ECLI:NL:RBMNE:2021:6657
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening in bestuursrechtelijke zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres tegen een besluit van de Belastingdienst / Toeslagen behandeld. Het besluit waartegen beroep is ingesteld, dateert van 17 februari 2020. Eiseres heeft te laat beroep ingesteld, aangezien het beroepschrift pas op 28 juli 2020 door de rechtbank is ontvangen, terwijl dit uiterlijk op 30 maart 2020 ingediend had moeten zijn. De rechtbank heeft geen zitting belegd, omdat dit in deze zaak niet nodig was, en heeft de zaak ambtshalve beoordeeld op ontvankelijkheid.
De rechtbank overweegt dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift een fatale termijn is, die niet kan worden verlengd. Eiseres heeft aangevoerd dat haar voormalige bewindvoerder door bedreigingen zijn kantoor heeft moeten verlaten, wat volgens hem de reden was voor de late indiening. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat dit geen geldige reden is voor de te late indiening van het beroep. De verantwoordelijkheid voor tijdige indiening ligt bij eiseres, ook als een ander dit voor haar doet. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is en doet geen uitspraak over de inhoud van het beroep. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 27 mei 2021 door rechter L.M. Reijnierse, in aanwezigheid van griffier N.J.R. Kalaykhan.