ECLI:NL:RBMNE:2021:927
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen inzake Ziektewetuitkering
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 24 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, werkzaam als elektromonteur, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiser had zich op 23 april 2018 ziekgemeld en ontving een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW). Het UWV heeft op 5 juni 2019 besloten dat eiser met ingang van 6 juli 2019 geen recht meer had op deze uitkering, omdat hij in staat zou zijn om meer dan 65% van zijn loon te verdienen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het UWV heeft dit bezwaar op 12 december 2019 ongegrond verklaard, waarna eiser beroep heeft ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV de besluiten heeft gebaseerd op medische en arbeidskundige rapportages. Eiser heeft aangevoerd dat de medische beoordeling onjuist is, omdat er te weinig beperkingen zijn aangenomen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het UWV zorgvuldig heeft gehandeld en dat de rapportages van de verzekeringsartsen voldoende inzichtelijk en consistent zijn. Eiser heeft geen objectieve medische informatie overgelegd die de beoordeling van het UWV zou kunnen ondermijnen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het UWV terecht heeft bepaald dat eiser met ingang van 6 juli 2019 geen recht meer heeft op een ZW-uitkering. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.R. van Es-de Vries, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.