Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 oktober 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder.
Procesverloop
23 juli 2019 dit handhavingsverzoek afgewezen. Eiser heeft op 12 augustus 2019 een bezwaarschrift ingediend. Verweerder heeft hier niet op tijd op beslist en dus heeft eiser op
25 november 2019 een ingebrekestelling verstuurd.
9 september 2020 gegrond verklaard. In die uitspraak staat dat verweerder binnen zes weken opnieuw moet beslissen op het bezwaar van eiser. Vervolgens heeft eiser op 31 maart 2021 een opvolgend beroep tegen het niet tijdig beslissen ingediend. De rechtbank heeft tevens dit beroep met zaaknummer UTR 21 / 1569 op 10 juni 2021 gegrond verklaard. In die uitspraak staat dat verweerder binnen twee weken opnieuw moet beslissen op het bezwaar van eiser.
Overwegingen
€ 15.000,-.
Beslissing
.De beslissing is uitgesproken op 18 oktober 2021 en wordt openbaar gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.