ECLI:NL:RBMNE:2021:6470

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 december 2021
Publicatiedatum
19 januari 2022
Zaaknummer
21/1960
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 2 december 2021, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen behandeld. Eiseres had beroep aangetekend tegen een besluit van verweerder van 9 maart 2021. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiseres het griffierecht niet op tijd heeft betaald. Dit griffierecht bedraagt € 49,- en is verplicht volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft eiseres op 21 juni 2021 een aangetekende brief gestuurd waarin zij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Aangezien de rechtbank het bedrag niet op tijd heeft ontvangen en eiseres geen geldige reden heeft opgegeven voor deze vertraging, kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 Awb.

De beslissing van de rechtbank is dat het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard en er is geen sprake van een vergoeding van de proceskosten. Deze uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier P.W. Hogenbirk, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/1960

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 december 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , te [plaats] , eiseres,

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van
9 maart 2021.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet (op tijd) betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 49,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 21 juni 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet (op tijd) ontvangen. Eiseres heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb). Het beroep zal daarom niet inhoudelijk worden behandeld.
7. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier. De beslissing is uitgesproken op 2 december 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.