ECLI:NL:RBMNE:2021:729

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 februari 2021
Publicatiedatum
25 februari 2021
Zaaknummer
16.273921.20 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in cocaïnezaak wegens onvoldoende bewijs

Op 25 februari 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het vervoeren en aanwezig hebben van cocaïne. De zaak kwam voort uit een incident op 30 oktober 2020 te Vinkeveen, waar de verdachte samen met anderen 28 blokken cocaïne zou hebben afgeleverd en vervoerd. Tijdens de terechtzitting op 11 februari 2021 heeft de officier van justitie, mr. B. Nitrauw, de overtuiging uitgesproken dat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kon worden. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. R. van 't Land, pleitte echter voor vrijspraak.

De rechtbank heeft in haar oordeel overwogen dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. Hoewel de verdachte de Fiat Ducato bestuurde waarin cocaïne werd aangetroffen, kon niet worden vastgesteld dat deze cocaïne afkomstig was van de 28 blokken die in een loods waren aangetroffen. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte zich daadwerkelijk schuldig had gemaakt aan de handel in of het aanwezig hebben van de cocaïne. Ook het subsidiair ten laste gelegde, dat de verdachte betrokken was bij de voorbereiding van de handel in cocaïne, werd niet bewezen geacht, omdat niet voldaan was aan het opzetvereiste.

Als gevolg van deze overwegingen sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten en gelastte de teruggave van een in beslag genomen Samsung telefoon aan de verdachte. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.273921.20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 25 februari 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1961] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
de [adres] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 februari 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. B. Nitrauw en van hetgeen verdachte en mr. R. van 't Land, advocaat te Breda, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
primair
op 30 oktober 2020 te Vinkeveen, samen met anderen, 28 blokken cocaïne heeft afgeleverd, vervoerd, in elk geval aanwezig gehad;
subsidiair
op 30 oktober 2020 te Vinkeveen, samen met anderen, de handel in cocaïne heeft voorbereid, door het voorhanden hebben van een voertuig terwijl verdachte ernstige reden had te vermoeden dat dit voertuig bestemd was tot het plegen van dat feit.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken.
De rechtbank overweegt met betrekking tot het primair ten laste gelegde als volgt:
Uit de uiterlijke verschijningsvorm van hetgeen de verbalisanten op 30 oktober 2020 hebben gerelateerd, zou kunnen worden opgemaakt dat verdachte betrokken is geweest bij criminele activiteiten. Er is echter geen bewijs in het dossier dat verdachte zich daadwerkelijk schuldig heeft gemaakt aan de handel dan wel het aanwezig hebben van 28 blokken cocaïne. Vast staat dat verdachte de Fiat Ducato heeft bestuurd, maar niet kon worden vastgesteld dat de resten cocaïne (poeder) die in de verborgen ruimte in de laadruimte van de Fiat Ducato zijn aangetroffen, afkomstig zijn van de in de loods aangetroffen 28 blokken cocaïne. Daarbij is van belang dat niet is waargenomen dat en wat er is afgeleverd met behulp van de (eerder) door verdachte bestuurde Fiat Ducato.
De rechtbank overweegt met betrekking tot het subsidiair ten laste gelegde dat niet is voldaan aan het (dubbele) opzetvereiste.

5.BESLAG

Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van het onder verdachte in beslag genomen voorwerp, te weten:
- een Samsung telefoon, goednummer LEFCg20009_630262.

6.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en
spreekt verdachtedaarvan
vrij;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
 een Samsung telefoon, goednummer LEFCg20009_630262.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Blom, voorzitter, mrs. J.A. Spee en E.W.A. Vonk, rechters, in tegenwoordigheid van mr. mr. E.E. van Wiggen-van der Hoek, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 25 februari 2021.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 30 oktober 2020 te Vinkeveen, gemeente Ronde Venen, althans
in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland, tezamen en
in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk, heeft bereid
en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of
vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, 28 blokken/kilo, in elk
geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde
cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek
van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 30 oktober 2020 te Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen,
althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te
weten het opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of
verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen
van (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne, een middel
vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te
bevorderen
- zich of een ander middelen, namelijk een voertuig (Fiat Ducato, kenteken [kenteken]
) tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- een vervoermiddel, namelijk een voertuig (Fiat Ducato, kenteken [kenteken] ),
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s)
wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd
was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 10 lid 5 Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 2,3 alinea
Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )