ECLI:NL:RBMNE:2021:6571
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten na intrekking beroep tegen uitblijven besluit
Op 2 november 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Verzoekster had op 3 december 2019 beroep aangetekend tegen het uitblijven van een besluit van verweerder. Na een besluit van verweerder op 20 februari 2020 heeft verzoekster haar beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van haar proceskosten. Verweerder heeft niet gereageerd op dit verzoek, wat door de rechtbank werd geïnterpreteerd als geen bezwaar tegen de vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster recht heeft op een vergoeding van haar proceskosten, gebaseerd op artikel 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). De proceskosten zijn vastgesteld op € 374,-, waarbij rekening is gehouden met de wegingsfactor van 0,5, aangezien de zaak enkel betrekking had op de overschrijding van de beslistermijn. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot betaling van het griffierecht van € 47,- aan verzoekster.
De uitspraak is gedaan door rechter J.G. Nicholson en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.