ECLI:NL:RBMNE:2021:6295

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 december 2021
Publicatiedatum
30 december 2021
Zaaknummer
UTR 21/1620
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens ontbreken beroepsgronden en kopie besluit

Op 27 december 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 21/1620. Eiser heeft op 8 maart 2021 beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. Eiser was verplicht om een kopie van het besluit waartegen hij in beroep ging in te dienen, evenals de redenen waarom hij het niet eens was met dat besluit, de zogenaamde beroepsgronden. Dit is vastgelegd in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/1620

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 december 2021 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,

en

Onbekende verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 8 maart 2021.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet een kopie van het besluit indienen waarmee hij het niet eens is. Ook moet hij zeggen waarom hij het niet eens is met het besluit en dit ook uitleggen. Dat worden ‘beroepsgronden’ genoemd. Dit staat in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als dat niet gebeurt is de hoofdegel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen.
3. De rechtbank heeft eiser op 29 april 2021, 2 juni 2021 en 3 november 2021 een brief gestuurd, waarin staat dat hij binnen vier weken een kopie moet opsturen van het besluit en moet aangeven waarom hij het niet eens is met dat besluit. De aangetekende brief van 3 november 2021 is door eiser ontvangen, maar eiser heeft hier niet op gereageerd.
4. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (8:54 Awb). Dat betekent dat het beroep niet inhoudelijk zal worden behandeld.
5. Voor een proceskostenvergoeding is geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is op 27 december 2021 gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van E. Mulder, griffier. De beslissing zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.