ECLI:NL:RBMNE:2021:6315
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- O. Veldman
- M.L. Bressers
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) door voorzieningenrechter
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 30 december 2021, heeft verzoeker, een inwoner van [woonplaats], een voorlopige voorziening aangevraagd in verband met de afwijzing van zijn aanvraag voor een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) door de minister voor Rechtsbescherming. Het primaire besluit, dat op 8 september 2021 werd genomen, wees de aanvraag af. Het bezwaar van verzoeker tegen dit besluit werd op 6 december 2021 ongegrond verklaard in het bestreden besluit. Verzoeker stelde dat hij zonder de VOG zijn baan en inkomsten zou verliezen, maar kon dit niet voldoende onderbouwen met stukken. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was bij het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien verzoeker niet had aangetoond dat hij op korte termijn in zijn primaire levensbehoeften zou worden geschaad. Bovendien was er geen indicatie dat het bestreden besluit evident onrechtmatig was. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. O. Veldman, in aanwezigheid van griffier mr. M.L. Bressers, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.