In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 5 oktober 2021, is het beroep van eiser, een inwoner van Zeist, gegrond verklaard. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist, maar de gemeente had niet tijdig op dit bezwaar beslist. De rechtbank oordeelt dat de gemeente in gebreke is gebleven en dat eiser recht heeft op een dwangsom. De rechtbank legt uit dat als een bestuursorgaan niet binnen de wettelijke termijn beslist, de betrokkene een ingebrekestelling moet indienen. Eiser had dit gedaan, maar de gemeente had nog steeds niet binnen de gestelde termijn beslist. De rechtbank stelt de dwangsom vast op het maximale bedrag van € 1.442,-, omdat de gemeente meer dan 42 dagen in gebreke is gebleven. Daarnaast bepaalt de rechtbank dat de gemeente een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft ook recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 374,-, en het griffierecht van € 181,- moet door de gemeente aan eiser worden terugbetaald. De rechtbank draagt de gemeente op om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen.