Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
2.[eiseres sub 2] ,
1.[gedaagde sub 1] ,
2.[gedaagde sub 2] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Toestemming
“Op dat moment heeft er overleg plaatsgevonden tussen de heren [gedaagde sub 1] en [eiser sub 1] over de heg die als erfafscheiding diende. In mijn aanwezigheid werd besloten de heg te verwijderen en op een ander moment een nieuwe heg te plaatsen”; de e-mail van de toenmalige gemachtigde van [eiser sub 1] c.s. van 4 juli 2019: “
Hierdoor kwam client er pas na de start van de werkzaamheden achter dat uw client de haag wilde verwijderen. Omdat client de relatie met zijn buurman goed wilde houden, heeft er in eerste instantie in toegestemd om geheel onverplicht bij te dragen in de kosten van de nieuwe haag”;en de ongedateerde brief van [eiser sub 1] aan de buurt:
“Ik kon daar enig begrip voor opbrengen, maar zei direct dat hij door mocht gaan, maar dat hij voor een nieuwe heg moest zorgen, gelijk aan de bestaande. Er stond immers nog 10 meter van dezelfde heg, Voor een goede verstandhouding wilde ik wel aan de heg meebetalen.”.