Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding met als bijlagen producties 1 tot en met 16;
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie met als bijlagen producties 1 tot en met 11;
- de mondelinge behandeling op 6 oktober 2021.
2.Waar gaat dit kort geding over?
- nakoming van de ongedaanmakingsverbintenis door betaling van € 81.710,-, vermeerderd met de wettelijke rente;
- betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.592,-, vermeerderd met de wettelijke rente;
- betaling van de proces- en nakosten en de beslagkosten.
- betaling van € 26.856,02, als voorschot op de in een bodemprocedure te vorderen betaling wegens wanprestatie;
- betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 1.040,76;
- betaling van de wettelijke handelsrente;
- betaling van de kosten van de bankgarantie van € 280,-
- vaststelling dat de verstrekte bankgarantie zal vervallen;
- betaling van de proceskosten.
3.Wat oordeelt de voorzieningenrechter?
“Het gehuurde moet gebruikt worden overeenkomstig de bestemming, bij de overeenkomst gegeven, de huurder verklaart gehuurde in goede staat en schade vrije staat te hebben ontvangen en in dezelfde staat retour te geven aan einde huurtermijn, tenzij de huurder het gehuurde koop tegen overname prijs.”.En in artikel 15 (in beide overeenkomsten) is bepaald:
“De huur eindigt na 36 termijnen daarna zal het voertuig terug gaan naar verhuurder. (tenzij voertuig overgenomen word)”.Uit deze bewoordingen volgt dat alleen sprake van huurkoop kan zijn als expliciet wordt afgesproken dat huurder het gehuurde koopt. Volgens [eiser] was dat laatste de bedoeling en dat blijkt volgens hem uit het feit dat hij bij aanvang van de overeenkomst een groot bedrag in één keer moest betalen. Op de zitting heeft de heer [gedaagde sub 2] uitgelegd dat [eiser] bij aanvang van de overeenkomsten inderdaad een groot bedrag moest betalen. Dit is zo afgesproken om de maandelijkse huurbetalingen voor de auto laag te houden. Normaalgesproken zou [eiser] ruim € 3.000 aan huur per maand moeten betalen voor dergelijke auto’s, maar omdat hij bij aanvang van de overeenkomst een groter bedrag in één keer betaalde kon de maandelijkse huur bijgesteld worden naar € 1.500. Toen [eiser] duurdere Audi’s ging afnemen steeg ook het bedrag dat hij bij aanvang als extra moest betalen.
1.016,00(1 punten x tarief € 1.016,00)