Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde sub 1] ,
2.[gedaagde sub 2] ,
3.[gedaagde sub 3] ,
1.De procedure
2.Waar gaat het over?
3.Wat vindt de kantonrechter ervan?
498,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft Stichting Groenwest, een organisatie gevestigd in Utrecht, een kort geding aangespannen tegen drie gedaagden, [gedaagde sub 1], [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3], die onzelfstandige woonruimtes huren van Stichting Groenwest. De huurovereenkomsten zijn aangegaan voor bepaalde tijd en zijn op 4 december 2021 van rechtswege geëindigd. Stichting Groenwest heeft de gedaagden op 2 november 2021 schriftelijk geïnformeerd over het einde van de overeenkomsten. Ondanks deze kennisgeving hebben de gedaagden de woonruimtes niet ontruimd, wat aanleiding gaf tot de vordering van Stichting Groenwest om ontruiming te eisen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Stichting Groenwest een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, aangezien de gedaagden zonder geldige overeenkomst in de woonruimtes verblijven. De rechter heeft geoordeeld dat de huur- en gebruiksovereenkomsten correct zijn beëindigd en dat de gedaagden de woonruimtes moeten ontruimen. De vordering tot ontruiming is toegewezen, maar de vordering tot het opleggen van een dwangsom is afgewezen, omdat de rechter van mening was dat Stichting Groenwest al voldoende middelen had om de ontruiming te effectueren.
Daarnaast zijn de proceskosten aan de zijde van Stichting Groenwest toegewezen, en zijn de gedaagden veroordeeld tot betaling van deze kosten. De rechter heeft de gedaagden ook verplicht om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis de ontruiming te effectueren, met de mogelijkheid van verdere kosten indien zij hier niet aan voldoen. Het vonnis is uitgesproken op 21 december 2021 door kantonrechter mr. V. van Dam.