ECLI:NL:RBMNE:2021:6776
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen behandeld. Het besluit waartegen eiseres in beroep gaat, is op 15 april 2021 bekendgemaakt. Eiseres heeft haar beroepschrift te laat ingediend, waardoor de rechtbank niet inhoudelijk kan ingaan op de zaak. De rechtbank legt uit dat een beroep binnen zes weken na bekendmaking van het besluit moet worden ingediend, conform de artikelen 6:7 en 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres heeft haar beroepschrift op 28 mei 2021 verzonden, wat na de deadline van 27 mei 2021 is. Ook een later ingediend beroepschrift op 1 juni 2021 is te laat ontvangen. De rechtbank overweegt dat er geen geldige redenen zijn aangevoerd voor de te late indiening van het beroepschrift. Eiseres stelt dat zij een nieuw bezwaarschrift heeft ingediend, maar dit verandert niets aan de termijn voor het indienen van het beroep. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Awb. Er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen en is openbaar gemaakt op 20 oktober 2021.