5.3Het oordeel van de rechtbank
1. Verbalisant [verbalisant 1] heeft blijkens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenhet volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Vandaag, 2 juni 2021, werd ik gevraagd om naar beelden te kijken van een schietincident eerder op de avond gepleegd in de Voorstraat te Lelystad. Op de beelden herken ik [slachtoffer 1] en [verdachte] .Ik zie ze in een schermutseling achter een muur verdwijnen waardoor ze uit het zicht verdwijnen. Een aantal seconden later zie ik [slachtoffer 1] weer tevoorschijn komen. Ik zie hem in zijn eentje rustig weglopen. Weer verdwijnt [slachtoffer 1] even uit beeld. Ik zie hem dan weer al rijdend op een scooter tevoorschijn komen. Ik zie dat hij wegrijdt in de richting van de parkeerplaats van de Jumbo. Op dat moment zie ik [verdachte] weer in beeld komen. Ik zie dat hij rennend achter [slachtoffer 1] aangaat. Ik zie dat [verdachte] een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in zijn rechterhand heeft. Ik zie dat hij het vermoedelijke vuurwapen op [slachtoffer 1] richt en hoor met een vertraging twee knallen.
2. Blijkens het
proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzittingvan de meervoudige strafkamer op 21 september 2021, heeft verdachte verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik ken [slachtoffer 1] . Op hem heb ik geschoten.
3. Verbalisant [verbalisant 2] heeft blijkens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenhet volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat [verdachte] in zijn rechterhand het vuurwapen vasthield. Ik zag dat [verdachte] beide handen naar elkaar toebracht. Ik hoorde vervolgens het doorladen van een vuurwapen, waarbij ik zag dat [verdachte] de doorlaadhandbeweging maakte met het vuurwapen. Ik zag dat [verdachte] vervolgens zijn snelheid verhoogde en de rechterhand met daarin het vuurwapen naar voren uitstak. Vervolgens was een schot te horen.Ik zag dat [verdachte] het vuurwapen met zijn rechterhand naar beneden bracht. Ik zag dat zijn gezicht in de richting van [slachtoffer 1] gericht was. Ik zag dat [slachtoffer 1] op een scooter zat en in de richting van de parkeergelegenheid voor de Jumbo reed. Doordat de camera meedraaide, was te zien dat het eerste schot, gelet op de snelheid, richting en locatie van de scooter, zeer waarschijnlijk op [slachtoffer 1] was gericht. Vervolgens zag ik dat [verdachte] achter [slachtoffer 1] aanrende en zijn snelheid verhoogde. Vervolgens is een tweede schot te horen. Ik zag dat [verdachte] een aantal meter achter [slachtoffer 1] aan rende en vervolgens stopte.
4. [getuige] heeft blijkens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van verhooronder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ineens had man 1 een pistool in zijn rechterhand. Ik zag dat man 1 al rennend schoot op man 2. Ik hoorde minstens drie knallen. Er kwamen meer mensen bij en ik zag dat zij de hulzen wegschopten. Ik zag dat man 3 een huls wilde oprapen. Ik zag dat hij met zijn vingers de huls aanraakte. Waarschijnlijk was die huls nog erg heet want hij trok meteen zijn vingers terug. Ik zag dat hij vervolgens de huls in de richting van de
put schopte.
5. Verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] hebben blijkens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van forensisch onderzoekaan de plaats delict het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 2 juni 2021 kwamen wij voor forensisch onderzoek aan te Lelystad. Wij zagen op de openbare weg een verkeerspylon. Onder deze pylon zagen wij een huls. Wij zagen op de huls 7,65 en GECO staan. De huls werd voorzien van SIN AAOY1731NL. Nabij supermarkt Jumbo zagen wij in de openbare weg een beschadiging. Deze beschadiging zag eruit als een ricochet. Een ricochet is een beschadiging veroorzaakt door middel van een projectiel. De beschadiging testte positief op koper.
6. W. Kerkhoff, als deskundige in forensisch wapen- en munitieonderzoek verbonden aan het NFI, heeft op 30 juli 2021
een rapport naar aanleiding van munitieonderzoekopgesteld, waaruit het volgende blijkt, zakelijk weergegeven:
Te onderzoeken materiaal:SIN: AAOY1731NL (huls)
Conclusie:
De afvuursporen in de huls [AAOY1731NL] worden verwacht wanneer deze is verschoten met een (semi-)automatisch werkend gaspistool van het merk Zoraki, dat geschikt is gemaakt voor het verschieten van scherpe patronen en is omgebouwd naar het kaliber 7,65mm Browning.
7. Verbalisant [verbalisant 5] heeft blijkens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal naar aanleiding van wapenonderzoekhet volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Het kennelijk gebruikte vuurwapen is van oorsprong een gas- en alarmpistool met het kaliber 9mm PAK onder de modelnaam Zoraki. Het gas- en alarmpistool is kennelijk getransformeerd tot een scherp (kogel)schietend vuurwapen. Bij de transformatie wordt het wapen door het inbouwen van een vervangende loop in het kaliber 7.65mm Browning omgebouwd tot een scherp (kogel)schietend vuurwapen. Een dergelijk getransformeerd vuurwapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3º, gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie.De huls is munitie in de zin van artikel 1 onder 4º, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de bewijsmiddelen dat het wapen waarmee verdachte geschoten heeft een vuurwapen betreft. Daartoe overweegt zij dat verdachte een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft opgepakt en heeft doorgeladen en dat in de nabije omgeving van waar hij met dat wapen geschoten heeft een huls is aangetroffen die blijkens onderzoek met een vuurwapen is verschoten. Daarnaast is nabij de plek waar verdachte geschoten heeft een ricochet aangetroffen en is waargenomen dat enkele daar aanwezigen, kort nadat verdachte had geschoten, (kennelijk warme) hulzen wegschopten. Dat het verdachte bekend was dat hij een vuurwapen hanteerde, volgt met name uit de omstandigheid dat hij dit op een vuurwapen gelijkend voorwerp doorlaadde alvorens het tegen [slachtoffer 1] te gebruiken.
De rechtbank stelt vast dat verdachte van korte afstand meerdere keren in de richting van [slachtoffer 1] heeft geschoten. Deze handelingen van verdachte zijn naar de uiterlijke verschijningsvorm bezien geschikt om, en gericht op, het toebrengen van dodelijk letsel en het staat derhalve vast dat verdachte met opzet heeft gehandeld. Het is namelijk een feit van algemene bekendheid dat het afvuren van kogels met een vuurwapen, zeker op relatief korte afstand, op het (boven)lichaam tot de dood kan leiden.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet wettig en overtuigend bewezen verklaard worden dat er sprake is van medeplegen of van voorbedachten rade, zodat van die onderdelen van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.