Overwegingen
1. Eiseres woont aan het [adres] in [woonplaats] en is huurder van de woning. Verweerder heeft van de politie informatie ontvangen over de woning. Op 30 juni 2020 heeft de politie in het kader van een strafrechtelijk onderzoek de woning van eiseres doorzocht. Van deze huiszoeking is onder meer een bestuurlijke rapportage opgesteld, die aan partijen ter beschikking is gesteld. Een aanvullende rapportage is opgesteld op 5 februari 2021. In de rapportage staat vermeld dat in de woning in totaal 123,31 gram harddrugs is aangetroffen. Het ging daarbij om MDMA, methamfetamine en amfetamine. Ook werden er een weegschaal, notities met betrekking tot de productie van verdovende middelen, verpakkingsmaterialen,
€ 7.690,- aan contant geld en een geldtelmachine aangetroffen. De partner van eiseres is als verdachte door de politie aangehouden. Hij wordt ook in verband gebracht met het aantreffen van een handelshoeveelheid drugs in de woning van zijn moeder. Op basis van deze informatie heeft verweerder op grond van artikel 13b van de Opiumwet en zijn beleidbij het primaire besluit besloten om de woning van eiseres voor de duur van drie maanden te sluiten.
2. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en de voorzieningenrechter verzocht om te bepalen dat de werking van het primaire besluit wordt geschorst totdat er op het bezwaar is beslist. Bij uitspraak van 23 maart 2021 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank het verzoek afgewezen.Op 6 april 2021 is de woning feitelijk gesloten voor een periode van drie maanden.
3. Verweerder heeft het bezwaar tegen het primaire besluit ongegrond verklaard. Eiseres bestrijdt niet dat verweerder bevoegd is om de woning te sluiten, omdat er een aanzienlijke handelshoeveelheid harddrugs en hulpmiddelen bij drugshandel is aangetroffen in de woning. De psychische en mentale situatie van eiseres is voor verweerder echter geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen en een lichtere maatregel op te leggen, zoals een voorwaardelijke sluiting of een last onder dwangsom. Het kan eiseres worden verweten dat er drugs in haar woning zijn aangetroffen. Eiseres wist of behoorde te weten dat dit voor problemen zou kunnen zorgen. Haar ontkenning over enige kennis van aanwezigheid van drugs en drugshandel vindt verweerder ongeloofwaardig, gelet op het feit dat het een eenkamerappartement is en het feit dat haar partner de beschikking had over een gehuurde Mercedes, terwijl hij geen legale inkomsten had. De in bezwaar overgelegde brieven van betrokken personen om haar heen maken duidelijk dat eiseres belang heeft bij een stabiele woonsituatie, maar hieruit volgt niet dat zij niet tijdelijk elders een veilige woonplek kan krijgen en dat zij wordt gehinderd in de behandeling van haar (psychische) problematiek. De verklaringen missen een deskundigheidsoordeel met de conclusie de sluiting onevenredige gevolgen zou hebben voor eiseres. Stadsteam Back Up is bereidwillig om met eiseres te zoeken naar een tijdelijke verblijfplaats, zodat zij niet dakloos wordt. De persoonlijke omstandigheden zijn volgens verweerder niet zodanig dat dit een afwijking van het beleid rechtvaardigt.
4. Eiseres heeft aangevoerd dat het bestreden besluit niet op een zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. Haar persoonlijke belang bij het niet sluiten van de woning moet zwaarder wegen dan het meer maatschappelijke belang dat is gediend bij het wel sluiten van haar woning. Zij bestrijdt het standpunt van verweerder dat haar een verwijt kan worden gemaakt van het aanwezig hebben van drugs in haar woning en dat zij dit wist of behoorde te weten. Verder geeft zij aan dat zij door verschillende instanties en personen van de gemeente Utrecht wordt bijgestaan met het op de rit krijgen en houden van haar leven. Eiseres begrijpt niet hoe het zo kan zijn dat er aan de ene kant verschillende instanties van de gemeente Utrecht te hulp schieten en dat aan de andere kant de burgemeester de woning sluit. Met het besluit van de burgemeester komt het werk dat is verricht door deze instanties, samen met eiseres, onder grote druk te staan en wordt zo de kans vergroot dat eiseres een aantal stappen terugzet. Veel meer nog dan voor anderen is voor eiseres een stabiele woonsituatie belangrijk, zodat zij niet begrijpt dat verweerder het standpunt inneemt dat de brieven die zij in bezwaar heeft overgelegd slechts duidelijk maken dat eiseres een stabiele woonsituatie nodig heeft. Eiseres wijst met name op de brief van haar ambulant hulpverlener bij Stadsteam Back Up, van 3 februari 2021. Daarnaast is in het geheel niet duidelijk geworden welke overlast er nu precies uitging van de woning aan het [adres] . Dat het adres niet ‘bekend’ was kan alvast worden afgeleid uit de omstandigheid dat de buurman van eiseres haar vroeg naar het aanplakbiljet op de woning waarop de sluiting werd vermeld.
5. De periode van sluiting van de woning is inmiddels verlopen op 6 juli 2021 en eiseres woont weer in de woning. Daarom komt de vraag op welk belang zij op dit moment bij deze procedure heeft. Op zitting is verklaard dat zij, afhankelijk van de uitspraak van de rechtbank, zal bekijken of er schade is. Daarom staat vast dat eiseres in deze procedure geen verzoek om schadevergoeding heeft ingediend en ook niet heeft gesteld is dat er schade is. Verweerder heeft betwist dat er sprake is van procesbelang.
6. Omdat de sluiting van de woning achter de rug is, kan eiseres met haar beroep niet bereiken dat van sluiting wordt afgezien. Zij kan met haar beroep dus niet dat resultaat bereiken. Op dat punt heeft zij dan ook geen procesbelang. De rechtbank overweegt dat als eiseres procesbelang wil kunnen ontlenen aan geleden schade, deze schade wel enigszins aannemelijk moet zijn gemaakt. Eiseres heeft op dit moment niet op zekere hoogte aannemelijk gemaakt dat schade is geleden en in zoverre heeft zij ook geen procesbelang. Desondanks neemt de rechtbank procesbelang aan omdat eiseres rechtsbescherming heeft gevraagd tegen de sluiting van haar woning, waarmee een grondrecht in geding is.
7. Tussen partijen is niet in geschil dat verweerder op grond van artikel 13b van de Opiumwet in beginsel de bevoegdheid had om de woning te sluiten. Als wordt uitgegaan van de bevoegdheid van verweerder ligt vervolgens ter beoordeling voor of verweerder in dit geval ook in redelijkheid van deze bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken. In dat verband moet in de eerste plaats aan de hand van de ernst en omvang van de overtreding worden beoordeeld in hoeverre sluiting van de woning noodzakelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat bij de woning en het herstel van de openbare orde. In de tweede plaats moet worden beoordeeld of de sluiting evenredig is. Hierbij moeten onder meer de verwijtbaarheid en de gevolgen van de sluiting in aanmerking worden genomen.
Is woningsluiting noodzakelijk en evenredig?
8. De rechtbank stelt voorop dat op basis van de aangetroffen hoeveelheid drugs, te weten 123,31 gram harddrugs, mag worden verondersteld dat de woning een rol vervulde binnen de keten van drugshandel. Verweerder heeft er terecht op gewezen dat dit op zichzelf al een belang oplevert bij de sluiting van de woning. Het aantreffen van een weegschaal, notities met betrekking tot de productie van verdovende middelen, verpakkingsmaterialen, € 7.690,- aan contant geld en een geldtelmachine in de woning, ondersteunen verweerders aanname dat de woning van eiseres een rol speelde in het handelscircuit. Op grond van deze omstandigheden heeft verweerder in redelijkheid kunnen besluiten dat de sluiting noodzakelijk is voor het herstellen van de openbare orde om het woon- en leefklimaat bij de woning te beschermen.
9. Eiseres heeft aangevoerd dat de noodzaak om te sluiten niet meer aanwezig was gelet op het tijdsverloop tussen de inval in haar woning in juni 2020 en sluiting in april 2021. Ook zouden er geen klachten zijn over haar woning, zodat verweerder had kunnen volstaan met een lichtere maatregel.
10. De rechtbank stelt vast dat na de inval in haar woning op 30 juni 2020 op 8 januari 2021 door verweerder een voornemen is uitgebracht om de woning te sluiten, nadat verweerder op 4 januari 2021 op de hoogte was gebracht van de situatie in de woning van eiseres. Naar aanleiding van de zienwijze heeft verweerder nadere informatie gevaagd aan de politie en is een aanvullende bestuurlijke rapportage opgemaakt op 5 februari 2021. De rechtbank overweegt dat het tijdsverloop niet zo lang is dat daaruit al volgt dat sluiting niet meer noodzakelijk is. Het tijdsverloop doet in dit geval niet af aan de noodzaak om de woning te sluiten. De rechtbank stelt op dit punt vast dat verweerder in de vertraging wel aanleiding heeft gezien om de duur van de sluiting te verkorten van zes maanden, zoals was opgenomen in het voornemen, naar drie maanden. Dat niet is gebleken van klachten over de woning van eiseres betekent niet er geen noodzaak bestaat om de woning te sluiten, gelet op hetgeen is aangetroffen in de woning en hiervoor is overwogen.
11. De conclusie is dan ook dat verweerder de sluiting noodzakelijk heeft mogen vinden om het woon- en leefklimaat te herstellen en de openbare orde te herstellen.
12. Nu sluiting van de woning in beginsel noodzakelijk is, moet de rechtbank vervolgens beoordelen of de sluiting ook evenredig is. Daarbij speelt een rol of eiseres van de overtreding een verwijt kan worden gemaakt. Verweerder heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat eiseres geweten moet hebben dat drugs in haar woning aanwezig waren en dat haar een persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. Uit de bestuurlijke rapportages blijkt dat de woning van eiseres een eenkamerappartement is en dat goederen die te relateren zijn aan drugshandel ruimschoots in deze woning aanwezig waren. Het gaat hierbij om goederen zoals verdovende middelen, een weegschaal, notities met betrekking tot de productie van verdovende middelen, verpakkingsmaterialen, duizenden euro’s contant geld en een geldtelmachine. Deze werden onder meer aangetroffen in de vriezer, op de tafel, in een kast in de woonkamer en onder het bed. Verweerder mag er daarom vanuit gaan dat eiseres, als bewoonster van deze eenkamerwoning, wist of had kunnen weten dat deze goederen in de woning aanwezig waren. Daarnaast trof de politie in de woning diverse vermogensbestanddelen aan in de vorm van designerkleding. Uit aangetroffen bonnen blijkt voorts dat er over de afgelopen vier jaren voor meer dan € 15.000,- aan contante betalingen zijn gedaan. In de woning werd tevens een contant geldbedrag van€ 7.690,- aangetroffen en beschikte eiseres op 30 juni 2020 over de sleutel van een nieuwe Mercedes. Het standpunt van eiseres op de zitting dat deze Mercedes een leaseauto was van de broer van haar partner heeft zij niet onderbouwd. Daarnaast ontving zij een uitkering van de gemeente Utrecht en had haar partner geen legaal inkomen. Zij heeft daar geen vragen bij gesteld. Verweerder heeft deze omstandigheden mogen betrekken bij de verwijtbaarheid. Verweerder heeft het daarom aannemelijk mogen vinden dat eiseres wist dat er harddrugs in haar woning aanwezig was en dat zij daarvan heeft geprofiteerd. Daarom heeft verweerder de overtreding volledig verwijtbaar mogen vinden.
13. In het kader van de evenredigheid heeft eiseres voorts aangevoerd dat de gevolgen van het besluit voor haar onevenredig zijn omdat de hulpverlening die zij ontving van Jellinek is gestaakt en de gemeentelijke hulpverlening werd opgeschort. Gelet op het geheel van feiten en omstandigheden heeft verweerder het belang om over te gaan tot woningsluiting zwaarder kunnen laten wegen dan de gevolgen die eiseres heeft ervaren. Verweerder heeft zich ook op het standpunt kunnen stellen dat uit de overgelegde informatie niet de conclusie kan worden getrokken dat eiseres door de tijdelijke sluiting van haar woning onevenredig wordt getroffen.
14. De rechtbank concludeert dat verweerder de woning van eiseres heeft mogen sluiten voor de duur van drie maanden. Hiertoe bestond een noodzaak en de sluiting was niet onevenredig. Het beroep is dan ook ongegrond.
15. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.