Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 april 2021;
- de akte houdende overlegging producties namens [eiseres] voor de rolzitting van 28 april 2021 inclusief productie 1 tot en met 39;
- de akte houdende overlegging producties namens [eiseres] voor de rolzitting van 30 juni 2021 inclusief productie 40 tot en met 47;
- de conclusie van antwoord inclusief productie 1 tot en met 9;
- de akte houdende vermindering eis namens [eiseres] voor de rolzitting van 20 oktober 2021 inclusief productie 48;
- de akte aanvullende producties namens [gedaagde] van 2 december 2021 inclusief productie 10 tot en met 18;
- de brief van 2 december 2021 namens [gedaagde] inclusief 1 productie.
- de aanvullende productie van 13 december 2021 namens [eiseres] .
2.Het geschil en de beoordeling
(2) dat [gedaagde] zichzelf meer loon heeft laten uitbetalen dan waar zij recht op had,
€ 27.881,44 en welke privé uitgaven daarnaast in deze procedure nog moeten worden beoordeeld.
3.De beslissing
22 december 2021