man in had zitten graaien. Ik weet niet precies hoeveel geld hierin zat. Dit kan 30 of 40 euro geweest zijn maar ook 60 of 70 euro. Het waren in ieder geval alleen maar biljetten. [14]
kregen wij een melding[…]
om te gaan naar de [adres] te [woonplaats] .[…]
Ik zag dat het raam ontzet was en het remmechanisme krom getrokken was. Gezien de schade en de stand van het raam, is het raam met kracht open geduwd. [15]
zat ik samen met [slachtoffer 4] in de woonkamer van onze woning aan de [adres] te [woonplaats] .[…]
Ik zag dat deze man de woonkamer betrad door de deur aan de achterzijde van de woning, welke naar de keuken leidt. Toen deze man de woonkamer binnenkwam, hoorde ik hem zeggen "Geld, geld, ik wil geld!". Ik zag dat [slachtoffer 4] opstond, en dat deze man hem een duw gaf waardoor [slachtoffer 4] op de grond viel. Ik zag dat de man begon te graaien in de zakken van zijn jas. [16]
[slachtoffer 6][…]
Hij deed aangifte en verklaarde het volgende:[…]
omstreeks 05.30 uur werd ik wakker[en]
zag[ik]
dat het raam aan de voorzijde open stond. Ik heb dit raam zelf niet geopend. Ik zag dat er een monitor van het merk LG weggenomen was en een computermuis van het merk Microsoft. [18]
5.BEWEZENVERKLARING
16-248199-20
16/106050-21
16/05399-21
16-169491-21
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
16-248199-20
16/106050-21
16/05399-21
16-169491-21
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
dr. B.A. Blansjaar, psychiater, het psychologisch onderzoek Pro Justitia van 16 december 2021, opgemaakt door drs. T.W. van de Kant, klinisch psycholoog (hierna samen te noemen: de dubbelrapportage) en het reclasseringsadvies van 24 februari 2022 over een TBS met voorwaarden, opgemaakt door mevrouw B. Westra alsmede hetgeen door de reclassering namens mevrouw Derks ter zitting in aanvulling op het advies naar voren is gebracht.
kanhouden zeer gering is.”
Daarmee is een kader van TBS met dwangverpleging, ter bescherming van de maatschappij, naar het oordeel van de rechtbank noodzakelijk.
wilhouden. Die wil is de rechtbank heel duidelijk. Maar het is voor de rechtbank vooral de vraag geweest of verdachte zich aan voorwaarden
kanhouden. Op welke vraag de psycholoog zeer weloverwogen heeft ingeschat dat dit niet haalbaar is voor verdachte. Daarnaast is het zo dat het verdachte - zoals de reclassering dat opschrijft - gegund moet worden om terug te kunnen vallen zonder het risico te lopen dat de titel van de maatregel wordt omgezet. Hij zal bij een omzetting opnieuw moeten beginnen, mogelijk binnen een andere instelling met alle gevolgen van dien. Van de Kant stelt dat dit verdachte nog verder zal beschadigen. Hoewel de rechtbank goed begrijpt dat het opleggen van een TBS met dwangverpleging niet de keuze is van verdachte, is zij van oordeel dat naast het feit dat voor de beveiliging van de maatschappij deze maatregel eist, het ook voor verdachte zelf het meest passende kader is, waarin hij in een geleidelijk tempo met vallen en opstaan kan worden behandeld.
9.BENADEELDE PARTIJ
16/248199-20 ten laste gelegde feit.
€ 1.000,00 billijk.
10.VORDERING TENUITVOERLEGGING
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
16-169491-21 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
16-169491-21 ten laste gelegde bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
18 maanden;
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege wordt verpleegd;
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 1.000,00;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2020 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer 1] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
tot en met 27 september 2020 te [woonplaats] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft
gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld
,in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, (telkens) opzettelijk,
- in de vroege ochtenduren, in elk geval terwijl het nog donker was, naar de woning van die [slachtoffer 1] , gelegen aan de [adres] , is gegaan en/of (vervolgens) op de (voor)ruit van voornoemde woning heeft/hebben geklopt en/of daarbij die [slachtoffer 1] – kort en zakelijk weergegeven – de woorden heeft/hebben toegevoegd dat hij, verdachte, geld nodig had en dat hij, verdachte, een bedrag van 50 euro moest betalen aan mensen die anders bij die [slachtoffer 1] de ruiten in zouden gooien, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, en/of
- (vervolgens) (in de periode daarna), meermalen, althans eenmaal, (telkens) in de nachtelijke uren naar voornoemde woning is gegaan en/of (vervolgens) op de (voor)ruit van voornoemde woning heeft geklopt en/of (vervolgens) op (dwingende toon) die [slachtoffer 1] heeft verzocht om de afgifte van een bedrag van 75 euro en/of 500 euro en/of 700 euro en/of 150 euro, althans een geldbedrag, en/of
- (daarbij) meermalen, althans eenmaal, fysieke overmacht heeft getoond doordat hij, verdachte, met een onbekend gebleven persoon, naar de woning van die [slachtoffer 1] te gaan, welke hij, verdachte, aan die [slachtoffer 1] heeft geïntroduceerd als zijn, verdachtes, bodyguard en/of waarbij die onbekend gebleven persoon een dreigende houding heeft aangenomen en/of
waarna die [slachtoffer 1] (telkens) het door verdachte gevraagde geldbedrag (in totaal minimaal 1.705 euro) aan verdachte heeft afgegeven en/of hij, verdachte, (telkens) dat geldbedrag van die [slachtoffer 1] heeft aangenomen;
verdachte,een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,
heeft gericht en/of gericht gehouden op die [slachtoffer 1] en/of daarbij die [slachtoffer 1]
– kort en zakelijk weergegeven – de woorden heeft toegevoegd: ”Je moet € 1.000,-- opscharrelen anders gebeuren er rare dingen met je” en/of “ga maar op je bed liggen, dan schiet ik je in je been
”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
omstreeks de periode van 14 september 2020 tot en met 27 september 2020 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/
hebbenweggenomen een mobiele telefoon (merk Samsung Galaxy), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten [slachtoffer 1] ;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht)
(art 310 Wetboek van Strafrecht)
- een portemonnee en/of
- een bankpas en/of
- een geldbedrag (van ongeveer 60 euro) en/of
- een OV chipkaart,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander dan verdachte, toebehoorde, heeft weggenomen (uit de woning gelegen aan de [adres] ),
- toen die [slachtoffer 4] een raam van voornoemde woning op een kier had gezet, dat raam (met kracht) naar binnen te duwen, waardoor het raam werd geopend en/of hij, verdachte, naar binnen kon klimmen en/of
- (vervolgens) (met kracht) die [slachtoffer 4] tegen de grond te duwen en/of
- (vervolgens) de zakken van de colbert van die [slachtoffer 4] te doorzoeken en/of daaruit een portemonnee te halen, waarna hij, verdachte, weer opstond en/of met voornoemde portemonnee voornoemde woning verliet;
ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht)
- een portemonnee en/of
- een of meerdere bankpassen en/of
- muntgeld,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander dan verdachte, toebehoorde(n), heeft weggenomen (uit een woning gelegen aan de [adres] ), welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- (vervolgens) op die [slachtoffer 4] af te lopen en/of (daarbij) te roepen dat hij, verdachte, geld wilde hebben, althans woorden van gelijke strekking en/of aard, en/of
- (vervolgens) (met kracht) die [slachtoffer 4] een duw te geven, waardoor die [slachtoffer 4] op de grond viel, en/of
- (vervolgens) de jaszakken van die [slachtoffer 4] te doorzoeken en/of daaruit de portemonnee van die [slachtoffer 4] te halen, waarna hij, verdachte, met voornoemde portemonnee voornoemde woning heeft
verlaten;
- bij voornoemde woning aan te bellen, waarna verdachte, nadat die [slachtoffer 4] had opengedaan, (met kracht) die [slachtoffer 4] naar achteren heeft geduwd en/of (vervolgens) de woning binnen is gelopen en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 4] (met kracht) vast te pakken en/of die [slachtoffer 4] naar de grond te duwen en/of
- (terwijl) meermalen, althans eenmaal te roepen dat hij, verdachte, geld wilde hebben, althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- (vervolgens) de bovenste lade van een ladekastje te openen en/of die lade te doorzoeken en/of (vervolgens) uit die lade een portemonnee te pakken en/of daaruit voornoemd geldbedrag te pakken, waarna hij, verdachte, met voornoemde geldbedrag voornoemde woning heeft verlaten;
rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening een monitor en/of een computermuis en/of een geheugenkaart, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander dan verdachte, toebehoorde(n),
heeft weggenomen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel
van braak en/of verbreking en/of inklimming;
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 2 Wetboek van Strafrecht)