4.3Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 1
[slachtoffer] heeft op meerdere momenten uitvoerig verklaard over de seks die zij met verdachte heeft gehad. Deze verklaringen zijn, met name waar ze zien op de vraag of, en zo ja wanneer, de seks wel of niet vrijwillig was, wisselend en onduidelijk. De rechtbank kan op grond van deze verklaringen niet vaststellen wanneer sprake was van vrijwillige seks en wanneer van onvrijwillige seks en op welke momenten op welke wijze [slachtoffer] door verdachte is gedwongen tot het ondergaan dan wel het uitvoeren van bepaalde seksuele handelingen.
Onafhankelijk (steun)bewijs voor de verklaringen van [slachtoffer] over één incident zou kunnen worden gevonden in de getuigenverklaringen van een vriendin van [slachtoffer] , mevrouw [getuige 1] . [getuige 1] heeft verklaard getuige te zijn geweest van een verkrachting van [slachtoffer] door verdachte, toen zij op een ochtend in de woning van het slachtoffer verbleef. De verkrachting heeft volgens haar plaatsgevonden in de badkamer, terwijl [getuige 1] in de huiskamer was. [getuige 1] heeft geluiden gehoord, die zij heeft geïnterpreteerd als seksuele handelingen en als pijn. Zij heeft gezien dat [slachtoffer] vervolgens huilend de badkamer uitkwam. [slachtoffer] heeft ook verklaard op deze ochtend in de badkamer te zijn verkracht. De verklaringen van [slachtoffer] en [getuige 1] over dit incident komen echter op belangrijke onderdelen niet overeen, zoals of de douche aanstond en of [slachtoffer] al dan niet onder de douche is verkracht. Het is de rechtbank verder niet duidelijk geworden uit welke geluiden [getuige 1] heeft kunnen opmaken dat er sprake was van dwang. Ook aan het benoemde huilen kan de rechtbank geen doorslaggevende betekenis toekennen, nu [slachtoffer] bij de rechter- commissaris heeft verklaard dat zij ook in het begin van de seksuele relatie soms huilde, terwijl uit haar verklaringen niet kan worden afgeleid dat er toen reeds sprake was van dwang. Verder is niet duidelijk geworden wanneer het incident in de badkamer, waar [getuige 1] bij aanwezig was, heeft plaatsgevonden. Andere bewijsmiddelen die de officier van justitie als steunbewijs aanmerkt duiden op geweld en afpersing, maar kunnen niet aan dit incident – of aan een (andere) verkrachting – worden gelinkt, waardoor de rechtbank ook voor dit incident onvoldoende wettig en overtuigend bewijs ziet.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte in de periode van 1 januari 2015 t/m 27 april 2021 zijn ex-partner [slachtoffer] op enig moment heeft verkracht.
Bewijsmiddelen feiten 2 en 3
[slachtoffer] is op 28 april 2021 gehoord door de politie. Uit het over dit verhoor opgemaakte proces-verbaal blijkt onder meer het volgende:
Getuige: [slachtoffer] . Woonplaats: [woonplaats] .
V: Hoe lang heb je al een relatie met [verdachte] ?
A: 6 jaar. (…)
V: Hoe is het ontstaan dat hij bij jou is gaan wonen?
A: Hij had geen adres om te wonen, of als hij ruzie had met zijn ouders bleef hij bij mij. (…)
V: Vroeg hij toestemming?
A: Ik had niet veel keus, want ik wil dit niet. Ik wil mijn dochter ook niet het voorbeeld geven door een man in huis te nemen. Een relatie in huis dat wil ik niet. (…) Hij reageerde heel boos en hij accepteerde dit niet. Hij ging met dingen gooien, schreeuwen en mij ook slaan omdat hij dat niet accepteert.
V: Kan je een voorbeeld geven?
A: Hij slaat met spullen. Hij schreeuwt ook tegen mij. (…)
V: Wanneer heeft hij jou voor het eerst geslagen/mishandeld?
A: Ik was buiten. Ik was in het park aan het lopen. (…)
V: Hoe heeft hij jou geslagen?
A: Schoppen, stompen slaan. In mijn buik, op mijn hoofd.
V: Was jouw vriendin daarbij?
A: Ja zij heet [A] .
V: Wanneer ben jij voor het eerst mishandeld?
A: Ik denk, in 2014 heb ik [verdachte] leren kennen, en dan een jaar later. Dus ik denk in 2015. (…) Dat was in Park Transwijk.(…)
V: Het ergste wat jou is overkomen met hem?
A: Ik heb een keer een week niet kunnen lopen. Dat was een keer thuis toen heeft hij mij geduwd en toen ben ik op mijn stuit gekomen en toen had ik zo’n pijn dat ik niet meer kon zitten. (…) Hij duwde mij. Ik weet niet meer dan dat hij mij slaat. Ik probeer te vluchten. Ik probeer mijzelf te beschermen want ik ben klein en hij is groot. (…) Hij duwt mij tegen alles, tegen de deur, tegen de kast, hij sleurt mij ook overal door het huis. Hij duwt mij tegen de muur of de kast. En hij doet dat ook met zijn voet.
V: Hoeveel weeg jij en hoe lang ben jij?
A: 42 kilo, 1.56m. (…)
V: Hoeveel weegt [verdachte] en hoe lang is hij?
A: over de 100 kilo, 1,80m
V: En toen hij jou duwde wanneer was dat?
A: Dat is elke keer. Hij staat op en schreeuwt tegen mij. Hij geeft mij een klap. Hij duwt mij. Hij is boos.
V: Geef jij [verdachte] ook weerwoord?
A: Soms doe ik het wel, maar ik houd vaak mijn mond dicht. Hij is in mijn huis, Ik heb het recht om daar iets van te zeggen. Maar dat mag niet van hem. Hij vindt dat niet goed. Ik moet doen wat hij zegt. Ik moet mijn mond dicht houden.
V: Wat is de meest recente mishandeling?
A: Afgelopen zondag. (…) Hij begon met: “Ja je hebt niets voor mij gehaald. Jij haalt alleen maar dingen voor jezelf. Hij begon te schreeuwen dat het niet kan dat mijn dochter dingen gaat halen. Dat ik dingen moet doen. Hij ging mij uitschelden voor slet. Ik moest koken voor mijn ouders. Mijn vader zou eten komen halen. Ik heb tegen [verdachte] gezegd: “het is mijn geld. Ik hoef geen toestemming aan jou te vragen om boodschappen te doen". Toen werd hij nog meer boos. [verdachte] trok de intercom eruit en die gooide hij naar mij. (…) [verdachte] kwam naar de keuken en begon mij te slaan. (…)Hij begon mij te stompen met zijn knie ging tegen mijn gezicht. (…) Hij stompte mij. Het lijkt het beste op een boksbal, zo slaat hij. Hij sloeg mij met zijn vuist. (…) Hij sloeg mij op mijn bovenlichaam, op mijn gezicht.Ik heb 1 in mijn lip gekregen. Ik had op mijn tong gebeten. Ik had 1 bij mijn neus gekregen. Ik ging gauw mijn gezicht beschermen door beiden armen voor mijn gezicht te houden. Hij heeft mij met zijn knie op mijn rug geslagen. Ik lag namelijk op een gegeven moment met mijn knieën op de grond en met mijn gezicht naar de grond en toen ging hij met zijn voeten schoppen. (…)
Dat geschreeuw tegen mij. En dingen kapot slaan kan heel lang duren. Alles bij mij thuis is kapot. (…)
V: [verdachte] sloeg en schopte jou. Zei hij iets?
A: Hij zei tijdens de mishandeling: “Kankerhoer. Ik neuk je moeder. Ik neuk je vader. Of jij gaat dood of ik ga dood”. Dat roept hij heel vaak. (…)
V: Wat nog meer?
A: Mijn internetkastje trekt hij eruit en gooit hij naar mij toe. (…)
V: Heeft [verdachte] wel eens meebetaald aan de kosten thuis?
A: Nee.
V: Heb jij hem wel eens geld gegeven?
A: Ja hij dwingt mij dat ik geld aan hem moet overmaken. Of hij gaat naast mij staan dat ik geld over moet maken. Hij bekijkt steeds mijn bankrekening.Als ik geen geld overmaak gaat hij van alles gooien en dan gaat hij slaan. Hij blijft mij bellen en appen. Of hij dreigt mij via de telefoon als ik zo thuis kom dan zie je het wel. Soms zit ik weken zonder geld omdat meneer mijn geld op maakt. Hij zegt lenen, lenen maar ik heb nog geen cent terug gekregen. (…)
V: Ben je bij een huisarts geweest?
A: Ik ben nooit naar de huisarts geweest maar ik heb wel gebeld. Hij heeft mij een tafel gegooid. Die kwam op mijn grote teen. Toen bloedde mijn nagel heel erg. En nu is mijn nagel eraf. Hij heeft voor mij de eerste hulp gebeld. (..) En een keer had hij alcohol in mijn ogen gegooid.
[slachtoffer] is op 12 mei 2021 gehoord door de politie. Uit het over dit verhoor opgemaakte proces-verbaal blijkt onder meer het volgende:
Ik heb 500 euro van hem gekregen en moest het meteen pinnen en aan hem terug geven. Verder heeft hij twee keer 300 euro overgemaakt. Dit geld is ook aan hem opgemaakt. (…) Ik moest hem elke dag 50 euro geven. Ik zit nu zonder geld, omdat mijn geld op is.
V: Wat heeft hij jou dan aangedaan?
A: Hij kleineerde. Ik was als een slaaf voor hem.
V: Wat maakt het onmenselijk?
A: Dat iemand jou kan mishandelen of slaan en dat het hem niets deed. (…) Hij gooide dingen met eten en gooide met eieren. Het deed hem helemaal niets. (…) Als ik mijzelf verdedigde moest ik mijn bek dicht houden. (…) Anders werd ie kwijt en begon met dingen te gooien.Twee salontafels met deksels. De krukjes die daar staan. Ik had veel dingetjes die hij kapot heeft gemaakt. Alles werd naar mij gegooid. (…) Hij heeft ook met waterkoker gegooid met heet water erin. (…) Ik loop op eieren in mijn eigen huis. Dit huis is overgenomen door [verdachte] . [verdachte] is de baas in huis geworden.(…)
V: Gisteren heb jij tegen een collega verklaard dat jij door [verdachte] bedreigd werd met een mes. Wat kun je daar over verklaren?
A: Hij legde het mes dwars op mijn keel. Dit deed hij met de snijvlak.
V: Hoe vaak heeft hij dat gedaan?
A: 2 a 3 keer. Dit deed hij als hij geen geld kreeg en werd hij boos. Hij werd boos als ik ook iets tegen hem zei. Ik moest mijn mond houden. Ik mocht niet praten.
V: Welke keer was het heftigste?
A: Toen was mijn dochter erbij. Het was die keer dat ik hem geen geld wilde geven. Mijn dochter was toen in mijn slaapkamer. Hij had mij toen geslagen. Mijn dochter huilde en was verdrietig. Ik ben toen naar haar kamer gegaan en heb geprobeerd om mijn dochter te troosten. [verdachte] had toen een mes gepakt en kwam naar mijn kamer waar mijn dochter bij was. Ik hoorde [verdachte] tegen mij zeggen: “Ik maak jou dood”. (…)
V: Wat deed hij toen hij jou keel vastpakte?
A: Hij kneep mijn keel dicht, zodat ik niet kon ademhalen. Hij riep ook weer: ”lk maak je dood”. Terwijl hij dit deed en zei, tilde hij mij ook op bij mijn keel. Ik kwam met mijn voeten van de vloer.(…)
V: Je hebt de vorige keer verklaard dat [verdachte] een filmpje van jou heeft. Wat staat daar op?
A: Hij heeft filmen en foto’s. Hij heeft blootfoto’s van mij van mijn boven lichaam. Van mijn borsten, mijn buik en mijn gezicht. Hij heeft mij video gebeld. Via de telefoon wilde hij dat ik mijzelf ging aanraken en mijn bovenlichaam bloot liet zien. Hij bleef door dwingen dat ik het deed. En daar heeft hij screenshots van gemaakt. En hij heeft een filmpje. Hij lag op de bank. Wij hadden... Ik was met mijn rug naar hem toe op de bank. Ik zat op zijn lui. Hij had seks met mij op die manier. Toen had ik het gevoeld dat hij filmde. Ik zei waar ben je mee bezig. Hij zei ik heb niets gedaan. En een paar maanden later werd hij kwaad op mij. Hij liet mij foto’s en video zien en toen zei hij als jij mij het huis uit stuurt dan zet ik dit op facebook en dan ziet mijn hele familie en Kanaleneiland mij.
[slachtoffer] is op 3 november 2021 gehoord bij de rechter-commissaris. In het hierover opgemaakte proces-verbaal is onder meer het volgende gerelateerd:
V: Was er vanuit uw optiek ook sprake van een liefdesrelatie?
A: Ja, op een gegeven moment wel. ik begon ook wat voor hem te voelen.
V: Er is wel sprake geweest van vrijwillige seks?
A: In het begin is het wel vrijwillig geweest.
Hij heeft even bij zijn zus in huis gewoond en in augustus 2020 is hij weer bij mij gekomen. Het was in de avond en ik wilde niet opendoen voor hem. Hij bleef mij maar berichtjes sturen met dreigementen. [verdachte] stond toen op het balkon aan de achterkant en sloeg hard op de ruiten en schreeuwde dat ik open moest doen. Hij zei dat hij mij anders zou vermoorden en dreigde om naaktfoto's online of op Facebook te zetten van mij en te sturen naar familie. Op een gegeven moment heb ik hem toch binnen gelaten omdat hij op het raam bleef slaan en bleef dreigen. Hij is toen op de bank gaan liggen en is nooit meer weggegaan tot hij is aangehouden op 28 april.
Op 1 mei 2021 hebben verbalisanten [slachtoffer] thuis bezocht. Bij dit bezoek heeft [slachtoffer] een aantal verklaringen afgelegd en screenshots uit haar telefoon met bankafschrijvingen aan de verbalisanten overgelegd. Uit het proces-verbaal van bevindingen dat over dit bezoek is opgemaakt blijkt onder meer het volgende:
[slachtoffer] heeft verklaard: "In totaal heb ik € 1150,- via de bewindvoerder van [verdachte] ontvangen. Maar nadat dit geld op mijn rekening werd gestort moest ik dit van hem direct aan hem overmaken. Dit was onder druk. Ook heb ik, naast bedragen naar hem te hebben overgemaakt onder druk, ook bedragen moeten pinnen en hierna aan hem moeten geven."
Van de overboekingen van [slachtoffer] aan [verdachte] zijn screenshots gemaakt door mij, verbalisant [verbalisant] , en bijgevoegd aan dit proces-verbaal van bevindingen.
REKENINGNUMMERS
[rekeningnummer] - Rekeningnummer van [slachtoffer]
[rekeningnummer] - Rekeningnummer van [verdachte]
Op de screenshots staan overboekingen vermeld naar het rekeningnummer van verdachte in de periode van 7 februari 2020 tot en met 26 april 2021.
De dochter van [slachtoffer] , [getuige 2] , is onder meer op 12 mei 2021 gehoord als getuige. Uit het over dit verhoor opgemaakt proces-verbaal blijkt onder meer het volgende:
V: Als hij boos werd, wat deed hij dan?
A: Hij gooide bijvoorbeeld het eten op mijn moeder of tegen de muur.
V: Wat schreeuwt hij dan?
A: Hij scheldt en hij zegt slechte dingen over mijn moeder. Ook zodat ik het hoor en slecht over haar ga denken.
V: Ik hoorde je net ook zeggen dat hij geld wilde van je moeder. Vertel eens hoe dat ging?
A: Dan gaat hij naar mijn moeder en vraagt eerst zachtjes om geld, zodat ik het niet hoor. Later zegt hij dan harder. Mijn moeder zegt altijd nee. En dan wordt hij weer boos. Als hij dan boos wordt, geeft mijn moeder uiteindelijk wel want anders maakt hij weer allemaal dingen kapot. (…)
V: En het abonnement die hij zelf had, van die Iphone, die betaalde je moeder ook?
A: Ja. Ze werd gedwongen. (…) Hij had filmpjes van haar en als zij niet zou betalen, dan zou hij ze op facebook zetten.
V: Wat heb jij daar zelf van gehoord, dat hij dat zei?
A: Dat zegt hij vaak, vooral als hij gaat schreeuwen. Ik heb dat van hem zelf gehoord. (…)
V: Wat voor filmpjes zijn het?
A: Filmpjes zonder kleren, naakt. (…)
A: Wat ik heb gezien is; als je in de gang staat kon ik zien dat hij wel eens een schroevendraaier in de deur sloeg en tegen mijn moeder zei 'lekker voor je’. Hij gooide dan met dingen. Hij had ook toen de tafel op mijn moeder gegooid. Het tafelblad zit los namelijk. Hij gooide die tegen haar benen aan. (…) Hij sloeg haar wel eens, hij heeft haar ook wel eens in haar buik getrapt. Ik heb het één keer zelf gezien. Hij ging mijn moeder trappen in haar buik en hij schopte haar op haar bovenbeen. Als hij boos wordt, gooit hij eerst met dingen en als hij dan nog bozer wordt, gebeurt zoiets. Ik denk dat hij in de week 1,2 of 3 keer boos wordt. En van die 1,2 of 3 keer is het dan ongeveer 1 of 2 keer dat hij mijn moeder slaat. (…)
V: Wat was de allerergste keer die jij je kan herinneren?
A: Ik was toen in mijn moeders kamer met haar. Hij was weer boos geworden. Ik zat bij mijn moeder. Hij pakte een mes en zei tegen ons dat hij ons dood ging maken.
Uit een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] van 4 mei 2021 blijkt onder meer het volgende:
23 april 2021, kwam ik [slachtoffer] weer tegen.(…) Vervolgens vroeg ik aan [slachtoffer] hoe het kwam dat zij zo moeilijk liep. Ik hoorde [slachtoffer] tegen mij verklaren dat [verdachte] de dag er voor door het lint was gegaan. [verdachte] zou haar geslagen en geschopt hebben op haar ribben en buik. Ook had hij geprobeerd op haar hoofd te schoppen terwijl zij op de grond lag. [slachtoffer] verklaarde dat zij haar hoofd had beschermd met haar armen. Toen zij mij dit vertelde zag ik, dat zij een blauwe linker pols had. (…) Ik zag dat [slachtoffer] haar linker mouw oprolde. Ik zag dat de kleur van de blauwe plek diep blauw was. Tevens zag ik dat zij ook een blauwe plek had onder haar linkeroog.
Getuige [getuige 3] is op 3 november 2021 aanvullend gehoord bij de rechter-commissaris. Uit het over dit verhoor opgemaakte proces-verbaal blijkt onder meer het volgende:
lk heb haar een keer zelf behandeld. Toen kwam ze op slippers naar het buurthuis en toen vroeg ze of ik haar wilde helpen. Haar teen was helemaal kapot. Ze had aangegeven dat er een tafel op gevallen was. Toen ik bezig was met die teen, zag ik blauwe plekken op haar benen en armen.
Uit een aantal geneeskundige verklaringen die zich in het dossier bevinden blijkt onder meer het volgende:
Spoedpost Utrecht. [slachtoffer] Telefonisch consult 30 augustus 2020. Desinfectie alcohol in beide ogen gekregen.
Utrecht, 2 juli 2021. Datum waarop [slachtoffer] werd onderzocht: 22 juni 2021. Is geslagen op hoofd/rug met deegroller.
Spoedpost Utrecht. 21 maart 2021. [slachtoffer] . Klacht/beloop: tafel met houten deksel bovenop op li grote teen gevallen. Zojuist gebeurd. Nagel zit deels los, bloedt matig.
[getuige 2] heeft geluidsopnamen gemaakt in de woning waar verdachte, [slachtoffer] en zij verbleven. De politie heeft deze geluidsopnamen uitgeluisterd en daarover in een aantal processen-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
NNM = [verdachte]
NNV: Tuurlijk ga ik schreeuwen, jij int mijn geld; tuurlijk ga ik schreeuwen. Waarom zou ik niet schreeuwen? Je hebt mij kaal geplukt.(…) Ik heb 6 jaar geld aan jou gegeven en doet niets voor mij. (…)
NNM: Met je grote bek, kankerslet. Stuur mij geld dan. Hoer.(…)
NNM: Jij bent nog aan het schreeuwen. Is goed. je wil dus een pak slaag.(…)
NNM: Ik heb jou gewaarschuwd: [slachtoffer] . het gaat mis. [slachtoffer] , op een gegeven moment ga ik boos worden [met iets slaan].
Verdachte heeft ter terechtzitting onder meer het volgende verklaard:
Ik heb [slachtoffer] in de pleegperiode geduwd en weleens geslagen met de platte hand. Ik ben de mannelijke persoon die is te horen op de door de politie uitgeluisterde geluidsfragmenten. [slachtoffer] heeft meermaals geld naar mij overgemaakt.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen feit 2
Uit bovenstaande bewijsmiddelen blijkt onder meer dat verdachte op verschillende momenten met (bedreiging met) geweld geld afhandig heeft gemaakt van [slachtoffer] . Daarbij heeft verdachte gebruikgemaakt van psychisch(e) en fysiek(e) overwicht/druk die verdachte heeft gecreëerd en in stand heeft gehouden door (jarenlang en stelselmatig) geweld en bedreiging met geweld, waardoor er voor [slachtoffer] een situatie is ontstaan waarbij zij zich niet kon verzetten tegen de dwang om geld aan verdachte af te geven. De ten laste gelegde afpersing kan voor wat betreft de afpersing van geld dan ook zonder meer worden bewezen verklaard. Verdachte heeft door dit geweld en de bedreiging met geweld ook bij [slachtoffer] afgedwongen dat hij van haar woning en andere voorzieningen gebruik kon maken. Het door de verdediging geschetste alternatieve scenario, namelijk dat [slachtoffer] haar geld grotendeels vrijwillig heeft afgestaan aan verdachte zodat verdachte dit kon uitgeven ten behoeve van de gemeenschappelijke huishouding, is niet aannemelijk geworden. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat [slachtoffer] de bedragen niet vrijwillig heeft afgegeven. Wat verdachte vervolgens met het geld heeft gedaan en of hij dat (deels) voor de gemeenschappelijke huishouding heeft uitgegeven, acht de rechtbank niet relevant nu dat de strafbaarheid van het afdwingen door geweld en bedreiging met geweld niet wegneemt.
Omdat [slachtoffer] niet duidelijk heeft verklaard vanaf welk moment verdachte haar heeft afgeperst, heeft de rechtbank als startdatum van de pleegperiode gekozen de datum waarop [slachtoffer] blijkens het dossier voor het eerst geld heeft overgemaakt naar verdachte.
Bewijsoverweging feit 3
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer] voor zover deze zien op de onder dit feit ten laste gelegde mishandelingen consistent en duidelijk zijn geweest. Deze verklaringen vinden bovendien steun in meerdere, onafhankelijke bewijsmiddelen, op de wijze als hiervoor is weergegeven. De rechtbank acht daarom de verklaringen van [slachtoffer] betrouwbaar, gebruikt deze voor het bewijs, en acht feit 3 wettig en overtuigend bewezen.
Bewijsmiddelen feiten 4 en 5
In een proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 27 januari 2020 is onder meer het volgende gerelateerd:
Op 31 januari 2020 om 08:00 uur stelde ik naar aanleiding van een MMA-melding een onderzoek in op het adres [adres] , [woonplaats] , vanwege een verdenking van overtreding van de Opiumwet. (…) Op 3 juli 2020 heeft de pandbeheerster van Mitros aangifte gedaan van diefstal van stroom. In de aangifte is ook de voorgeschiedenis van de meldingen verwerkt. (…) In voornoemde woning werd op woensdag 24 juni 2020 (…) binnengetreden krachtens een op woensdag 24 juni 2020 afgegeven machtiging van de hulpofficier van justitie, [B] . (…) Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij aanwezig was, waarvan de planten kennelijk waren geoogst. In de woning waren geen hennepplanten meer aanwezig.De woning bestaat uit één (1) kamer. Deze kamer was geheel ingericht als hennepkwekerij. In de ruimte zelf waren geen hennepplanten meer aanwezig. Wel lag op de grond meerdere hennepafval. Hiermee wordt bedoeld; hennepstekjes, hennepbladeren, henneptakjes en hennepgruis. Ik rook in de woning een waarneembare hennepgeur. De woning stond vol met hennep gerealiseerde goederen. Ik zag onder andere; koolstoffilters, slakkenhuizen, potten, jerrycans met groeimiddelen, ventilatoren, thermo/hygro meter, knipscharen, potgrond, lampen etc. in de woning lagen. Ook zag ik dat er een ongewone elektriciteitskabel zichtbaar vanuit de gemeenschappelijke meterkast was aangebracht en uitkwam in de woning van de verdachte. Ik zag dat deze kabel uitkwam in kamer [kamernummer] van de [adres] . Deze kabel was bijgemaakt om illegaal stroom af te tappen via de gezamenlijke stroomkabel van alle woningen in het gebouw. (…) Na het binnentreden zag ik het volgende: de woning was helemaal ingericht als kweekruimte. Op het moment van aantreffen was de hennepkwekerij niet in gebruik. Voor de belichting werd gebruik gemaakt van kunstlicht, geschakeld op tijdklokken. Ik zag dat er meerdere assimilatielampen in de woning lagen. De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie. Voor het kweken van de hennepplanten werd gebruik gemaakt van speciaal verrijkte aarde en potgrond. Voor het kweken van de hennepplanten werd gebruik gemaakt van hydrocultuur met als kweeksubstraat steenwol. (…) In de woning lagen overal hennepresten en gebruikte potgrond. Tevens stonden er 155 lege, zwarte kweekpotten.(…)
Ik constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het resten van hennepplanten waren die ik aantrof in de woning. Ook trof ik in de woning een hennepstekje aan op de grond. Ik constateerde, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm, en daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen hennepresten, delen van hennepplanten waren. (…) De elektriciteitsvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door [fraude-inspecteur] , fraude-inspecteur bij de netbeheerder Stedin Netbeheer, in mijn aanwezigheid. Hierbij werd geconstateerd dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat in de gemeenschappelijke meterkast was een extra kabel was bij gemaakt. Deze kabel kwam uit in de kamer van [kamernummer] . (…) Als verdachte is aangemerkt: [verdachte] . Sinds 26 februari 2018 stond de verdachte volgens de Gemeenschappelijke basisadministratie ingeschreven op de [adres] (kamer [kamernummer] ).
In een proces-verbaal van aangifte door [aangever] namens woningbouwvereniging Mitros met bijlagen van 3 juli 2020 is onder meer het volgende gerelateerd:
29 januari 2020, wilde Stedin een meting doen in de meterkast op de achterste verdieping. Ik hoorde dat de medewerker verklaarde dat hij een vermoeden had van criminele activiteiten. (…) Ik hoorde dat de medewerker van Stedin verklaarde dat er vermoedelijk iets speelde in de kamer op [kamernummer] .
In februari kreeg ik een melding van een buurtbewoner dat de bewoner van [kamernummer] vermoedelijk aan het verbouwen was. (…)
De bewoner die daar ingeschreven staat is;
[verdachte] (…)
Buiten zag ik hem(de rechtbank begrijpt: verdachte)
nog met een Ikea kar lopen met bouwmaterialen daarop.
(…)Op 27 mei 2020, kreeg ik van een buurtbewoner een appje met foto's. Hierop was te zien dat er meerdere hennepresten op de grond lagen voor de woning van [kamernummer] . Ik ben hierop de camerabeelden uitgekeken. Ik zag dat [verdachte] uit de lift kwam lopen met nog een jongen. Ik zag dat die jongen iets zwaars en groot in zijn handen had met daarover een doek. Ik zag dat [verdachte] een tas in zijn had. (…) Op 19 juni 2020, kreeg ik een melding van een buurtbewoner dat er sleepgeluiden te horen waren afkomstig vanuit de woning van [kamernummer] . Tevens kreeg ik te horen dat er potgrond op de grond lag voor de woning van [kamernummer] . Deze potgrond lag verspreid door de hele gang tot aan de lift. Op 22 juni 2020, ben ik weer de camerabeelden uit gaan kijken vanuit het pand. Wij hebben camera's hangen beneden die zicht hebben op de liften, in de gemeenschappelijke hal en bij de afvalcontainers. Ik zag op de beelden dat [verdachte] met nog twee jongens uit de lift kwamen lopen. (…) Ik zag dat ze twee winkelwagens en een Ikea kar bij zich hadden. Ik zag dat deze twee winkelwagens en kar helemaal vol zaten met vuilniszakken. Ik zag dat ze vervolgens via de hal naar de afvalcontainers liepen. (…) Ik ben vervolgens naar de containers gelopen. Ik zag direct de eerdergenoemde vuilniszakken liggen. Ik zag dat er potgrond en hennepresten in zaten. Ook zag ik een(l) stekje bovenop liggen.(…) In totaal is er aan elektriciteit 41073 KWH gebruikt t.b.v. deze hennepkwekerij.
In een proces-verbaal van bevindingen van 17 juli 2020 is onder meer het volgende gerelateerd:
Ik heb onderzoek gedaan naar de container waarin de vuilniszakken gegooid zijn. Ik zag dat de container helemaal vol zat en dat er geen andere vuilniszakken bij konden. Ik zag dat de eerder genoemde vuilniszakken helemaal vol zaten met potgrond en resten van hennep. Tevens zag ik bovenop een vuilniszak een hennepstekje liggen. Ik zag dat deze potgrond, resten van hennep en hennepstekje overeen kwamen met de aangetroffen potgrond, resten van hennep en het hennepstekje die ik aangetroffen had in de woning van huisnummer [kamernummer] .
De bewoner van de woning gelegen tegenover de woning waarin de hennepkwekerij is aangetroffen, [getuige 4] , is als getuige gehoord op 30 juni 2020. In het over dit verhoor opgemaakte proces-verbaal is onder meer het volgende gerelateerd:
Ik ben woonachtig op de [adres] , kamernummer [kamernummer] . In 2017 kreeg ik een andere buurman in kamer [kamernummer] .(…) Ik zag hem soms voorbijlopen in de hal en op de gang en ik hoorde sloop geluiden. Het klonk alsof er muren werden weggehaald. (…) De laatste keer was ongeveer in januari of februari in 2020. (…) Op een gegeven moment zag ik hem weer voorbijkomen met wat spullen die hij naar een busje bracht. (…) Dit gebeurde ongeveer maart of april in 2020.
Verdachte heeft ter terechtzitting van 13 december 2021 onder meer het volgende verklaard:
In de onder feit 4 ten laste gelegde pleegperiode huurde ik de woning waarin op 24 juni 2020 door de politie een hennepkwekerij is aangetroffen.
Bewijsoverwegingen feit 4 en 5
Vormverzuim?
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging inhoudende dat op 24 juni 2020 door de politie onrechtmatig is binnengetreden in de woning gelegen aan de [adres] , kamernummer [kamernummer] . Uit de bewijsmiddelen volgt dat na de MMA-melding van 28 januari 2020 diverse meldingen zijn gedaan waaruit een redelijk vermoeden van schuld aan een Opiumwet-feit kon volgen. Anders dan door de verdediging is betoogd, is de woning binnengetreden met een machtiging tot binnentreden van de hulpofficier van justitie [B] . Hiermee is sprake geweest van een rechtmatige doorzoeking. Nu de rechtbank in tegenstelling tot de verdediging niet van oordeel is dat er in het kader van de doorzoeking vormverzuimen zijn begaan, behoeft het verzoek van de verdediging tot bewijsuitsluiting geen verdere bespreking, en kunnen de feiten 4 en 5 op grond van bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend worden bewezen.
Telen, bereiden, bewerken en verwerken hennep
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij de woning in gebruik had gegeven aan iemand anders en dat verdachte pas in april 2020 heeft ontdekt dat er een hennepkwekerij in de woning was aangebracht. De rechtbank acht deze verklaring in het licht van de bewijsmiddelen niet aannemelijk. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte in de tenlastegelegde periode meerdere keren bij de woning is geweest en dat hij degene is geweest die de hennepkwekerij heeft opgebouwd. Meerdere getuigen hebben hem immers met bouwmaterialen gezien. Verder zijn er foto's waaruit blijkt dat hij zelf - samen met iemand anders - de hennep heeft opgeruimd. Hieruit kan niet anders worden afgeleid dan dat verdachte de hennep heeft geteeld, bereid, bewerkt en verwerkt.
Diefstal stroom
Uit de bewijsmiddelen die hiervoor zijn weergegeven leidt de rechtbank af dat verdachte in een woning die hij huurde een hennepkwekerij heeft opgezet, ingericht en onderhouden. Niet is gebleken dat een ander dan verdachte hiervoor (mede) verantwoordelijk was. De hennepkwekerij was voorzien van een illegale elektriciteitsaansluiting die de hennepkwekerij van de noodzakelijke stroom voorzag. De rechtbank is van oordeel dat onder deze omstandigheden het niet anders kan zijn dan dat verdachte degene is geweest die de elektriciteit heeft gestolen.