Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 9 mei 2001, waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting, meermalen gepleegd, en doodslag;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 27 februari 2007;
- de beslissing van deze rechtbank van 26 februari 2019, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar.
- de vordering van de officier van justitie van 5 januari 2021, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het verlengingsadvies van Forensisch Psychiatrisch Centrum de [kliniek] van 29 december 2020, opgemaakt door drs. [A] , hoofd van de inrichting, drs. [B] , hoofd behandeling, drs. [C] , manager behandelzaken en drs. [D] , psychiater, inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
- het Pro Justitia-rapport van 18 november 2020, opgemaakt door M.R. Weeda, psychiater;
- het Pro Justitia-rapport van 6 december 2020, opgemaakt door A.J. de Groot, psycholoog;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode van 1 april tot en met 31 december 2019 en 1 januari tot en met 7 december 2020;
- de door betrokkene opgestelde stukken van 18 januari 2021 en 8 februari 2021.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen
5.Het standpunt van de officier van justitie
6.Het standpunt van de verdediging
7.Het oordeel van de rechtbank
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
verlengtde terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [betrokkene] met
twee (2) jaar.