In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 november 2021 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder van 14 juni 2021, maar verweerder heeft niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiser heeft op 7 juli 2021 zijn bezwaarschrift ingediend, waarna verweerder de beslistermijn heeft verlengd. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder uiterlijk op 6 september 2021 had moeten beslissen, maar dit niet heeft gedaan. Eiser heeft verweerder op 7 september 2021 in gebreke gesteld, waarna er twee weken zijn verstreken zonder dat er een besluit is genomen.
De rechtbank heeft overwogen dat, volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb), als een bestuursorgaan niet tijdig beslist, het een dwangsom moet betalen. De rechtbank heeft de hoogte van de dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, verschuldigd vanaf 22 september 2021 tot 3 november 2021. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat verweerder binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard en verweerder veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
Verder heeft de rechtbank bepaald dat verweerder de proceskosten van eiser moet vergoeden, vastgesteld op € 374,-, en het griffierecht moet terugbetalen. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.