ECLI:NL:RBMNE:2021:6585
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres tegen een besluit van de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank behandeld. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit dat op 5 augustus 2021 bekend was gemaakt. De rechtbank oordeelt dat het beroepschrift te laat is ingediend, aangezien dit pas op 17 september 2021 door de rechtbank is ontvangen, terwijl de uiterste datum voor indiening 16 september 2021 was. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Eiseres heeft aangevoerd dat zij te laat was met het indienen van het beroep vanwege de ziekte van haar ondersteuner en onrustige persoonlijke omstandigheden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze omstandigheden niet als verschoonbaar kunnen worden aangemerkt. Het handelen of nalaten van de ondersteuner valt onder de verantwoordelijkheid van eiseres. De rechtbank benadrukt dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift een fatale termijn is, die niet kan worden verlengd zonder geldige redenen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen en het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen en is openbaar gemaakt op 29 november 2021.