ECLI:NL:RBMNE:2021:653
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsuitkering wegens onvoldoende informatie en vrijheidsontneming
In deze zaak heeft eiser, woonachtig in [woonplaats 1], beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een bijstandsuitkering door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. De aanvraag werd op 22 september 2019 ingediend, maar op 25 februari 2020 werd deze afgewezen omdat eiser onvoldoende informatie had verstrekt over zijn hoofdverblijf. Eiser stond ingeschreven op het adres van zijn tante in [woonplaats 2], maar uit bankafschriften bleek dat hij voornamelijk pintransacties had gedaan in [woonplaats 1] en [woonplaats 3]. Tijdens een intakegesprek op 3 december 2019 verklaarde eiser dat hij geen sleutel had van de woning van zijn tante en dat hij op een matras op de zolder bij zijn neef sliep.
Verweerder heeft een huisbezoek gebracht en eiser niet thuis aangetroffen. Eiser heeft meerdere keren niet gereageerd op uitnodigingen voor gesprekken, wat leidde tot twijfels over zijn medewerking en hoofdverblijf. Op 18 februari 2020 werd eiser in verzekering gesteld, wat leidde tot de conclusie dat hij geen recht had op bijstand volgens artikel 13 van de Participatiewet. De rechtbank oordeelde dat het aan eiser was om aannemelijk te maken dat hij zijn hoofdverblijf had op het opgegeven adres, wat hij niet heeft gedaan. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de afwijzing van de bijstandsaanvraag.