ECLI:NL:RBMNE:2021:6472
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in het kader van de Participatiewet met betrekking tot intrekking van bijstandsrecht
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 29 december 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van de Participatiewet. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. D. Gürses, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht, dat zijn recht op bijstand met ingang van 18 oktober 2021 had ingetrokken. Na het indienen van het bezwaar heeft verweerder op 16 december 2021 het primaire besluit ingetrokken en besloten om de uitkering van verzoeker ongewijzigd voort te zetten. Hierdoor trok verzoeker zijn verzoek om voorlopige voorziening in, maar vroeg hij wel om een proceskostenveroordeling.
De voorzieningenrechter heeft op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechter overwoog dat, omdat verweerder tegemoet was gekomen aan het verzoek om voorlopige voorziening, het verzoek kennelijk gegrond was. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 1.282,-, en verweerder gewezen op de mogelijkheid om het door verzoeker betaalde griffierecht van € 49,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.