ECLI:NL:RBMNE:2021:6264
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing urgentieverklaring voor woonruimte op medische gronden
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. De eiser had een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring voor woonruimte op basis van medische gronden, omdat hij op een zolderkamer woonde en problemen ondervond met traplopen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag door verweerder was afgewezen, omdat niet was aangetoond dat er sprake was van medisch onhoudbare problematiek. Verweerder had zich gebaseerd op een advies van Argonaut, waaruit bleek dat er geen levensontwrichtende situatie was die alleen kon worden opgelost met een zelfstandige woonruimte op korte termijn.
De rechtbank heeft het procesverloop uiteengezet, waarbij de eiser zijn bezwaren tegen de afwijzing van de urgentieverklaring naar voren bracht. Eiser stelde dat verweerder onzorgvuldig had gehandeld door bepaalde medische informatie niet mee te wegen en dat er onvoldoende rekening was gehouden met zijn woonsituatie. De rechtbank oordeelde echter dat het advies van Argonaut zorgvuldig was en dat verweerder op basis daarvan de afwijzing van de urgentieverklaring had kunnen handhaven. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van zorgvuldigheids- of motiveringsgebreken en verklaarde het beroep van eiser ongegrond.
De uitspraak benadrukt het belang van medische adviezen in bestuursrechtelijke procedures en de verantwoordelijkheden van zowel de aanvrager als de overheid in het proces van besluitvorming. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gedaan.