Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 november 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
de heffingsambtenaar van de gemeente Weesp, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
.Dat staat in artikel 7:10 en 7:13 van de Awb. Verweerder had uiterlijk op
23 december 2019 moeten beslissen. De rechtbank stelt vast dat verweerder op die datum nog steeds niet had beslist. De rechtbank stelt verder vast dat eiseres op 12 februari 2020 de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam in gebreke heeft gesteld. Op 28 mei 2020 heeft eiseres vervolgens beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar bezwaar bij de rechtbank Amsterdam. In de uitspraak van 15 maart 2021 heeft de rechtbank Amsterdam zichzelf onbevoegd verklaard, omdat de gemeente Weesp bevoegd is om op het bezwaar te beslissen. Op 4 april 2021 heeft eiseres nogmaals een ingebrekestelling verstuurd, dit keer aan verweerder. Eiseres stelt nu weer beroep in tegen het niet tijdig beslissen.
Beslissing
.De beslissing is uitgesproken op 9 november 2021 en wordt openbaar gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.