ECLI:NL:RBMNE:2021:6592
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens gebrek aan ondertekening en beroepsgronden
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 27 december 2021, is het beroep van eiser, I. Faradjian Farkooshi, niet ontvankelijk verklaard. Eiser had een beroep ingesteld tegen een onbekend besluit, maar voldeed niet aan de vereisten om het beroep inhoudelijk te kunnen behandelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet was ondertekend en dat er geen beroepsgronden waren ingediend. Dit is in strijd met de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), specifiek artikel 6:5, dat vereist dat een eiser de redenen voor zijn beroep duidelijk uiteenzet.
De rechtbank heeft eiser op 4 augustus 2021 een brief gestuurd waarin hij werd uitgenodigd om de gebreken in zijn beroepschrift te herstellen. Eiser vroeg om uitstel, wat hem op verschillende momenten werd verleend, maar hij voldeed uiteindelijk niet aan de eisen. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden die eiser aanvoerde, namelijk dat hij in de Verenigde Staten was, geen geldige reden vormden om de vereisten voor het indienen van een beroepschrift niet na te komen. Eiser had ook iemand anders kunnen inschakelen om hem te helpen.
Uiteindelijk concludeerde de rechtbank dat, omdat eiser niet had voldaan aan de verzoeken om het beroepschrift te ondertekenen, het besluit over te leggen en beroepsgronden in te dienen, de zaak niet inhoudelijk kon worden behandeld. De rechtbank verklaarde het beroep kennelijk niet-ontvankelijk, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.