ECLI:NL:RBMNE:2021:6583

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 november 2021
Publicatiedatum
2 februari 2022
Zaaknummer
UTR 21/2902
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet betalen griffierecht en ontbreken beroepsgronden

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van het Centraal Administratie Kantoor Bijzondere Zorgkosten behandeld. Eiser heeft op 7 juli 2021 beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder van 4 juni 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 49,- niet is voldaan, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft eiser op 21 juli 2021 geïnformeerd over de betalingsverplichting en op 20 augustus 2021 verzocht om beroepsgronden aan te geven. Eiser heeft echter niet gereageerd op deze verzoeken, waardoor de rechtbank niet in staat is om het beroep inhoudelijk te behandelen. De rechtbank concludeert dat er geen geldige redenen zijn aangevoerd voor het niet betalen van het griffierecht of het ontbreken van beroepsgronden. De beslissing van de rechtbank is om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 29 november 2021 en zal openbaar worden gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/2902

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 november 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

en

het Centraal Administratie Kantoor Bijzondere Zorgkosten, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 7 juli 2021 tegen het besluit van verweerder van 4 juni 2021.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Awb. In dit geval is het griffierecht € 49,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald, is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 21 juli 2021 een brief gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Iemand die in beroep gaat, moet ook zeggen waarom hij het niet eens is met het besluit en dit ook uitleggen. Dat worden ‘beroepsgronden’ genoemd. Dit staat in artikel 6:5 van de Awb. Als dat niet gebeurt, is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom er geen beroepsgronden zijn genoemd. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
7. De rechtbank heeft eiser op 20 augustus 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat hij binnen vier weken moet aangeven waarom hij het niet eens is met het besluit.
8. Eiser heeft niet gereageerd op deze brief.
9. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 29 november 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.