Deze uitspraak betreft het verzet van de opposant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin deze zich onbevoegd verklaarde om kennis te nemen van het beroep tegen een besluit van het UWV. De opposant had in zijn verzetschrift twee belangrijke punten aangevoerd: de rechtsgeldigheid van de vertegenwoordiging door mevrouw [A] en de wijze van bekendmaking van het besluit. De rechtbank heeft op 23 november 2021 geoordeeld dat de eerdere uitspraak van 21 juli 2021 in stand blijft. De rechtbank concludeert dat de bekendmaking van het besluit op het laatst bekende adres van de opposant correct heeft plaatsgevonden, en dat er geen bewijs is geleverd voor de psychische noodsituatie die de opposant aanvoert. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opposant geen adreswijziging heeft doorgegeven aan het UWV en dat de vertegenwoordiging door mevrouw [A] niet rechtsgeldig kan worden betwist. De rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd.