ECLI:NL:RBMNE:2021:6586

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 november 2021
Publicatiedatum
2 februari 2022
Zaaknummer
UTR 21/2646
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrond beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar wegens te late indiening

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 29 november 2021, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere behandeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit dat op 4 mei 2021 was genomen, maar dit bezwaar was te laat ingediend. De rechtbank oordeelt dat het bezwaarschrift pas op 1 april 2021 door verweerder was ontvangen, terwijl de uiterste datum voor indiening 24 maart 2021 was. De rechtbank wijst erop dat de hoofdregel is dat een te laat ingediend bezwaarschrift niet inhoudelijk behandeld mag worden, tenzij er sprake is van verschoonbare omstandigheden.

Eiseres voert aan dat zij zich overweldigd voelde door de informatie en pas hulp kreeg bij het indienen van het bezwaar, wat haar in staat stelde om dit te doen. De rechtbank heeft echter begrip voor de situatie van eiseres, maar oordeelt dat dit geen geldige reden is voor de te late indiening. De verantwoordelijkheid voor tijdige indiening ligt bij eiseres zelf, en de rechtbank benadrukt dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift een fatale termijn is. Hierdoor verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar.

De rechtbank besluit dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en maakt de uitspraak openbaar op rechtspraak.nl. De beslissing is genomen door rechter S.G.M. van Veen, in aanwezigheid van griffier J. Fagel.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/2646

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 november 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van
4 mei 2021.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Een bezwaarschrift moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Awb).
3. In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt. In dit geval is het besluit bekendgemaakt op 10 februari 2021. Het bezwaarschrift had dus uiterlijk op
24 maart 2021 door verweerder ontvangen moeten zijn. Verweerder heeft het bezwaarschrift ontvangen op 1 april 2021. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat verweerder het bezwaar niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het bezwaarschrift te laat is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. Eiseres zegt dat zij te laat was, omdat zij zich overweldigd voelde door alle informatie die op haar afkwam en zij moeite had het overzicht te bewaren en planmatig aan de slag te gaan. Pas toen eiseres hulp kreeg, lukte het haar om bezwaar in te dienen.
5. Hoewel de rechtbank begrip heeft voor de moeilijke situatie van eiseres, is dat volgens de rechtbank geen geldige reden. Het is de verantwoordelijkheid van eiseres om tijdig bezwaar in te dienen of, indien zij er zelf niet toe in staat is, dat voor haar te laten doen. Uit de omstandigheden die eiseres heeft aangevoerd, blijkt niet dat zij er niets aan heeft kunnen doen dat zij niet tijdig bezwaar heeft gemaakt. Dat eiseres (te) laat om hulp vroeg voor het indienen van een bezwaarschrift, komt voor rekening en risico van eiseres. Verder overweegt de rechtbank dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift een fatale termijn is. Dit betekent dat de duur van die termijn niet kan worden gewijzigd en dat het beroep zonder verschoonbare omstandigheden, zoals in dit geval, niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
6. Verweerder heeft dus terecht het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is daarom kennelijk ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 29 november 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.