3.2Beoordeling en berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel
Voor de berekening van de opbrengsten en kosten neemt de rechtbank – voor zover niet anders wordt vermeld – tot uitgangspunt wat is opgenomen in het ontnemingsrapport.
In de ontnemingsrapportage wordt uitgegaan van de ‘unieke contacten-methode’. Hiermee wordt bedoeld dat wordt vastgesteld met hoeveel verschillende afnemers er op een dag contact is geweest. Het totale aantal contacten welke hebben plaatsgevonden speelt hierbij geen rol.
Uit het ontnemingsrapport blijkt dat de opbrengst is berekend aan de hand van het aantal dealmomenten per dag, de hoeveelheid verkochte drugs per deal en de verkoopprijs van de verkochte drugs per deal.
Aantal dealmomenten per dag
Bij de analyse van het gemiddeld aantal dealmomenten per dag van telefoonnummer [telefoonnummer 1] heeft de rapporteur zich beperkt tot de periode gelegen tussen 3 december 2020 en 31 december 2020. Uit de analyse zou blijken dat er in deze periode in totaal 18.701 gesprekken hadden plaatsgevonden, waarvan in totaal 233 unieke telefoonnummers contact hadden gezocht met de dealertelefoon en hiervan er zeker 26 gekoppeld konden worden aan bekende drugsgebruikers. Vervolgens is op 3 specifieke dagen berekend hoeveel bestellingen er plaatsvonden op de dealerlijn en hoeveel er qua bedrag werd besteld. Hieruit volgt dat er binnen die 3 dagen gemiddeld 47 deals per dag plaatsvonden, waarbij geen rekening is gehouden met drugsbestellingen middels sms of persoonlijk contact. Verder is er twee weken lang (vanaf 11 januari 2021 tot en met 17 januari 2021 en van 1 februari tot en met 7 februari 2021) gekeken naar (enkelvoudige) contactmomenten tussen de afnemers en de dealerlijn. In het voordeel van verdachte is slechts uitgegaan van één deal per dag per uniek telefoonnummer. Uit deze analyse zou blijken dat er gemiddeld 49 unieke telefoonnummers per dag telefonisch contact opnemen met de dealerlijn.
Gelet op deze bevindingen is het aannemelijk dat er gemiddeld per dag 48 telefonische contactmomenten hebben plaatsgevonden tussen de unieke telefoonnummers en de dealerlijn en dat er tijdens deze contactmomenten een bestelling van verdovende middelen heeft plaatsgevonden.
Hoeveelheid verkochte drugs en verkoopprijs van de verkochte drugs per deal
Uit de gesprekken blijkt dat er versluierde taal wordt gebruikt om drugs te bestellen of dat er slechts een bedrag genoemd wordt om aan te geven welke hoeveelheid drugs wordt besteld. Zo wordt er bijvoorbeeld gezegd: “Voor een tientje”, “Een keer 50 één keer 20”, “Ik wil graag 50 hebben” en “(…) hij wil 120 hebben”. Het is hierbij aannemelijk dat de genoemde getallen het aankoopbedrag vertegenwoordigen. In de periode tussen 3 december 2020 en 15 januari 2021 zijn de gesprekken geanalyseerd en deze getallen kwamen in 28 gesprekken naar voren, waaruit een gemiddeld bedrag van € 49,30 per aankoop berekend kon worden.Mede gelet op het feit dat veroordeelde is veroordeeld voor de handel in cocaïne en de verkoopprijs daarvan voor de eindgebruiker gemiddeld € 49,- bedraagt, is het aannemelijk dat er gemiddeld voor € 49,30 per deal aan verdovende middelen verkocht werd.
De rechtbank ziet geen aanleiding om van deze hoeveelheden af te wijken.
Periode en bruto opbrengst
De ontnemingsperiode is vastgesteld van 3 december 2020 tot en met 17 februari 2021, waarbij de laatste dag niet meegenomen wordt in de berekening omdat veroordeelde op die dag in de vroege ochtend is aangehouden. Daarmee komt de periode waarin verdovende middelen zijn verkocht op een totaal van 76 dagen.
Met het aannemen van 48 dealmomenten per dag tegen een gemiddelde verkoopprijs van
€ 49,30 voor een periode van 76 dagen, komt de totale bruto opbrengst op een bedrag van:
48 x € 49,30 x 76 = € 179.846,40.
Kosten
Veroordeelde heeft niets verklaard over de door hem gemaakte kosten. De rechtbank gaat uit van vaste jurisprudentie waaruit blijkt dat het aannemelijk is dat de winstmarge 50% is van de omzet. De rechtbank gaat daarom uit van een bedrag van 50% x € 179.846,40 =
€ 89.923,20 aan inkoopkosten.
Voorts is het aannemelijk dat veroordeelde telefoonkosten heeft gemaakt. Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (de rechtbank gaat er vanuit dat hier sprake is van een kennelijke verschrijving in het rapport, nu uit de berekening onder het kopje ‘telefoonkosten’ in het rapport verder het telefoonnummer [telefoonnummer 1] wordt genoemd) blijkt dat het gaat om een prepaid nummer dat in de periode van 3 december 2020 tot en met 17 februari 2021 gemiddeld per maand 103 uitgaande sms’jes heeft verstuurd en 722 belminuten heeft gemaakt. Bij een bedrag van € 0,10 per verzonden sms en belminuut komen de maandelijkse kosten uit op een bedrag van:
(103 x 0,10) + (722 x 0,10) = € 82,50 per maand x 3 = € 247,50 aan totale telefoonkosten voor 3 maanden.
Het wederrechtelijk verkregen voordeel
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op
Bruto opbrengst: € 179.846,40
Inkoopkosten: – € 89.923,20
Telefoonkosten: – € 247,50
Totale wederrechtelijk verkregen voordeel: € 89.675,70