ECLI:NL:RBMNE:2022:1004

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 maart 2022
Publicatiedatum
17 maart 2022
Zaaknummer
9380821
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een tandartsfactuur in een civiele procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, op 23 maart 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Infomedics B.V. en een gedaagde partij. Infomedics, een besloten vennootschap die onder andere incassodiensten verleent, vorderde betaling van een tandartsfactuur van € 67,89, die de gedaagde op 4 januari 2021 had ontvangen. De gedaagde heeft de factuur tot op heden niet betaald, wat heeft geleid tot deze rechtszaak. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 februari 2022 was de gedaagde niet aanwezig, maar zijn gemachtigde, mevrouw [A], heeft namens hem gereageerd op de vordering. Zij erkende de hoofdsom, maar voerde verweer tegen de proceskosten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de factuur moet betalen, evenals de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde onvoldoende had gedaan om tot betaling over te gaan en dat de proceskosten voor zijn rekening komen. De totale vordering van Infomedics, inclusief rente en kosten, bedraagt € 108,54. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 302,15. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 9380821 AC EXPL 21-1940 MRv/48356
Vonnis van 23 maart 2022
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Infomedics B.V., mede handelend onder de namen Infomedics Factoring, UwNota.nl, DFA Services en Infomedics DFA,
gevestigd te Almere,
verder ook te noemen: Infomedics,
eisende partij,
gemachtigde: Bosveld Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen: [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de e-mail van 18 augustus 2021 van mevrouw [A] ;
- de akte met aanvullende producties van Infomedics;
- de mondelinge behandeling op 17 februari 2022 waarvan de griffier aantekening heeft gehouden.
1.2.
[gedaagde] is tijdens de mondelinge behandeling niet verschenen.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Waar gaat deze zaak over

2.1.
[gedaagde] heeft op 7 december 2020 door [onderneming] een medische behandeling laten verrichten. [gedaagde] heeft hiervoor op 4 januari 2021 per e-mail een factuur ontvangen ten bedrage van € 67,89. Infomedics voert namens [onderneming] de incasso van deze factuur uit.
2.2.
[gedaagde] heeft de factuur tot op heden niet betaald. Infomedics vordert daarom in deze procedure betaling van de factuur, te vermeerderen met de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.3.
Per e-mail van 18 augustus 2021 heeft mevrouw [A] (hierna: [A] ), namens haar zoon [gedaagde] , gereageerd op de vordering van Infomedics. Zij erkent de verschuldigdheid van de gevorderde hoofdsom van € 67,89, buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. Zij voert echter verweer tegen de vordering tot betaling van de proceskosten.

3.De beoordeling

Gemachtigde van [gedaagde]
3.1.
De kantonrechter stelt bij de beoordeling het volgende voorop. Partijen kunnen zich in een kantonprocedure laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. De wet kent geen beperking ten aanzien van de gemachtigde; eenieder kan als zodanig optreden. De kantonrechter kan verlangen dat de gemachtigde een schriftelijke volmacht overlegt waaruit blijkt dat iemand bevoegd is om een procespartij in rechte te vertegenwoordigen.
3.2.
[A] heeft namens haar zoon [gedaagde] op de dagvaarding gereageerd. In haar e-mail van 18 augustus 2021 staat dat juist is dat zij van Infomedics op 4 januari 2021 digitaal een factuur heeft ontvangen voor de verrichte medische behandeling van [gedaagde] , maar dat zij geen digitale betalingsherinneringen heeft ontvangen. Verder heeft [A] toegelicht dat zij voor haar gezin van vijf personen, waaronder [gedaagde] , de administratie afhandelt. Hoewel strikt genomen niet gebleken is dat [A] door haar zoon [gedaagde] is gemachtigd om hem in rechte te vertegenwoordigen, gaat de kantonrechter ervan uit dat dit wel is bedoeld en dat [gedaagde] daarom op die wijze in deze procedure is verschenen.
De hoofdsom, buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente
3.3.
[gedaagde] heeft erkend dat hij de factuur moet betalen. De gevorderde betaling hiervan zal dan ook worden toegewezen.
3.4.
De door Infomedics gevorderde rente is eveneens toewijsbaar nu deze op de wet is gegrond en de verschuldigdheid hiervan door [gedaagde] niet afzonderlijk is betwist. Deze zal worden toegewezen zoals hierna bepaald.
3.5.
Infomedics maakt aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. Infomedics heeft bij de dagvaarding een aan [gedaagde] gerichte aanmaning overgelegd die voldoet aan de wettelijke eisen. [gedaagde] heeft weliswaar gesteld dat hij geen digitale herinneringen heeft gekregen, maar hij heeft de ontvangst van deze (per post gestuurde) aanmaning op zichzelf niet weersproken en de verschuldigdheid hiervan is door [gedaagde] evenmin afzonderlijk betwist. Het gevorderde bedrag (€ 40,00) komt overeen met het krachtens de wet geldende tarief en zal worden toegewezen.
3.6.
In totaal is [gedaagde] verschuldigd € 108,54 (€ 67,89 aan hoofdsom, € 0,65 aan rente en € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten).
Proceskosten
3.7.
Met betrekking tot de proceskosten voert [gedaagde] aan dat hij de factuur slechts eenmaal per e-mail heeft ontvangen hiervoor geen digitale betalingsherinneringen heeft ontvangen. Ook heeft hij nooit aangegeven of laten blijken dat hij de vordering niet kon of niet wilde betalen. [gedaagde] is van mening dat Infomedics eerst contact had moeten opnemen of een nieuwe betaallink had moeten sturen alvorens tot dagvaarding over te gaan.
3.8.
Infomedics heeft hierop tijdens de mondelinge behandeling gereageerd. Zij heeft toegelicht dat zij namens [onderneming] aan de zorgafnemer de factuur altijd eerst per e-mail verstuurt. Indien zij daarop geen reactie ontvangt dan wordt de factuur per post aan de zorgafnemer gestuurd. Betalingsherinneringen en sommaties die daarop volgen worden eveneens per post gestuurd. Bij de dagvaarding heeft Infomedics herinneringen van 10 februari en 20 maart 2021 overgelegd en bij haar akte van 13 januari 2022 nog aanmaningen/herinneringen van 15 april, 13 mei en 10 juni 2021. Op zich is dus juist dat [gedaagde] geen digitale betalingsherinneringen of sommaties heeft ontvangen, maar Infomedics heeft haar stelling dat zij aan [gedaagde] wel degelijk betalingsherinneringen en sommaties heeft gestuurd, namelijk per post, voldoende met stukken onderbouwd. Deze stelling heeft [gedaagde] ook niet betwist, zodat van de juistheid hiervan kan worden uitgegaan. De kantonrechter is gelet hierop van oordeel dat [gedaagde] onvoldoende heeft gedaan om alsnog tot betaling van de factuur over te gaan en verdere proceskosten te voorkomen, zodat aan dit verweer voorbij wordt gegaan.
3.9.
[gedaagde] heeft ongelijk gekregen en zal daarom in de proceskosten aan de kant van Infomedics worden veroordeeld. De kosten aan de kant van Infomedics worden begroot op:
- dagvaarding € 102,15
- griffierecht € 126,00
- salaris gemachtigde €
74,00(2 punten x tarief € 37,00)
Totaal € 302,15.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen € 108,54 te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom van € 67,89 vanaf 13 juli 2021 tot de voldoening;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de kant van Infomedics, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 302,15, waarin begrepen € 74,00 aan salaris gemachtigde;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.H. Charbon, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 23 maart 2022.