ECLI:NL:RBMNE:2021:6477
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de hoogte van de toekenning bijzondere bijstand voor bewindvoering
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, gaat het om een beroep dat is ingesteld door eiseres tegen de hoogte van de bijzondere bijstand die haar is toegekend voor de kosten van bewindvoering. Eiseres ontvangt een bijstandsuitkering naar de norm voor een alleenstaande en heeft haar vermogen in 2012 onder bewind laten stellen. Tot 1 februari 2021 werd zij bijgestaan door een bewindvoerder van Budget Ondersteuning Utrecht, waarna zij op eigen verzoek een nieuwe bewindvoerder heeft aangesteld, Jurist & Bewind B.V. De kosten voor bewindvoering zijn vastgesteld op € 119,69 per maand.
Eiseres ontving aanvankelijk bijzondere bijstand ter hoogte van € 119,69 per maand, maar deze bijstand werd per 1 februari 2021 beëindigd. Na de aanstelling van de nieuwe bewindvoerder heeft eiseres op 24 februari 2021 een aanvraag voor bijzondere bijstand ingediend. In het besluit van 13 april 2021 heeft verweerder haar bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering vastgesteld op € 10,06 per maand, gebaseerd op een draagkrachtberekening. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 19 augustus 2021.
Tijdens de zitting op 20 december 2021 heeft eiseres haar standpunt toegelicht, waarbij zij de draagkrachtberekening niet betwistte, maar wel aanvoerde dat verweerder een belangenafweging had moeten maken gezien haar financiële omstandigheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de draagkracht van eiseres op € 1.315,59 per jaar is vastgesteld, wat neerkomt op € 109,63 per maand. De rechtbank concludeert dat verweerder terecht heeft bepaald dat eiseres voor het resterende bedrag van € 10,06 per maand in aanmerking komt voor bijzondere bijstand. Het beroep is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.