ECLI:NL:RBMNE:2021:6268

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 december 2021
Publicatiedatum
28 december 2021
Zaaknummer
16/046852-21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meermalen gepleegde verkrachting met betrouwbaar bewijs en strafvermindering door tijdsverloop

Op 28 december 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Lelystad uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meermalen verkrachting van een destijds vijftienjarig slachtoffer. De rechtbank heeft het primair tenlastegelegde bewezen verklaard, waarbij de verklaringen van het slachtoffer als betrouwbaar en consistent zijn beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die op het moment van de feiten 23 jaar oud was, misbruik heeft gemaakt van zijn psychische en fysieke overwicht over het slachtoffer. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer ondersteund door getuigenverklaringen, waaronder die van de moeder van het slachtoffer en een huisarts, die bevestigden dat het slachtoffer leed aan lichamelijke klachten die verband hielden met het seksueel misbruik. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarbij rekening is gehouden met het tijdsverloop van 14 jaar sinds de feiten, wat als strafverminderend is beschouwd. Daarnaast is een gedeeltelijke toewijzing van de schadevergoeding aan het slachtoffer gedaan, tot een bedrag van € 10.000, inclusief wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/046852-21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 28 december 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1984] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 14 december 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. T. Tanghe en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. N. Wijkman, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht. Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen benadeelde partij [slachtoffer] , bijgestaan door mr. L. Noordanus, advocaat te Lelystad, naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
primair
in of omstreeks de periode gelegen tussen 1 januari 2007 tot en met 1 november 2007 te Lelystad meermalen [slachtoffer] heeft verkracht;
subsidiair
in of omstreeks de periode gelegen tussen 1 januari 2007 tot en met 7 oktober 2007 te Lelystad meermalen met [slachtoffer] (geboren op [1991] ) die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het primair en subsidiair tenlastegelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen voor het primair tenlastegelegde [1]
[slachtoffer]heeft op 4 juli 2019 aangifte gedaan. Zij heeft het volgende verklaard, voor zover relevant voor het bewijs:
V: Tegen wie doe je de aangifte?
A: [verdachte] .
V: Wanneer vond het seksueel misbruik door [verdachte] bij jou plaats?
A: Het zal in het voorjaar 2007 tot en met juni 2007 gebeurd zijn. Ik ging naar
Amerika in juni 2007, toen is het misbruik gestopt.
V: Hoe oud was jij toen?
A: Ik was 15 jaar. [2]
V: Waar vond het seksueel misbruik plaats?
A: in Lelystad.
V: In het informatieve gesprek (IG) heb je verteld over EMDR-therapie, was dat
vanwege het seksueel misbruik?
A: Ja. Ik heb toen ook verteld dat het om [verdachte] ging. Toen ik [verdachte] leerde kennen, vervreemdde ik van anderen. Mijn ouders zeiden ook tegen mij dat ik een ander kind werd daarna. [3] [verdachte] loog over zijn leeftijd. Ik heb op zijn rijbewijs gezien dat hij van 1984 of 1986 was, veel ouder dan hij in ieder geval zei.
V: Vertel eens over de eerste keer dat je seks tegen je zin in had met [verdachte] ?
A: Ik denk dat wij samen naar de [straat] gingen. Wij moesten naar de zolder. Daar had hij een kamer. Toen ik boven kwam, zat er al een jongen op een stoel. Wij lagen op het bed. [verdachte] deed mijn kleren uit. Hij kwam op mij liggen en ging met zijn penis bij mij naar binnen. Ik weet nog dat het zeer deed. Ik begreep niet zo goed waarom hij dat deed omdat die jongen erbij zat. Ik voelde mij heel ongemakkelijk. [4] Ik durfde hem niet van mij af te duwen. Ik heb het gewoon doorstaan. Hij kwam klaar in mij. Hij trok zijn kleding weer aan en ik ben naar huis gegaan volgens mij.
V: Welke kleding deed hij uit van jou?
A: Hij trok alleen mijn onderkleding uit. Ik lag op mijn rug op bed. Hij heeft mijn benen uit elkaar geduwd en is toen bij mij naar binnen gegaan. Toen stootte hij zijn penis in mij.
V: In de tijd dat hij seks met je heeft, wat hoor of zie jij wat die andere persoon
doet?
A: Die kijkt. Ik heb dat zelf gezien. Ik keek hem vluchtig aan. Ik schaamde mij heel
erg.
V: Wilde jij de seks die plaatsvond die eerste keer?
A: Nee. [5] Ik heb niet meegewerkt en wat tegengestribbeld toen hij mijn onderbroek uitdeed. Ik hield mijn onderbroek vast. Hij deed toen mijn benen uit elkaar en toen ook mijn onderbroek. Ik heb wel iets gezegd dat ik het raar vond dat die andere jongen er was. [verdachte] reageerde erop als of dat heel normaal was en zei: “doe eens even gezellig?”
V: Kon hij de indruk hebben dat je de seks wel wilde?
A: Nee, ik heb mij niet mee bewogen. Ik heb totaal geen initiatief genomen. Ik heb mij niet gewillig opgesteld. Ik kan mij ook niet voorstellen dat hij die indruk van mij
had dat ik dit wilde. Hij heeft ook niet aan mij gevraagd of ik de seks wilde. Het was voor mij van begin af aan duidelijk dat ik er met niemand over mocht hebben. Later heeft [verdachte] dit wel tegen mij gezegd dat ik het niet aan mijn ouders of vrienden mocht vertellen.
V: Welke keer kan je je nog het best herinneren dat je seks had met [verdachte] die je
niet wilde?
A: Ik kan er twee herinneren. Eentje is bij zijn oma thuis waar hij mij anaal
verkrachtte en de andere is met [A] erbij. Die keer dat ik anaal verkracht werd bij die oma: [6] wij reden naar het huis van zijn oma. Wij gingen douchen. Hij heeft mij toen uitgekleed. Hij kleedde zichzelf uit. Hij heeft mijn hele lichaam gewassen. Ik verstarde helemaal. Het was duidelijk dat ik dit al niet fijn vond. Ik weet dat hij mij voorover duwde. Dat hij met zijn penis in mijn anus ging en dat dit heel veel pijn deed. Ik zei hem dat hij moest stoppen dat het heel veel pijn deed. Hij zei mij dat ik een slet was en dat ik mij moest ontspannen. Ik zei dat ik dit niet kon omdat het pijn deed. Ik weet nog dat ik naar beneden keek en zag dat er bloed tussen mijn benen naar beneden liep. Ik zag dat het over mijn rechterbovenbeen liep. Ik heb het huilend doorstaan. Ik heb hier lang last van gehad. De wondjes, de aambeien gaan nooit over dat is ontstaan na deze situatie. [7]
V: Hij gaat je wassen onder de douche, waarmee wast hij je dan?
Hij waste met zeep mijn vagina. Hij ging met zeep aan zijn vinger in mijn vagina. Hij ging langs mij heen aan de voorkant bij mij naar binnen in mijn vagina. Dat deed hij met 1 a 2 vingers. Hij duwde ze naar binnen, een beetje graaien en duwde zijn vingers heen en weer in mij. Dan haalt hij zijn vingers uit mijn vagina en duwt mijn bovenlichaam naar voren. Met zijn linker hand houdt hij mijn heup hard vast en met zijn andere hand duwt hij hard mij naar voren zodat ik in een negentig graden hoek kom te staan. Dan gaat hij met zijn penis bij mij naar binnen in mijn anus. Ik hield mijn handen op zijn heupen en probeerde hem weg te duwen. Het lukte niet omdat hij sterker was. Hij bleef mij vasthouden aan mijn heupen en ging harder knijpen in mijn heupen. Ik weet nog dat ik mijn bovenlichaam een keer naar boven bracht maar dat hij mij weer hard naar beneden duwde. [8]
V: Hoe stopt dit dan?
A: Hij gaat weer uit mij. Hij bracht mij toen naar de slaapkamer van oma. Hij heeft mij op bed gelegd, geduwd. Ik lag op mijn rug. Zodra ik op het bed lag, deed hij zijn penis in mijn vagina. Hij is er toen weer uit gegaan met zijn penis. Hij heeft mij toen omgedraaid en toen lag hij met zijn volle gewicht op mijn lichaam. Ik lag op mijn buik en mijn handen lagen naast mij. Mijn benen waren wijd open. [verdachte] bracht toen zijn penis in mijn vagina. Hij lag met zijn lichaam op mijn hele lichaam. Ik weet niet meer of [verdachte] is klaargekomen toen. Het stopte op een gegeven moment. Ik heb kleine scheurtjes rond mijn anus dat is later vastgesteld door de huisarts en internist. Ik had vaak na dit gebeuren buikpijn en ben toen naar de huisarts gegaan en die verwees mij door naar het ziekenhuis hier in Lelystad. Ik heb toen een onderzoek gehad. Ik denk dat ik pas in 2009 na de huisarts ben gegaan. Ik heb al die tijd buikpijn gehad. Ik heb het niet aan iemand verteld. Ik schaamde mij ervoor. [9] Bij de internist vragen zij dan naar de klachten. Ik heb toen gezegd dat ik bloed bij het afvegen had en dat ik toen benoemd heb dat ik dacht dat dit kwam omdat ik anaal verkracht was geweest, ik heb dit meerdere keren aan een arts benoemd en psychologe.
V: Hoe vaak heb je seks gehad met [verdachte] en [A] samen?
A: Twee keer.
V: Vertel eens van die twee keer die je het best is bij gebleven? [10]
A: Ik weet dat wij in de woonkamer zaten in het huis van de ouders van [A] . Er werd toen gezegd dat wij een trio gingen doen. [verdachte] zei dat. Ik zei “nee, waarom?” Hij zei toen “kom op, doe gezellig”. [verdachte] duwde mij voorover net
zoals toen onder de douche. [A] zat op het bed. [A] had zijn broek naar beneden. Mijn onderkleding was uit. [verdachte] stond achter mij. Ik stond voorovergebogen met mijn hoofd bij het kruis van [A] . Mijn handen waren gespreid op het bed. Ik stond voorovergebogen voor het bed. Toen drong [verdachte] bij mij naar binnen. Ik weet niet meer wat hij als eerste deed, vaginaal of anaal. Hij deed beide. Toen hij bij mij naar binnen stootte, schrok ik en viel mijn mond open. Op dat zelfde moment deed [A] zijn penis in mijn mond. [verdachte] zei tegen mij “Je moet hem pijpen, bitch.” [A] hield zijn handen op mijn hoofd zodat zijn penis er niet uit kon. In die tijd nam [verdachte] mij vaginaal en anaal. Ik was als een soort van pop. [A] bracht zijn penis helemaal bij mij in mijn mond en keel. Ik hield mijn mond open. [A] hield mijn hoofd vast en bracht mijn hoofd heen en weer. Ik moest kokhalzen, ik huilde en er kwam snot uit mijn neus. [verdachte] zei: “gadverdamme bitch, stel je niet zo aan.” Ik zei zonder geluid tegen [A] “help mij”. Ik zei dat ik moest spugen. Zij hebben mij toen opgetild en naar de badkamer gebracht/gesleept en boven de wc gehangen daar heb ik boven de wc overgegeven.
V: Hoe komt het dat je mee bent gelopen naar boven?
A: Het voelde alsof er geen uitweg was. Het voelde niet als een optie om weg te
lopen. [11]
V: Hebben jullie hier later nog over gesproken?
A: [verdachte] zei mij dat ik er niet over mocht praten. Met [A] heb ik hier nooit
over gesproken.
V: Hoe wist [A] dat je geen trio wilde?
A: Omdat ik “nee” heb gezegd.
V: Wat is er de tweede keer met [A] erbij gebeurd?
A: Wij waren ook in de slaapkamer van [A] . Ik was met [A] , [verdachte] en een andere jongen. Ik kende deze jongen niet. [verdachte] zei dat ik de jongens moest pijpen. [verdachte] zat er bij om zich af te trekken. Zij hebben allemaal afgetrokken en spoten over mijn lichaam en gezicht.
V: Wat deed je toen je moest pijpen?
A: Ik deed de penis van de jongens om de beurt in mijn mond en pijpte hen. Ik had
geleerd van [verdachte] hoe ik moest pijpen. Ik vond het heel goor.
V: Hoe konden de jongens merken of weten dat jij dit niet wilde?
A: Ik heb het gewoon gedaan. Ik had het idee dat ik geen keuze had. Ik kon nergens heen. Zij waren met z’n drieën. Ik wist niet van te voren dat zij met z’n drieën waren. [12] [verdachte] heeft een of meerdere keren mij weleens geslagen als mijn tanden langs zijn penis kwamen als ik hem pijpte. Ik had wel vaker letsel van hem. Hij kneep mij. Ik had vaak plekken op mijn armen of striemen in mijn nek. Tijdens de seks heeft hij een keer mijn keel dichtgedrukt.
V: Heb je zelf wel eens initiatief genomen tot seks in je relatie met [verdachte] ?
A: Nee. Het was niet voor mij, maar voor die ander. Ik heb er niks aan. Ik heb
de seks met [verdachte] nooit fijn gevonden. [13]
[huisarts], huisarts, heeft op 16 december 2019 een brief opgesteld met betrekking tot [slachtoffer] , voor zover relevant voor het bewijs:
Patiënte is bij ons sinds medio 2014 bekend met prikkelbare darm syndroom en anale fissuren, waarvoor zij zo nu en dan gezien en behandeld wordt. Beide aandoeningen zijn geassocieerd met seksueel misbruik. [14]
[getuige]is als getuige gehoord. Zij heeft het volgende verklaard, voor zover relevant voor het bewijs:
O: Uw dochter heeft aangifte gedaan van een zedendelict. Wat heeft zij u hierover verteld?
A: Toen [slachtoffer] 15 jaar oud was en het gebeurde, was zij heel gesloten, stiekem, angstig. Ik merkte dat haar gedrag anders werd. Zij toonde vermijdend gedrag, was heel erg boos en afwijzend. Wij konden haar niet volgen. Zij sloot ons buiten. In maart toen zij 15 jaar was, werkte zij bij [winkel] in de [straat] . Daar heeft zij [verdachte] leren kennen. [slachtoffer] vertelde ons dat zij een leuke jongen had leren kennen. Wij kregen steeds minder grip op haar. Dan glipte zij weg en stapte zij weer in de witte bus op de hoek van de straat. Deze was van [verdachte] . Wij kregen geen contact meer met haar. Zij reageerde steeds erger op aanraking. Als wij haar dan een knuffel wilden geven, raakte zij helemaal overstuur. Zij was dan heel angstig en dan zei zij dat wij haar niet vast mochten houden. [verdachte] had veel grip op haar. Wij hebben doorgezet dat zij naar Amerika ging. Dit was echt noodzaak om haar los te krijgen van [verdachte] . Zij was zo verward, zo niet zichzelf. [15]
Verdachteheeft ter terechtzitting van 14 december 2021 een verklaring afgelegd. Hij heeft het volgende verklaard, voor zover relevant voor het bewijs:
In de eerste helft van 2007 heb ik een relatie gehad met [slachtoffer] . Dat heeft geduurd totdat zij naar Amerika ging. Wij hebben in de periode meerdere keren seks met elkaar gehad, vaginaal en oraal. Wij hebben ook een keer anale seks gehad. Wij hebben bij mij thuis aan de [straat] in [woonplaats] en in de woning van [A] seks gehad. In de woning van [A] hebben [slachtoffer] , [A] en ik een trio gehad.
Bewijsoverwegingen voor het primair tenlastegelegde
Door en namens verdachte is gesteld dat verdachte en aangeefster in de eerste helft van 2007 wel seks hebben gehad, maar dat sprake was van een liefdevolle relatie waarin de seks met wederzijdse toestemming heeft plaatsgevonden. De verklaringen van [slachtoffer] zijn dan ook ongeloofwaardig en onbetrouwbaar, waardoor deze niet bruikbaar zijn als bewijsmiddel. Bovendien worden haar verklaringen niet ondersteund door andere stukken in het procesdossier.
De rechtbank verwerpt deze verweren en overweegt daartoe als volgt. [slachtoffer] heeft meerdere verklaringen afgelegd waarin zij concreet, gedetailleerd en consistent heeft verklaard over wat er in het voorjaar van 2007 tussen haar en verdachte is voorgevallen.
Zij heeft vier specifieke situaties beschreven, waarin zij door verdachte (samen met een ander of anderen) is verkracht. Zo heeft zij omschreven waar de verkrachtingen plaatsvonden, dat verdachte haar in sommige gevallen heeft uitgekleed en van welke kleding(stukken) zij werd ontdaan. Ook heeft zij beschreven op welke manier(en) verdachte bij haar binnendrong. In de eerste situatie die zij heeft beschreven, lag [slachtoffer] op haar rug, heeft verdachte haar benen uit elkaar geduwd en is met zijn penis bij haar naar binnen gegaan. Over de keer dat zij door verdachte anaal werd verkracht onder de douche in de woning van verdachtes oma heeft [slachtoffer] uitgebreid verklaard hoe verdachte haar eerst heeft gewassen, haar toen ineens voorover heeft geduwd, anaal heeft gepenetreerd en dat dit zo hardhandig ging dat zij daarbij bloedde. Voorts heeft zij verklaard dat verdachte tegen haar heeft gezegd dat zij zich moest ontspannen en de keren dat zij werd verkracht waar [A] bij was heeft verdachte tegen haar gezegd dat zij hem moest pijpen. Al die keren heeft verdachte haar daarbij ‘bitch’ genoemd. [slachtoffer] heeft over alle situaties beschreven hoe zij zich op dat moment voelde en in welke standen zij lag of zat toen zij werd verkracht.
Haar verklaringen zijn ook verifieerbaar. Zo worden deze ondersteund door de verklaring van haar moeder, getuige [getuige] , die uit eigen waarneming heeft verklaard dat het gedrag van [slachtoffer] veranderde toen zij verdachte leerde kennen: [slachtoffer] reageerde steeds erger op aanraking en als de getuige haar een knuffel wilde geven, raakte [slachtoffer] helemaal overstuur. Daarnaast worden de verklaringen van [slachtoffer] ondersteund door de verklaring van de huisarts, die heeft aangegeven dat [slachtoffer] last heeft van prikkelbare darmsyndroom en anale fissuren die zijn geassocieerd met seksueel misbruik. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij de anale fissuren heeft opgelopen toen zij anaal is verkracht door verdachte.
Voorts weegt de rechtbank mee dat uit het procesdossier geen elke aanwijzing volgt dat [slachtoffer] heeft verzonnen dat verdachte haar heeft verkracht. Daarnaar gevraagd heeft ook verdachte ter terechtzitting verklaard niet te weten waarom [slachtoffer] zou verzinnen dat sprake is geweest van dwang toen zij seks hebben gehad.
Het voorgaande, in samenhang bezien, maakt dat de rechtbank de verklaringen van aangeefster betrouwbaar acht en zal bezigen tot het bewijs, en het alternatieve scenario van verdachte niet aannemelijk acht.
Alles overwegende acht de rechtbank op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte aangeefster omstreeks de periode gelegen tussen maart 2007 tot en met juni 2007 meermalen heeft verkracht. De rechtbank zal het primair tenlastegelegde dan ook bewezen verklaren (zoals hieronder onder rubriek 5 is weergegeven).

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
primair
omstreeks de periode gelegen tussen maart 2007 tot en met juni 2007 te Lelystad meermalen, telkens door geweld en andere feitelijkheden [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die (mede) bestonden uit het meermalen seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft hij, verdachte, vinger(s) in haar vagina en zijn geslachtsdeel in haar mond, anus en vagina gebracht en gehouden, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheden hierin dat verdachte meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer] heeft uitgekleed, op bed heeft geduwd, voorover heeft geduwd en op die [slachtoffer] met zijn, verdachtes, volle gewicht is gaan liggen en
- die [slachtoffer] heeft gedwongen tot het hebben van seks en/of het uitvoeren van seksuele handelingen met andere personen dan hem, verdachte en
- die [slachtoffer] heeft gedwongen tot het hebben van seks, terwijl een derde persoon toekeek en
- die [slachtoffer] heeft geslagen, geknepen en de keel heeft dichtgedrukt en
- die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd dat zij er met niemand over mocht praten, althans woorden van dergelijke aard en/of strekking en
- zichzelf heeft afgetrokken in de nabijheid van die [slachtoffer] en heeft geëjaculeerd over die [slachtoffer] en
- door zijn, verdachtes, psychische en fysieke overwicht, misbruik heeft gemaakt van de afhankelijkheidssituatie, door het grote leeftijdsverschil tussen hem, verdachte en die [slachtoffer] en/of door dat die [slachtoffer] zo bevreesd was voor de eventuele gevolgen van verzet en/of onvoldoende medewerking, dat zij niet bij machte was weerstand te bieden en
- en aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen primair meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is. Het bewezenverklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
primair
verkrachting, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door hem bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 5 jaren;
- een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), inhoudende een contactverbod met [slachtoffer] en een locatieverbod op haar adres voor de duur van 5 jaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht rekening te houden met de gevolgen van deze strafzaak voor verdachte. Iedere dag spelen de verklaringen van aangeefster door zijn hoofd, wat voortdurend leidt tot migraineaanvallen. Daardoor heeft hij geruime tijd niet kunnen werken. Inmiddels is hij weer enigszins aan het werk, maar wanneer hij bezig is, stort hij geregeld volledig in. Nu hij de financiële zorg voor zijn twee jonge kinderen en hun moeder draagt, kan hij simpelweg niet langer thuisblijven. Bovendien zal dat uiteindelijk leiden tot het faillissement van zijn eenmanszaak. Voorts heeft de raadsvrouw verzocht rekening te houden met het feit dat verdachte een
first offenderis.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken. Meer in het bijzonder geldt het volgende.
De ernst van het feit
Verdachte heeft zich, gedurende een aantal maanden, meermalen schuldig gemaakt aan verkrachting van de destijds vijftienjarige [slachtoffer] . Verdachte was op dat moment 23 jaar oud. Door zijn psychische en fysieke overwicht bestond er een afhankelijkheidsrelatie tussen het slachtoffer en verdachte. Verdachte heeft daarvan ernstig misbruik gemaakt door het slachtoffer meermalen te dwingen seks met hem te hebben. Ook heeft een andere man toegekeken terwijl zij seks met elkaar hadden en heeft zij seks met twee andere mannen en verdachte moeten hebben. Bij deze verkrachtingen heeft verdachte het gebruik van geweld niet geschuwd. Zo heeft hij haar geduwd, is hij met zijn volle gewicht op haar gaan liggen, heeft hij haar geslagen, geknepen en haar keel dichtgeknepen. Ook heeft zij bij een hardhandige anale verkrachting scheurtjes in haar anus en aambeien opgelopen. Een verkrachting maakt ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van zedenmisdrijven langdurig psychische schade ondervinden. Verdachte heeft door zijn ernstig grensoverschrijdend gedrag het slachtoffer letsel en angst aangejaagd en haar gevoelens van onveiligheid bezorgd. Dat de verkrachtingen erg traumatiserend zijn geweest voor het slachtoffer blijkt ook uit haar slachtofferverklaring en de vordering tot schadevergoeding die zij heeft ingediend. Mevrouw [slachtoffer] heeft ook nu nog, jaren later, last van angsten en het fysieke letsel dat zij aan de verkrachtingen heeft overgehouden en heeft hulp gezocht voor de verwerking van wat tussen haar en verdachte is voorgevallen. Verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor het bewezenverklaarde. Hij heeft zich in eerste instantie op zijn zwijgrecht beroepen. Daarna heeft verdachte verklaard dat sprake is geweest van een liefdevolle relatie en seks met wederzijds goedvinden. Dit alles rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van een uittreksel uit het Nederlands Justitieel Documentatieregister van 6 mei 2021, waaruit volgt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
De op te leggen straf
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen met betrekking tot de aard en ernst van de feiten en in het licht van de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd, acht de rechtbank het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf noodzakelijk. De rechtbank stelt vast dat de in de organisatie van de Rechtspraak door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht vastgestelde oriëntatiepunten voor verkrachting een gevangenisstraf van 24 maanden als uitgangspunt vermelden. Mede gelet op recent opgelegde straffen in soortgelijke zaken, is de rechtbank van oordeel dat het oriëntatiepunt moet worden beschouwd als een ondergrens en dat het niet volstaat voor onderhavig feit. De rechtbank houdt bij de duur van de aan verdachte op te leggen gevangenisstraf rekening met de volgende strafverzwarende feiten en omstandigheden:
  • de frequentie en duur van de verkrachtingen: verdachte heeft het slachtoffer gedurende een aantal (3 à 4) maanden meermalen verkracht;
  • de leeftijd van het slachtoffer en het leeftijdsverschil tussen het slachtoffer en verdachte: het slachtoffer was destijds vijftien jaar oud, terwijl verdachte 23 jaar oud was;
  • het gebruik van geweld: verdachte heeft het slachtoffer onder andere geduwd, is met zijn volle gewicht op haar gaan liggen, heeft haar geslagen, geknepen en haar keel dichtgeknepen;
  • meer daders: het slachtoffer heeft eenmaal seks moeten hebben met verdachte en [A] en een andere keer met verdachte, [A] en een derde man;
  • de bijzonder vernederende setting: anale penetratie;
  • verdachte heeft bij de verkrachtingen misbruik van gemaakt van zijn psychische en fysieke overwicht.
De rechtbank houdt tevens rekening met het feit dat verdachte ter terechtzitting van 14 december 2021 – ook achteraf – geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen.
Daarnaast weegt de rechtbank in strafverminderende zin mee dat het bewezenverklaarde veertien jaar geleden is gepleegd. Sindsdien heeft verdachte zijn leven opgebouwd. Hij heeft een eigen bedrijf, een partner en draagt de financiële zorg voor zijn twee jonge kinderen en hun moeder. Een jarenlange detentie, jaren nadat het bewezenverklaarde is gepleegd, heeft bijzonder negatieve gevolgen voor zijn leven (en dat van zijn gezin).
Concluderend weegt de rechtbank bij het bepalen van de hoogte van de straf mee wat de impact van het feit en de straf die daarvoor wordt opgelegd is op het slachtoffer, de verdachte en de maatschappij. Met de hierna te noemen straf beoogt de rechtbank vergelding en generale preventie als strafrechtelijke reactie op het door verdachte gepleegde feit. Alles overwegende acht de rechtbank – anders dan de eis van de officier van justitie – een gevangenisstraf van 30 maanden passend en geboden en zal deze aan verdachte opleggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Geen vrijheidsbeperkende maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38v Sr op te leggen. De rechtbank overweegt dat artikel 38v Sr voorschrijft dat deze maatregel slechts kan worden opgelegd ter beveiliging van de maatschappij of ter voorkoming van strafbare feiten. Het procesdossier bevat geen aanwijzingen dat verdachte opnieuw strafbare feiten jegens [slachtoffer] zal plegen en ziet geen aanleiding deze maatregel op te leggen ter beveiliging van de maatschappij. Het bewezenverklaarde is immers ruim veertien jaar geleden gepleegd en sindsdien is verdachte niet voor soortgelijke feiten dan wel voor andere feiten gericht tegen [slachtoffer] bij politie en justitie in beeld gekomen.

9.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 10.080,96. Dit bedrag bestaat uit € 80,96 materiële schade en € 10.000,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte tenlastegelegde.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot gehele toewijzing van de gevorderde schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij, gelet op de door haar bepleite vrijspraak, niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering. Subsidiair heeft zij verzocht de benadeelde partij eveneens niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering, nu de verrichte seksuele handelingen uitsluitend binnen de relatie (en met wederzijdse toestemming) hebben plaatsgevonden. De raadsvrouw heeft meer subsidiair verzocht de vordering sterk te matigen, omdat slechts sprake zou kunnen zijn van ontucht, welke handelingen met toestemming en binnen de relatie hebben plaatsgevonden. Voorts heeft de raadsvrouw verzocht in dat geval de wettelijke rente niet op te leggen, dan wel de vordering ook om die reden verder te matigen, nu het naar mening van de verdediging niet billijk is dat een vordering feitelijk veel hoger uitvalt, indien geruime tijd wordt gewacht met het doen van aangifte.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De materiële schade/proceskosten
De rechtbank overweegt dat van reiskosten vanwege het doen van aangifte of het afleggen van een nadere verklaring op het politiebureau of vanwege het bespreken van strafproces bij het Openbaar Ministerie, niet kan worden gezegd dat zij gemaakt zijn ‘ter vaststelling van aansprakelijkheid of schade’, zoals bedoeld in artikel 6:96 lid 2 onder b van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Zij strekken ertoe strafrechtelijke opsporing en vervolging van de dader te bewerkstelligen. De enkele omstandigheid dat een eventuele daarop volgende strafrechtelijke veroordeling de grondslag kan bieden voor schadevergoeding (en dit vaak mededoelstelling van de benadeelde partij is), maakt niet dat gezegd kan worden dat die reiskosten met dat doel zijn gemaakt. Deze reiskosten kunnen daarom niet als schade ten laste van verdachte worden gebracht. De wet voorziet niet in de mogelijkheid deze kosten ten laste van de Staat te brengen. De rechtbank wijst de vordering wat betreft deze kosten ter hoogte van in totaal € 72,80 dan ook af.
De rechtbank overweegt dat de reiskosten van en naar het kantoor van de advocaat van de benadeelde partij en vanwege het bijwonen van de terechtzitting, die in het kader van de voegingsprocedure zijn gemaakt, op grond van artikel 532 Wetboek van Strafvordering in de regel moeten worden aangemerkt als proceskosten. De rechtbank is van oordeel dat een vergoeding voor de reiskosten vanwege het bijwonen van de terechtzitting kan worden toegekend, nu de benadeelde partij ter terechtzitting zelf het woord heeft gevoerd. Dat zij werd bijgestaan door een advocaat doet daar niet aan af. De rechtbank zal verdachte daarom veroordelen in de reiskosten van en naar het kantoor van de advocaat van de benadeelde partij en vanwege het bijwonen van de terechtzitting ter hoogte van in totaal (7,8 + 7,8 km + 7,8 km + 8 km = 31,4 km x € 0,26) € 8,16.
De immateriële schade
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezenverklaarde in haar persoon is aangetast en daardoor immateriële schade heeft geleden. Gelet op wat in vergelijkbare gevallen aan immateriële schadevergoeding wordt toegewezen en de onderbouwing van de vordering, waardeert de rechtbank deze schade op
€ 10.000,-. De rechtbank zal het immateriële deel van de vordering geheel toewijzen en verdachte veroordelen tot betaling van het toegewezen bedrag.
Wettelijke rente
De rechtbank vermeerdert het toegewezen bedrag met de gevorderde wettelijke rente vanaf 30 juni 2007 tot aan de dag van volledige betaling. Zij ziet in het feit dat aangeefster geruime tijd heeft gewacht met het doen van aangifte en ook anderszins geen aanleiding de wettelijke rente niet op te leggen. Artikel 6:119 BW schrijft voor dat de wettelijke rente wordt berekend vanaf het moment dat de schade is ontstaan.
Conclusie
De rechtbank zal de vordering tot het bedrag van in totaal € 10.000,- toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 30 juni 2007 tot de dag van volledige betaling. Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte de schadevergoedingsmaatregel opleggen. Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op € 8,16.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f, 242 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het primair tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het primair meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het primair bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
30 maanden;
Benadeelde partij [slachtoffer]
  • wijst de vordering van [slachtoffer] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 10.000,-;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 juni 2007 tot de dag van volledige betaling;
  • wijst de vordering van [slachtoffer] wat betreft het meer gevorderde af;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op dit moment begroot op € 8,16;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat
€ 10.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 juni 2007 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 85 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. den Haan, voorzitter, mr. R.B. Eigeman en mr. G.A. Hendriks, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. van Donk-Carbo, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 december 2021.
Mrs. R.B. Eigeman, G.A. Hendriks en R. van Donk-Carbo zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
primair
hij in of omstreeks de periode gelegen tussen 1 januari 2007 tot en met 1 november 2007 te Lelystad meermalen, althans eenmaal (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het meermalen, althans eenmaal (telkens) seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft hij verdachte een of meer vinger(s) en/of zijn geslachtsdeel in de mond, anus en/of vagina gebracht en/of gehouden, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte meemalen, althans eenmaal (telkens)
- die [slachtoffer] heeft uitgekleed en/of op bed heeft geduwd en/of voorover heeft geduwd en/of op die [slachtoffer] (met zijn, verdachtes volle gewicht) is gaan liggen en/of
- die [slachtoffer] heeft gedwongen tot het hebben van seks en/of het uitvoeren van seksuele handelingen met drie, althans een of meer andere perso(o)n(en) dan hem, verdachte en/of
- die [slachtoffer] heeft gedwongen tot het hebben van seks, terwijl een derde persoon toekeek en/of
- die [slachtoffer] heeft geslagen, geknepen en/of de keel heeft dichtgedrukt en/of
- die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd dat zij er met niemand over mocht praten, althans woorden van dergelijke aard en/of strekking en/of
- zichzelf heeft afgetrokken in de nabijheid van die [slachtoffer] en/of heeft geëjaculeerd over die [slachtoffer] en/of
- door zijn, verdachtes psychische en/of fysieke overwicht, misbruik heeft gemaakt van de afhankelijkheidssituatie, door het grote leeftijdsverschil tussen hem, verdachte en die [slachtoffer] en/of door dat die [slachtoffer] zo bevreesd was voor de eventuele gevolgen van verzet en/of onvoldoende medewerking, dat zij niet bij machte was weerstand te bieden en/of
- en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
subsidiair
hij in of omstreeks de periode gelegen tussen 1 januari 2007 tot en met 7 oktober 2007 te Lelystad meermalen, althans eenmaal (telkens), met [slachtoffer] , geboren [1991] die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte meermalen, althans eenmaal (telkens),
- zijn geslachtsdeel en/of een of meer vinger(s) in de mond, anus en/of vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en/of
- die [slachtoffer] gedwongen tot het hebben van seks en/of het uitvoeren van seksuele handelingen met drie, althans een of meer andere perso(o)n(en) dan hem, verdachte en/of
- die [slachtoffer] gedwongen tot het hebben van seks, terwijl een derde persoon toekeek en/of
- zichzelf afgetrokken in de nabijheid van die [slachtoffer] en/of geëjaculeerd over die [slachtoffer] ;

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal d.d. 5 februari 2021, genummerd PL0900- 2019165750 opgemaakt door politie Midden-Nederland, dienst regionale recherche, team zeden, pagina 1 tot en met pagina 63. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 9.
3.Pagina 10.
4.Pagina 11.
5.Pagina 12.
6.Pagina 13.
7.Pagina 14.
8.Pagina 15.
9.Pagina 16.
10.Pagina 17.
11.Pagina 18.
12.Pagina 19.
13.Pagina 20.
14.Pagina 33.
15.Pagina 45.