ECLI:NL:RBMNE:2021:6280

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 december 2021
Publicatiedatum
29 december 2021
Zaaknummer
C/16/531421 / KG ZA 21-667
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Aanbestedingsrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbesteding jeugdhulp en gezinsbegeleiding; geschil over gunning en kwaliteitseisen

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 december 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen OMEGA GROEP B.V. en de GEMEENTE LELYSTAD. OMEGA, een zorgaanbieder, had bezwaar gemaakt tegen de gunning van een aanbesteding voor jeugdhulp en gezinsbegeleiding aan een andere inschrijver, de vennootschap onder firma [VOF]. De aanbesteding was uitgevoerd volgens een SAS-procedure, waarbij afwijkende termijnen golden. OMEGA stelde dat de inschrijving van [VOF] niet voldeed aan de kwaliteitseisen, met name het ontbreken van een kwaliteitsmanagementsysteem. De rechtbank oordeelde dat OMEGA niet tijdig een kort geding had aangespannen, waardoor zij haar rechten had verwerkt. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was bij de vorderingen van OMEGA, aangezien de termijn voor het indienen van bezwaar was overschreden. De vorderingen van OMEGA werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van de GEMEENTE LELYSTAD, die op € 1.647,00 werden begroot. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van termijnen in aanbestedingsprocedures en de noodzaak voor inschrijvers om tijdig te reageren op gunningbeslissingen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/531421 / KG ZA 21-667
Vonnis in kort geding van 29 december 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OMEGA GROEP B.V.,
gevestigd te Zwolle,
eiseres,
advocaat mr. P.H.J. Körver,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE LELYSTAD,
zetelend te Lelystad,
gedaagde,
advocaat mr. P.H.L.M. Kuypers.
Partijen zullen hierna Omega en Gemeente Lelystad genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties (13),
  • de akte houdende overlegging producties (18) van Gemeente Lelystad
  • de email van 13 december 2021 van Omega houdende aanvulling van eis,
  • de mondelinge behandeling op 13 december 2021,
  • de pleitnota van Omega
  • de pleitnota van Gemeente Lelystad.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 8 februari 2021 (via TenderNed) en 12 februari 2021 (op TED) heeft Gemeente Lelystad de volgende opdracht aangekondigd:
‘Jeugdhulp Perceel 4a en 4b: Gezinsbegeleiding, Gezinsbehandeling, Persoonlijke verzorging en Vaktherapie.’
De aanbesteding is vormgegeven als een Europese aanbestedingsprocedure volgens het regime voor Sociale en andere specifieke diensten, ook wel genaamd een SAS-procedure.
2.2.
Uit de korte beschrijving blijkt dat de opdracht gericht is op een brede groep jeugdigen en ouders. In alle gevallen is sprake van multiproblematiek, vaak bestaande uit een combinatie van:
  • gezinsproblematiek
  • gedragsproblematiek
  • licht verstandelijke beperking
  • samenloop met psychiatrie.
De aanbesteding betreft het sluiten van een raamovereenkomst met 5 partijen. De looptijd van de opdracht is 60 maanden.
2.3.
In de Leidraad Jeugdhulp Perceel 4a en 4b (hierna Leidraad) staat onder 5.2.1 over de procedure het volgende:
‘De opdracht valt binnen het sociaal domein en vanuit die optiek kan er een aanbestedingsprocedure voor Sociale en Andere Specifieke diensten (SAS-procedure) worden gevolgd. Een SAS-procedure is een bijzondere procedure, in die zin dat deze een aantal vrijheden in zich heeft. Is de opdrachtwaarde hoger dan € 750.000,00 dan moet er Europees worden aanbesteed maar dat kan dan onder een verlicht regime.
Zo is er veel ruimte voor dialoog met de markt, hoef je je niet te houden aan de Europese standaardtermijnen en de regels voor gunningscriteria. Wel dienen de uitgangspunten van de Aanbestedingswet 2012 in acht genomen te worden. Deze zijn:
  • non-discriminatie: overheden mogen geen onderscheid naar nationaliteit maken;
  • gelijke behandeling van ondernemers: overheden moeten iedereen op dezelfde manier behandelen en alle partijen dienen over dezelfde informatie te beschikken en te blijven beschikken;
  • transparantie: ondernemers krijgen inzicht en informatie over aanbestedingen. Zeg wat je doet en doe wat je zegt;
  • proportionaliteit: de eisen bij aanbestedingen staan in verhouding tot de werkzaamheden en de omvang van de opdracht.
Het inschrijven op en participeren in deze aanbesteding impliceert dat Inschrijver akkoord gaat met deze handelswijze.’
En verder in de Leidraad onder 5.4 ‘Planning’
‘De aanbesteding verloopt in grote lijnen zoals in deze hoofdplanning aangegeven. (…)
Activiteit Datum en tijdstip
Aankondiging
vooraankondiging niet van toepassing
Aankondiging van de opdracht 08-02-2021
(…)
11. voorlopige gunning 19-04-2021
12. Standstill-periode 19-04-2021 tot en met 23-04-2021
13. Verificatiefase 19-04-2021 tot en met 26-04-2021
14. Definitieve gunning 26-04-2021
15. Ondertekenen Overeenkomst nader te bepalen
(…)’
2.4.
In maart 2021 is een gewijzigde planning gepubliceerd via TenderNed. Met uitzondering van de datum van de aankondiging van de opdracht zijn de data in de planning gewijzigd.
2.5.
Omega was één van de in totaal 19 inschrijvers op de percelen 4a en 4b.
2.6.
Omega is een middelgrote zorgaanbieder. Zij verleent zorg aan volwassenen en jeugdigen in zowel residentiële als ambulante vorm vanuit de Jeugdwet, WMO en de WLZ. Bij Omega werken ongeveer 600 medewerkers. In Lelystad beschikt Omega over 3 (intramurale) woonvormen met een capaciteit van 52 plaatsen voor cliënten met een WLZ of BW-beschikking. Daarnaast hebben zij een locatie voor ambulante hulp. Het team “Ambulant Lelystad” werkt met ondersteuning van 5 gedragswetenschappers aan zowel enkelvoudige als complexe casuïstiek.
2.7.
Een van de andere inschrijvers was de vennootschap onder firma [VOF] (hierna: [VOF] ) bestaande uit twee vennoten, de heer en mevrouw [vennoten] .
2.8.
Op 16 mei 2021 heeft Gemeente Lelystad aan Omega meegedeeld dat de opdracht voor perceel 4a voorlopig is gegund aan een 5-tal organisaties, waaronder [VOF] . Omega is op de zesde plaats geëindigd. Zij kwam daarom niet in aanmerking voor perceel 4a.
2.9.
Perceel 4b is voorlopig gegund aan Omega.
2.10.
Omega kreeg van Gemeente Lelystad tot vrijdag 21 mei 2021 17.00 uur om tegen het voornemen in bezwaar te gaan. Binnen deze termijn, op 19 mei 2021, heeft zij een bezwaarschrift ingediend. Haar bezwaar heeft betrekking op de manier waarop de beoordeling voor perceel 4a heeft plaatsgevonden en op de voorlopige gunning aan [VOF] . Volgens Omega voldoet de inschrijving van [VOF] niet aan de gestelde eisen, meer in het bijzonder de in de leidraad onder 8.5.1. opgenomen eis in verband met het kwaliteitsmanagementsysteem. De inschrijver moest om in aanmerking te komen voor de opdracht op de dag van de opdrachtverlening beschikken over een
  • kwaliteitssysteem ISO 9001 voor de zorg of aantoonbaar gelijkwaardig certificaat of
  • een kwaliteitszorgsysteem waarbij onder gelijkwaardig wordt verstaan het voldoen aan de volgende kenmerken:
(…)
Ten bewijze van het beschikken over de gestelde systemen moesten de inschrijvers een kopie van het kwaliteitssysteem, nadat Gemeente Lelystad daartoe een verzoek heeft gedaan, overleggen.
Verder wordt vermeld:
‘In die gevallen dat Inschrijver een samenwerkingsverband aangaat met een Derde om aan de gestelde kwaliteitseisen te voldoen, dient deze Derde een kopie van het kwaliteitssysteem aan te leveren.’
Omdat [VOF] hier niet aan voldoet met zij volgens Omega uit de gunning worden geschrapt.
2.11.
Op 25 mei 2021 heeft Gemeente Lelystad de bezwaren van Omega afgewezen. In de aanhef van de brief staat ‘Betreft: Reactie op bezwaar Perceel 4a’. De brief begint met ‘Hierbij doen wij u onze reactie toekomen op het door u ingediende bezwaar inzake de voorlopige gunning van het betreffende perceel’. Vervolgens komen de verschillende bezwaren van Omega naar aanleiding van de voorlopige gunning aan de orde. Tenslotte wordt vermeld dat Gemeente Lelystad Omega graag uitnodigt voor een gesprek. En dat zij hoopt de bezwaren van Omega afdoende te hebben weggenomen.
2.12.
In 5.18 van de Leidraad staat:
‘Indien Inschrijver bezwaar heeft tegen een
besluitzoals de terzijdelegging of afwijzing van zijn Inschrijving of tegen de uitkomst van het gunningstraject, dan dient hij dat binnen de standstill-periode, zoals neergelegd in hoofdstuk 5.4 (Planning), beargumenteerd kenbaar te maken bij Gemeente Lelystad.
Gemeente Lelystad dient op korte termijn inhoudelijk te reageren op het neergelegde bezwaar.
(…)
Een en ander laat onverlet het recht van Inschrijver om, wanneer Inschrijver de mening is toegedaan dat het ingediende bezwaar door Gemeente Lelystad niet correct is afgehandeld, alsnog binnen 7 kalenderdagen na datum ontvangst van de inhoudelijke reactie van Gemeente Lelystad op het bezwaar een kort geding aanhangig te maken bij de bevoegde rechter van de Rechtbank Midden-Nederland.
De standstill-periode geldt als fatale termijn. Indien Inschrijver niet tijdig en correct een kort geding aanhangig maakt, heeft Inschrijver daarmee haar rechten verwerkt en gaat Gemeente Lelystad over tot het afronden van de gunningsfase.’
2.13.
Op 26 mei 2021 heeft Gemeente Lelystad de beslissing mondeling toegelicht aan Omega.
2.14.
Op 9 juni 2021 heeft Gemeente Lelystad Omega meegedeeld te zullen overgaan tot definitieve gunning. Omega heeft op 11 juni 2021 de reactie gegeven dat zij blijft bij haar bezwaar.
2.15.
Op 16 juni 2021 heeft de definitieve gunning van perceel 4a aan onder meer [VOF] plaatsgevonden. Omega heeft hiervan via TenderNed bericht ontvangen.
2.16.
Perceel 4b is definitief gegund aan Omega.
2.17.
Daarna zijn de overeenkomst tussen Gemeente Lelystad en [VOF] (perceel 4a) en de overeenkomst tussen Gemeente Lelystad en Omega (perceel 4b) ondertekend. De opdrachten zijn op 1 juli 2021 ingegaan.
2.18.
Op 23 augustus 2021 heeft Omega Gemeente Lelystad via de email benaderd om de discussie over de geldigheid van de inschrijving van [VOF] opnieuw aan de orde stellen.
2.19.
Omstreeks 27 augustus 2021 is de definitieve gunning van de opdrachten op TenderNed en TED gepubliceerd. In de publicaties staat dat de overeenkomsten op 1 juli 2021 tot stand zijn gekomen.

3.De vordering

3.1.
Omega vordert – na aanpassing – om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Gemeente Lelystad
primair
  • te verbieden om tot gunning van de opdracht aan [VOF] over te gaan,
  • te bevelen om de inschrijving en/of deelname van [VOF] terzijde te leggen dan wel af te wijzen,
  • te bevelen over te gaan tot gunning van de opdracht aan Omega,
subsidiair
  • te verbieden om (verder) uitvoering te geven aan de overeenkomst met [VOF] ,
  • te gebieden om de overeenkomst met [VOF] op te zeggen of te doen beëindigen, althans deze te vernietigen,
  • te bevelen over te gaan tot gunning van de opdracht aan Omega.

4.De beoordeling

Inleiding

4.1.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als Omega daarbij een spoedeisend belang heeft. Hiervan is sprake als een onverwijlde voorziening is geboden en de afloop van een bodemprocedure niet kan worden afgewacht. Het ligt op de weg van Omega om te stellen en te onderbouwen dat zij een spoedeisend belang heeft bij de vorderingen die zij instelt.
Verder is voor toewijzing van de vordering in kort geding vereist dat de feiten en omstandigheden die aan de vordering ten grondslag zijn gelegd, voldoende aannemelijk zijn. Ook moet in voldoende mate waarschijnlijk zijn dat de vordering in een nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in dit kort geding geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele bodemprocedure.
4.2.
De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat de door Omega gevraagde voorzieningen al geweigerd moeten worden omdat aan het vereiste van spoedeisendheid niet is voldaan. Dit oordeel wordt als volgt toegelicht waarbij ook wordt ingegaan op inhoudelijke stellingen van Omega
De procedure voor sociale en andere specifieke diensten (SAS-procedure)
4.3.
Vooropgesteld moet worden dat sprake is van een bijzondere procedure: de SAS-procedure, waarop de artikelen 74 – 76 Richtlijn 2014/24/EU en artikel 2.38 en 2.39 Aanbestedingswet 2012 (Aw) van toepassing zijn. Ingevolge lid 2 van artikel 2.39 Aw gelden uitsluitend de paragrafen 2.3.1.2, 2.3.2.1, 2.3.2.2 en 2.3.3.1, en paragraaf 2.3.8.9 van hoofdstuk 2.3 Aw. Voor deze zaak is met name van belang dat dit betekent dat de artikelen 2.127 en 2.130 Aw (die vallen onder paragraaf 2.3.8.8) niet van toepassing zijn: Gemeente Lelystad hoefde niet de opschortende termijn van ten minste 20 kalender dagen na de gunningsbeslissing in acht te nemen. Gemeente Lelystad heeft ook gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. In de Leidraad (5.18) is opgenomen dat de inschrijver die van mening is dat het ingediende bezwaar door Gemeente Lelystad niet correct is afgehandeld het recht heeft om alsnog binnen 7 kalenderdagen na ontvangst van de inhoudelijke reactie van Gemeente Lelystad op het bezwaar een kort geding aanhangig kan maken en dat als de inschrijver dit niet tijdig en correct doet, de gunningsfase kan worden afgerond.
De gunning van perceel 4a aan onder meer [VOF] – bezwaren van Omega
4.4.
Voldoende gebleken is dat er - overeenkomstig 5.18 van de Leidraad en aansluitend bij de regels van de SAS-procedure - bij perceel 4a eerst een voorlopige gunning was (16 mei 2021) met de mogelijkheid om bezwaar te maken tijdens de standstill periode. Vervolgens heeft Omega bezwaar gemaakt (19 mei 2021) waarop Gemeente Lelystad tijdig heeft gereageerd (25 mei 2021). Dit betekent dat na deze reactie van Gemeente Lelystad op het bezwaar van Omega de termijn van zeven dagen is ingegaan. Omega heeft gesteld dat niet duidelijk was dat deze brief van 25 mei 2021 een reactie was op haar bezwaar. Dit kan niet worden gevolgd. In de aanhef staat het immers expliciet vermeld en ook uit de inhoud blijkt dat duidelijk. Het valt niet in te zien dat Omega, een professionele organisatie die, zoals zij zelf heeft aangegeven, regelmatig meedoet aan aanbestedingen, dit anders had kunnen opvatten.
4.5.
Het staat vast dat Omega deze termijn van zeven dagen om een kort geding aanhangig te maken niet in acht heeft genomen. Pas in de onderhavige procedure komt zij in beroep tegen de afwijzing van Gemeente Lelystad, terwijl Gemeente Lelystad de opdracht voor perceel 4a op 16 juni 2021, na het verstrijken van de termijn, wel definitief heeft gegund aan onder andere [VOF] , waarna de overeenkomst op 1 juli 2021 is ingegaan. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat Omega van de gunning wel op de hoogte was; het was gepubliceerd via TenderNed.
Gemeente Lelystad heeft naar aanleiding van deze gang van zaken formele verweren opgeworpen. Deze komen hierna eerst aan de orde. Vervolgens wordt nog ingegaan op een inhoudelijke stelling van Omega. De kern van de bezwaren van Omega tegen de beslissing van Gemeente Lelystad is dat [VOF] volgens haar een te kleine organisatie is om alle gevraagde producten te kunnen leveren en bovendien niet duidelijk is of [VOF] een samenwerking met derden is aangegaan en zo ja, of deze derden aan de (kwaliteits)eisen voldoen. Omega stelt verder dat zij als middelgrote en zeer ervaren zorgverlener de te verlenen diensten/producten van perceel 4a juist wel goed kan uitvoeren. Het bezwaar van Omega is er meer in het bijzonder op gericht dat de inschrijving van [VOF] niet voldoet aan de geschiktheidsvereisten voor het kwaliteitsmanagementsysteem. Omega stelt verder dat mede gerelateerd daaraan de grote verschillen in de (cijfermatige) beoordelingen tussen de inschrijvingen van [VOF] en Omega voor Omega onbegrijpelijk zijn. De overeenkomst tussen [VOF] en Gemeente Lelystad kan volgens Omega niet in stand blijven.
Het ontbreken van spoedeisend belang/ verval van recht
4.6.
De vraag rijst of Omega wel kan worden ontvangen in haar vorderingen, gelet op de ruime overschrijding van de termijn van zeven dagen en het feit dat Gemeente Lelystad inmiddels de overeenkomst met onder meer [VOF] is aangegaan. Gemeente Lelystad vindt van niet. Zij is van mening dat Omega te lang heeft stilgezeten en dat zij daarom geen spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. Gemeente Lelystad noemt daarbij ook dat de standstill-periode volgens de Leidraad (5.18) een fatale termijn is: als de inschrijver niet tijdig en correct een kort geding aanhangig maakt, heeft hij daarmee zijn rechten verwerkt en kan worden overgegaan tot afronding van de gunningsfase. Volgens Gemeente Lelystad is intrekking van de gunning aan [VOF] bovendien niet meer mogelijk.
4.7.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze verweren slagen. Omega heeft hier tegenover namelijk niets gesteld waaruit zou kunnen blijken dat zij haar recht om beroep in te stellen niet heeft verwerkt en dat nog sprake is van een spoedeisend belang.
4.8.
Omega heeft aanvankelijk wel betoogd dat de beroepstermijn van zeven dagen zoals opgenomen in de Leidraad (5.18) te kort zou zijn omdat op grond van de wet uitgegaan moet worden van de opschortende termijn van ten minste 20 dagen na gunning. Nadat tijdens de zitting is komen vast te staan dat sprake is van een SAS-procedure met een verlicht regime heeft zij echter niet volhard in dit standpunt. Uit haar stellingen blijkt ook niet dat de termijn van zeven dagen in dit geval om een andere reden geen redelijke termijn zou zijn. Omega heeft zich door in te schrijven bovendien akkoord verklaard en heeft daarna geen vragen gesteld over de termijnen. Daarbij komt dat voldoende aannemelijk is dat Gemeente Lelystad belang had bij deze termijn voor beroep: zij had daarna duidelijkheid over de vraag of een overeenkomst kon worden gesloten. De voorzieningenrechter gaat er dan ook van uit dat de termijn van zeven dagen van toepassing was.
4.9.
Omega heeft zich er verder nog op beroepen dat zij er van uitging dat de termijn van zeven dagen nog niet was ingegaan omdat de standstill-periode nog niet was verstreken. Volgens haar had zij daarom nog de mogelijkheid om in beroep te gaan. Zij heeft daarvoor gesteld dat Gemeente Lelystad tijdens de procedure heeft aangegeven dat nog duidelijk moest worden of [VOF] aan de gestelde kwaliteitseisen zou gaan voldoen en dat zij [VOF] gelegenheid heeft gegeven om uiterlijk 15 december 2021 met bewijs te komen. Gelet hierop moest volgens haar wel sprake zijn van een voorlopige, in plaats van definitieve, gunning. Dat de planning zoals vermeld onder 5.4 van de Leidraad niet is gevolgd, maar later is aangepast, heeft er volgens Omega aan bijgedragen dat zij hier vanuit is gegaan. De voorzieningenrechter gaat hier echter aan voorbij. Het is niet aannemelijk dat deze aanname van Omega een gevolg is van een onduidelijkheid in de stukken en/of dat Gemeente Lelystad op een andere manier heeft bijgedragen aan deze beeldvorming van Omega.
4.10.
Voorop staat dat gebleken is dat op TenderNed is gepubliceerd dat de definitieve gunning op 16 juni 2021 plaatsvond. Omega was althans kon daarvan dus op de hoogte zijn. Verder is inderdaad gebleken dat de planning zoals weergegeven is gewijzigd, maar nergens blijkt uit dat deze aanpassingen in de planning niet volgens de regels zijn verlopen. Gemeente Lelystad heeft onweersproken gesteld dat ook deze gewijzigde planning en de aangepaste data van de verschillende fases op TenderNed zijn gepubliceerd in maart 2021. Omega heeft daarvan dus kennis kunnen nemen. Haar standpunt dat zij er ondanks de berichtgeving op TenderNed over de planning en de definitieve gunning van 16 juni 2021 en de regeling in 5.18 van de Leidraad vanuit mocht gaan dat er ruimte was om de onderhavige procedure aanhangig te maken, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter dan ook niet te volgen. Ook uit de communicatie die Gemeente Lelystad en Omega met elkaar hebben gevoerd kan niet worden afgeleid dat er nog een beroepsmogelijkheid was. Omega niet heeft aangetoond waarop haar aanname dat [VOF] tot 15 december 2021 bewijsstukken mocht aanleveren, is gebaseerd. Een schriftelijk stuk of verklaring waaruit de termijnstelling van Gemeente Lelystad tot 15 december 2021 blijkt, ontbreekt. Een aan deze datum te koppelen spoedeisend belang kan dan ook niet worden gevolgd.
4.11.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter mocht Gemeente Lelystad er na het verstrijken van de termijn van zeven dagen dan ook redelijkerwijs op vertrouwen dat zij de overeenkomst kon sluiten met onder andere [VOF] . Het lag op de weg van Omega om de gesteld termijnen in acht te nemen en dat heeft zij niet gedaan. Zeker nu zij geruime tijd heeft laten verstrijken voordat zij in beroep ging, komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat Omega geen spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. Een afweging van wederzijdse belangen brengt daarin geen verandering: Gemeente Lelystad heeft onmiskenbaar belang bij voortzetting van de jeugdzorg in haar gemeente.
4.12.
De gevraagde voorzieningen worden op grond van het voorgaande al geweigerd.
Kwaliteitseisen -HKZ-certificaat
4.13.
Daaraan kan worden toegevoegd dat naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter op basis van de stellingen van Omega niet aannemelijk is dat Gemeente Lelystad de opdracht van perceel a niet heeft mogen gunnen aan [VOF] vanwege het niet voldoende aan de geschiktheidseisen.
Omega stelt dat [VOF] heeft ingeschreven met het HKZ certificaat voor een zzp’er (de heer [vennoot] ) terwijl de inschrijver, de vennootschap onder firma, op dat moment niet over een dergelijk certificaat beschikte. Hieruit blijkt volgens haar dat ten tijde van de inschrijving niet is voldaan aan de gestelde eisen voor het kwaliteitsmanagementsysteem. Ter onderbouwing van haar stelling dat er iets niet in orde is, wijst zij er op dat [VOF] haar website inmiddels heeft gewijzigd: het HKZ certificaat van [vennoot] wordt daarop niet meer vermeld.
4.14.
Gemeente Lelystad heeft dit echter gemotiveerd weerlegd. Zij heeft uitvoerig onderbouwd dat de inschrijving van [VOF] wel degelijk aan de geschiktheidseisen voldoet. Zij heeft Omega er op gewezen dat [VOF] , om aan de vereisten te voldoen, ook gebruik mocht maken van derden (zoals de heer [vennoot] ). [VOF] heeft volgens Gemeente Lelystad rechtsgeldig ingeschreven omdat de heer [vennoot] één van de vennoten is en de vennootschap onder firma zo beschikte over het HKZ-certificaat. Het certificaat is niet persoonsgebonden, maar ziet op een organisatie, aldus Gemeente Lelystad. Gemeente Lelystad voegt daaraan toe dat [VOF] later heeft laten weten dat zij een ander HKZ certificaat heeft aangevraagd, één voor de vennootschap onder firma zelf, en dat dit certificaat naar verwachting in december 2021 wordt verleend. Dit doet er volgens haar echter niet aan af dat ten tijde van de inschrijving was voldaan aan de gestelde eisen voor het kwaliteitsmanagementsysteem. Daarbij merkt zij nog op dat Gemeente Lelystad niet specifiek om een HKZ-certificaat heeft gevraagd, maar om een kwaliteitszorgsysteem en dat het aan de inschrijver was om dat in te vullen en dat heeft [VOF] met het HKZ-certificaat gedaan.
Gelet op deze uitleg is het naar het oordeel van de voorzieningenrechter al met al niet aannemelijk dat op grond hiervan sprake is geweest van een onrechtmatige aanbestedingsprocedure.
De kosten
4.15.
De proceskosten komen voor rekening van Omega omdat zij ongelijk krijgt. De kosten aan de kant van Gemeente Lelystad worden begroot op:
- griffierecht € 667,00
- salaris advocaat
980,00
Totaal € 1.647,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Omega in de proceskosten, aan de zijde van Gemeente Lelystad tot op heden begroot op € 1.647,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.P. Killian bijgestaan door mr. H.L. Huisman als griffier en in het openbaar uitgesproken op 29 december 2021. [1]

Voetnoten

1.type: HH (4182)