3.1.[eiseres] vordert bij vonnis, na vermeerdering van eis ter zitting, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
I. een verklaring voor recht dat [eiseres] als onderneming niet onder de strekking en/of werkingssfeer van de Waadi valt;
Subsidiair
II. een verklaring voor recht dat de Waadi niet op de onderhavige casus van toepassing is;
Ten aanzien van [gedaagde sub 2]
III. een verklaring voor recht dat het met [gedaagde sub 2] overeengekomen non-relatiebeding rechtsgeldig is overeengekomen en tot 30 april 2022 gelding heeft;
IV. [gedaagde sub 2] te gebieden zijn werkzaamheden voor en/of betrokkenheid bij [gedaagde sub 1] één dag na het in deze te wijzen vonnis, althans vanaf een in goede justitie te bepalen termijn, te staken en gestaakt te houden, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde sub 2] vanaf de dag na de vonnisdatum niet aan dit gebod voldoet;
V. veroordeling van [gedaagde sub 2] om aan [eiseres] te voldoen € 10.000,00 per dag te vermeerderen met € 250,00 per dag, vanaf 1 mei 2021 tot de dag dat [gedaagde sub 2] zijn werkzaamheden voor [gedaagde sub 1] zal hebben gestaakt, neerkomende op een dag na het in deze te wijzen vonnis, althans een in goede justitie te bepalen dag, althans te voldoen € 10.000,00 te vermeerderen met € 250,00 per dag begroot op € 33.750,00 vanaf 1 mei 2021 tot 2 augustus 2021 + p.m. aan overeengekomen boete ter zake de overtreding van het non-relatiebeding;
VI. veroordeling van [gedaagde sub 2] om aan [eiseres] te voldoen de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 1 mei 2021, althans vanaf 2 augustus 2021, althans vanaf de vonnisdatum, althans vanaf een in goede justitie te bepalen dag;
VII. veroordeling van [gedaagde sub 2] om aan [eiseres] te voldoen € 1.112,50 aan buitengerechtelijke incassokosten;
Primair ten aanzien van [gedaagde sub 1]
VIII. een verklaring voor recht dat [gedaagde sub 1] sinds 1 mei 2021 tekortschiet in de nakoming van het met [eiseres] overeengekomen overnamebeding;
IX. veroordeling van [gedaagde sub 1] om aan [eiseres] te voldoen € 139.235,00 aan geleden schade inclusief winstderving, althans € 132.388,00 ter zake de misgelopen inkomsten van 1 mei tot 1 november 2021, althans van € 37.989,60 + p.m., althans van een in goede justitie te bepalen bedrag;
X. veroordeling van [gedaagde sub 1] om aan [eiseres] te voldoen de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 1 mei 2021, althans vanaf 2 augustus 2021, althans vanaf de vonnisdatum, althans vanaf een in goede justitie te bepalen dag;
XI. veroordeling van [gedaagde sub 1] om aan [eiseres] te voldoen € 1.075,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
Subsidiair ten aanzien van [gedaagde sub 1]
XII. een verklaring voor recht dat [gedaagde sub 1] sinds 1 mei 2021 onrechtmatig jegens [eiseres] handelt en in dat kader gehouden is de door [eiseres] geleden schade te voldoen;
XIII. veroordeling van [gedaagde sub 1] om aan [eiseres] te voldoen € 139.235,00 aan geleden schade inclusief winstderving, althans € 132.388,00 ter zake de misgelopen inkomsten van 1 mei tot 1 november 2021, althans van € 37.989,60 + p.m., althans van een in goede justitie te bepalen bedrag;
XIV. veroordeling van [gedaagde sub 1] om aan [eiseres] te voldoen de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 1 mei 2021, althans vanaf 2 augustus 2021, althans vanaf de vonnisdatum, althans vanaf een in goede justitie te bepalen dag;
XV. veroordeling van [gedaagde sub 1] om aan [eiseres] te voldoen € 1.075,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
Meer subsidiair ten aanzien van [gedaagde sub 1]
XVI. veroordeling van [gedaagde sub 1] om aan [eiseres] te voldoen € 30.000,00 aan redelijke vergoeding;
Zowel primair als subsidiair
XVII. met veroordeling van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] in de proceskosten;
XVIII. met veroordeling van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.