ECLI:NL:RBMNE:2021:844
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet ontvankelijk na eindbeslissing rechter
In deze wrakingszaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 19 februari 2021 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van mr. H. den Haan. De gemachtigde van de verzoeker diende op 10 februari 2021 een wrakingsverzoek in, maar dit verzoek werd gedaan na een eindbeslissing van de rechter in de onderliggende zaak, die op 5 februari 2021 was genomen. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet ontvankelijk is, omdat de rechter niet meer betrokken was bij de zaak op het moment dat het verzoek werd ingediend. De wet staat geen wraking toe na een einduitspraak, omdat het doel van wraking, het waarborgen van de onpartijdigheid van de rechter, niet meer kan worden bereikt. De gemachtigde van verzoeker had aangegeven gebruik te willen maken van het wrakingsrecht, maar dit was niet onderbouwd met bewijs. De rechtbank heeft daarom besloten dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn verzoek tot wraking. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.