ECLI:NL:RBMNE:2021:6258

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 december 2021
Publicatiedatum
24 december 2021
Zaaknummer
AWB - 21 _ 2676
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegang tot zorg uit de Wet langdurige zorg; beoordeling van blijvende behoefte aan 24 uur zorg in de nabijheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de toegang tot zorg uit de Wet langdurige zorg (Wlz). Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. W. Kort, had een aanvraag ingediend voor een indicatie voor langdurige zorg, die door verweerder, Centrum Indicatiestelling Zorg, was afgewezen. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld naar aanleiding van het primaire besluit van 11 december 2020 en het bestreden besluit van 17 mei 2021, waarbij het bezwaar van eiseres ongegrond was verklaard.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de kern van het geschil draait om de vraag of eiseres voldoet aan de voorwaarde van een blijvende behoefte aan 24 uur zorg in de nabijheid. Eiseres heeft diverse medische aandoeningen, waaronder een autismespectrumstoornis en ADHD, en heeft gesteld dat er objectieve noodzaak is voor deze zorg. Verweerder heeft echter aangegeven dat er onvoldoende objectieve gegevens zijn om deze behoefte vast te stellen, mede omdat er geen toestemming was om informatie op te vragen bij de meest recente begeleider van eiseres.

Tijdens de zitting op 2 december 2021 heeft eiseres haar standpunt toegelicht, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder zorgvuldig had gehandeld. De rechtbank concludeerde dat het onderzoek door de medisch adviseur van verweerder adequaat was uitgevoerd en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van het advies. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/2676

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 december 2021 in de zaak tussen

[eiseres], te [woonplaats] , eiseres
(gemachtigde: mr. W. Kort),
en

Centrum Indicatiestelling Zorg, verweerder

(gemachtigde: mr. J.E. Koedood).

Procesverloop

Bij besluit van 11 december 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag voor zorg uit de Wet langdurige zorg (Wlz) afgewezen.
Bij besluit van 17 mei 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 december 2021. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. De zaak gaat over de vraag of eiseres toegang heeft tot zorg uit de Wlz. In het bijzonder gaat het erover of zij aan de voorwaarde voldoet dat zij een behoefte aan 24 uur zorg in de nabijheid heeft en of deze behoefte blijvend zal zijn.
2. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden. Eiseres heeft onder andere een autismespectrumstoornis, ADHD en restklachten na een val op het hoofd, waaronder een postcommotioneel syndroom. Eiseres heeft bij verweerder een aanvraag ingediend voor een indicatie voor langdurige zorg. Er heeft een telefonisch onderzoek plaatsgevonden. Ook is een medisch adviseur betrokken die informatie heeft opgevraagd bij de huisarts en de ergotherapeut en advies heeft gegeven. Tevens is er contact geweest met de persoon bij wie eiseres vrijwilligerswerk uitvoert.
3. Verweerder heeft de zorg uit de Wlz afgewezen, omdat niet objectief vastgesteld kan worden dat er een blijvende behoefte aan 24 uur zorg in de nabijheid is. Er was geen toestemming om informatie op te vragen bij de meest recente begeleider van eiseres. Andere hulpverleners konden geen nadere informatie verstrekken. Daarnaast zijn er behandelmogelijkheden die de functionele beperkingen van eiseres kunnen verbeteren.
3. Eiseres voert aan dat op basis van de informatie de noodzaak tot 24 uur zorg in de nabijheid objectief vastgesteld kan worden. Het onderzoek door verweerder is onzorgvuldig uitgevoerd, omdat de persoon die het onderzoek heeft uitgevoerd niets weet van de achtergrond van eiseres. Daarnaast stelt eiseres dat zij in tegenstelling tot wat verweerder aangeeft wel toestemming heeft gegeven om informatie op te vragen bij haar ambulant begeleider. Ook heeft eiseres geprobeerd om informatie te verkrijgen over de periode dat ze begeleid woonde. Verweerder heeft niet gewacht tot deze informatie beschikbaar was.
4. De rechtbank stelt vast dat een rapport van de medisch adviseur van verweerder een deskundigenrapport is en er in principe van uit mag worden gegaan dat het advies klopt, tenzij het advies onzorgvuldig tot stand is gekomen, inhoudelijk niet klopt of onduidelijk is. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij toestemming heeft gegeven om informatie op te vragen bij haar meest recente begeleider. In de toestemmingsformulieren heeft eiseres niet de naam van deze begeleider opgeschreven. Verweerder heeft daardoor geen actuele informatie over de beperkingen van eiseres kunnen opvragen. Tijdens de zitting heeft eiseres niet verduidelijkt waarom gewacht moest worden op de informatie over de periode dat ze begeleid woonde en welke gevolgen dit zou hebben voor het besluit. Aangezien verweerder actuele informatie van een deskundige nodig had om de beperkingen van eiseres te beoordelen ten tijde van het bestreden besluit, valt niet in te zien waarom informatie uit het verleden tot een ander oordeel zou kunnen leiden. Verweerder heeft telefonisch onderzoek uitgevoerd en informatie opgevraagd bij de behandelaren. Het is geen vereiste voor de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek dat de medisch adviseur (het verleden van) eiseres kent. De medisch adviseur heeft alle beschikbare medische informatie van de behandelaren betrokken in het onderzoek en een begrijpelijk en duidelijk advies opgesteld. Het is niet gebleken dat aan de juistheid van het advies van de medisch adviseur moet worden getwijfeld. De rechtbank oordeelt daarom dat verweerder een zorgvuldig onderzoek heeft uitgevoerd en terecht de aanvraag voor zorg uit de Wlz heeft afgewezen.
5. De rechtbank overweegt het volgende over de aanvullende medische informatie die eiseres voor en tijdens de zitting heeft aangeleverd. Deze stukken zijn niet binnen de gemelde termijn ingediend, waardoor verweerder de medisch adviseur hier niet op heeft kunnen laten reageren. Verweerder heeft aangeboden de informatie alsnog aan de medisch adviseur voor te leggen. Het deel van de medische informatie dat gaat over de periode na het bestreden besluit, is niet relevant voor de beoordeling van het geschil. Daarnaast heeft eiseres tijdens de zitting toegelicht dat de informatie ziet op haar behandelmogelijkheden. In geschil is nu of eiseres een behoefte heeft aan 24 uur zorg in de nabijheid. Omdat de medische stukken geen antwoord geven op die vraag ziet de rechtbank geen aanleiding om de stukken voor te leggen aan de medisch adviseur.
6. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. A. Schuman, rechter, in aanwezigheid van
mr. K.S. Smits, griffier. De beslissing is uitgesproken op 24 december 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
(de griffier is verhinderd deze uitspraakte ondertekenen)
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.