Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over
3.De beoordeling
746,00(2 punten x tarief € 373,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 23 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verhuurder, een besloten vennootschap, en een huurder over huurachterstand en de ontbinding van de huurovereenkomst. De verhuurder vorderde betaling van een huurachterstand van € 15.446,25, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. De huurder erkende de huurachterstand, maar voerde verweer op basis van persoonlijke omstandigheden, waaronder de coronacrisis en een relatiebreuk, die volgens hem de betalingsproblemen hadden veroorzaakt. De kantonrechter overwoog dat, hoewel er sprake was van een aanzienlijke huurachterstand, de ontbinding van de huurovereenkomst niet gerechtvaardigd was. De huurder had immers bijna 16 jaar zonder problemen de huur betaald en deed pogingen om de achterstand in te lopen. De kantonrechter wees de vorderingen tot ontbinding en ontruiming af, maar kende de verhuurder wel de wettelijke rente over de huurachterstand en de buitengerechtelijke incassokosten toe. De huurder werd veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten van de verhuurder.