In deze zaak heeft eiseres, geboren in 1961 en bekend met fibromyalgie en Ehlers Danlos, beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een elektrische rolstoel door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein. Eiseres had eerder voorzieningen ontvangen, waaronder een scootmobiel en een gehandicaptenparkeerkaart, maar verzocht om een elektrische rolstoel om haar verplaatsingsbehoefte beter te kunnen vervullen. Het college heeft de aanvraag afgewezen, stellende dat de reeds toegekende voorzieningen voldoende compensatie bieden voor haar beperkingen. Eiseres is het hier niet mee eens en stelt dat de voorzieningen niet aansluiten bij haar specifieke situatie, waarbij ze meer vrijheid en minder afhankelijkheid van anderen wenst.
De rechtbank heeft de zaak op 3 december 2020 behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde. De rechtbank oordeelt dat het college terecht heeft vastgesteld dat de bestaande voorzieningen voldoende zijn om eiseres in staat te stellen om te winkelen en haar hond uit te laten. De rechtbank verwijst naar de rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep en concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van het beleid rechtvaardigen. Eiseres heeft ook een beroep gedaan op het gelijkheidsbeginsel, maar de rechtbank oordeelt dat zij niet heeft aangetoond dat haar situatie gelijk is aan die van een buurtgenoot die wel een elektrische rolstoel heeft gekregen.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen en is openbaar gemaakt op 17 februari 2021.