ECLI:NL:RBMNE:2021:975
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aanslag liggeld voor recreatievaartuig versus sleepboot tarief in Utrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 maart 2021 uitspraak gedaan over de aanslag liggeld voor een recreatievaartuig. Eiser, eigenaar van het schip [schip], had een aanslag van € 415,- ontvangen voor het jaar 2020, opgelegd door de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. Eiser was van mening dat het bedrag disproportioneel was en dat zijn schip als sleepboot gekwalificeerd moest worden, wat zou leiden tot een lager tarief. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zijn schip feitelijk als recreatievaartuig gebruikt en dat hij hiervoor een ligplaatsvergunning heeft. De rechtbank oordeelde dat de aanslag terecht was opgelegd op basis van het tarief voor recreatievaartuigen, zoals vastgelegd in de Verordening Brug-, Schut- en Havengelden 2020. De rechtbank concludeerde dat het hogere tarief voor emissievaartuigen niet onredelijk was en dat de gemeente het recht had om onderscheid te maken in tarieven op basis van het type vaartuig. Eiser kreeg geen gelijk en het beroep werd ongegrond verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.