Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de mondelinge behandeling op 22 december 2020
- de akte van [gedaagde] , ingekomen op 4 januari 2021
2.Waar gaat het over?
- een kale huurprijs van € 901,25,
- € 112,00 als voorschot op de vergoeding voor leveringen en diensten, en
- € 47,00 als vergoeding voor ter beschikking gestelde roerende zaken.
3.Wat willen partijen?
De eis van [eiser]
4.Wat is het oordeel van de kantonrechter?
Wat is het grotere plaatje?
- elektra en gas € 1.294,87
- water € 183,86
- internet € 71,25
- lokale belastingen en heffingen
€ 240,00
- dat [eiser] schadeplichtig is vanwege proceskostenveroordelingen en juridische bijstand van [gedaagde] door onrechtmatige c.q. onnodige procesvoering vanwege onrechtmatige weigering door gedaagde het gehuurde na rechtsgeldige opzegging te verlaten;
- dat [eiser] schadeplichtig is vanwege onrechtmatige beslagleggingen;
- dat [eiser] schadeplichtig is vanwege aan [gedaagde] en zijn gezin veroorzaakte immateriële schade en, zo begrijpt de kantonrechter, de zaak te verwijzen naar de schadestaatprocedure om de gestelde schade nader te laten bepalen.