In deze zaak heeft verzoekster op 7 juni 2021 beroepen ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht, omdat verweerder niet tijdig had beslist op drie aanvragen voor omgevingsvergunningen. Op 11 oktober 2021 heeft verweerder alsnog meegedeeld dat de vergunningen van rechtswege zijn verleend. Verzoekster trok daarop haar beroepen in en vroeg om vergoeding van haar proceskosten en om betaling van een dwangsom van € 1442,- per beschikking. Verweerder heeft op 3 november 2021 aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de vergoeding van proceskosten tot een bedrag van € 1.068,-, maar heeft niet gereageerd op het verzoek om betaling van de dwangsom.
De rechtbank heeft de zaak zonder zitting beoordeeld, omdat zij voldoende informatie had om het verzoek te beoordelen. De rechtbank oordeelde dat, omdat verweerder tegemoet was gekomen aan verzoekster door de vergunningen van rechtswege te verlenen, verweerder de proceskosten moest vergoeden. De rechtbank paste een wegingsfactor van 0,5 toe, omdat het ging om beroepen tegen het niet tijdig nemen van besluiten. Dit resulteerde in een vergoeding van € 748,- voor de proceskosten.
Daarnaast oordeelde de rechtbank dat verweerder een dwangsom verbeurde, omdat de vergunningen niet tijdig bekend waren gemaakt. De dwangsom ging in op 2 juni 2021, na de ingebrekestelling door verzoekster op 19 mei 2021. Verweerder was in totaal € 4326,- aan verzoekster verschuldigd voor de niet-tijdige bekendmaking van de beschikkingen. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot betaling van zowel de proceskosten als de dwangsommen aan verzoekster.