ECLI:NL:RBMNE:2021:6518
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S.G.M. van Veen
- S.M. Gena
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding na overlijden eiseres in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, is op 30 juni 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiseres, mevrouw [eiseres], had een verzoek ingediend om een maatwerkvoorziening voor vervoer in de vorm van een gesloten buitenwagen (Canta) op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder, had in een eerder besluit op 25 februari 2020 dit verzoek afgewezen. Na een bezwaarprocedure, waarin het bezwaar op 17 september 2020 ongegrond werd verklaard, heeft mevrouw [eiseres] beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 26 januari 2021, die via Skype plaatsvond, werd mevrouw [eiseres] vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. P.A.M. Staal.
Helaas heeft mevrouw [eiseres] op 25 maart 2021 de rechtbank laten weten dat zij is overleden. Op 21 mei 2021 hebben de erfgenamen het beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. Verweerder heeft hierop geantwoord dat hij inhoudelijk geen commentaar had op dit verzoek. De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek gesloten en de uitspraak gedaan.
De rechtbank overwoog dat de veroordeling in proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeerde dat verweerder niet tegemoet was gekomen aan het beroep van eisers, aangezien het bestreden besluit niet was gewijzigd of ingetrokken. De rechtbank wees het verzoek om proceskostenvergoeding af als kennelijk ongegrond, met de overweging dat het overlijden van mevrouw [eiseres] niet leidde tot een wijziging van de proceskostenverplichting van verweerder. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.