ECLI:NL:RBMNE:2021:6788
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet tijdig betalen van griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 22 april 2021, wordt het beroep van eiseres, ingediend op 18 februari 2021, niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiseres het griffierecht niet op tijd heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedroeg het griffierecht € 360,-.
De rechtbank heeft eiseres op 17 maart 2021 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. Aangezien de rechtbank het bedrag niet op tijd heeft ontvangen en eiseres geen geldige reden heeft opgegeven voor deze vertraging, kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. Dit leidt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals vermeld in artikel 8:54 Awb.
De rechtbank heeft ook bepaald dat er geen sprake is van een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter mr. R.C. Moed, in aanwezigheid van griffier K.F.K. Hoogbruin, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met deze beslissing.