Uitspraak
tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 januari 2021 in de zaak tussen
[eiser] uit [woonplaats] , eiser
[vastgoedontwikkelaar], gevestigd te [plaats]
Rechtbank Midden-Nederland
Op 15 januari 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een tussenuitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser, een omwonende, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen. De zaak betreft een omgevingsvergunning die in 2015 is verleend voor de bouw van negen woningen aan de [adres] in Vinkeveen. De vergunninghouder heeft een nieuwe omgevingsvergunning aangevraagd voor de aanleg van beschoeiingen, tuinvlonders en steigers bij deze woningen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de verleende omgevingsvergunning en is in beroep gegaan nadat zijn bezwaar ongegrond was verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beschoeiingen, tuinvlonders en steigers in overeenstemming zijn met de bestemmingsplanregels voor de bestemming Wonen. Echter, een deel van de beschoeiing valt binnen de bestemming Water en is in strijd met het bestemmingsplan. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college dit niet heeft onderkend en dat er geen zorgvuldige belangenafweging heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft het college de gelegenheid gegeven om het gebrek te herstellen, met een termijn van acht weken na verzending van de tussenuitspraak. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige besluitvorming door het college en de noodzaak om de belangen van omwonenden mee te wegen bij het verlenen van omgevingsvergunningen. De rechtbank heeft de partijen geïnformeerd dat er nog geen hoger beroep mogelijk is tegen deze tussenuitspraak, maar dat dit kan worden ingesteld tegelijk met een eventuele einduitspraak.