ECLI:NL:RBMNE:2021:6258
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toegang tot zorg uit de Wet langdurige zorg; beoordeling van blijvende behoefte aan 24 uur zorg in de nabijheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de toegang tot zorg uit de Wet langdurige zorg (Wlz). Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. W. Kort, had een aanvraag ingediend voor een indicatie voor langdurige zorg, die door verweerder, Centrum Indicatiestelling Zorg, was afgewezen. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld naar aanleiding van het primaire besluit van 11 december 2020 en het bestreden besluit van 17 mei 2021, waarbij het bezwaar van eiseres ongegrond was verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de kern van het geschil draait om de vraag of eiseres voldoet aan de voorwaarde van een blijvende behoefte aan 24 uur zorg in de nabijheid. Eiseres heeft diverse medische aandoeningen, waaronder een autismespectrumstoornis en ADHD, en heeft gesteld dat er objectieve noodzaak is voor deze zorg. Verweerder heeft echter aangegeven dat er onvoldoende objectieve gegevens zijn om deze behoefte vast te stellen, mede omdat er geen toestemming was om informatie op te vragen bij de meest recente begeleider van eiseres.
Tijdens de zitting op 2 december 2021 heeft eiseres haar standpunt toegelicht, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder zorgvuldig had gehandeld. De rechtbank concludeerde dat het onderzoek door de medisch adviseur van verweerder adequaat was uitgevoerd en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van het advies. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending.