ECLI:NL:RBMNE:2021:6145

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 december 2021
Publicatiedatum
21 december 2021
Zaaknummer
16.024095.21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van gewapende overvallen op Vodafone winkels met adolescentenstrafrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 december 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met medeverdachten betrokken was bij twee gewapende overvallen op Vodafone winkels. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in 2002, met twee medeverdachten de feitelijke overvallers heeft aangestuurd. De overvallen vonden plaats op 17 en 29 november 2020, waarbij geweld en bedreiging met wapens werd gebruikt. De rechtbank heeft na een persoonlijkheidsonderzoek besloten om het adolescentenstrafrecht toe te passen, rekening houdend met de strafverzwarende omstandigheden zoals geweld, bedreiging met een wapen, en de kwetsbaarheid van de slachtoffers. De verdachte is veroordeeld tot 18 maanden jeugddetentie, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden. Daarnaast is er ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel opgelegd. De rechtbank heeft de betrokkenheid van de verdachte als medepleger van de overvallen bewezen verklaard, ondanks de verdediging die vrijspraak bepleitte. De rechtbank heeft de rol van de verdachte in de voorbereiding en uitvoering van de overvallen als substantieel beoordeeld, wat leidde tot de veroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.024095.21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 21 december 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2002] te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd te Forensisch Centrum Teylingereind,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 11 mei, 25 juni, 31 augustus, 14 september en 7 december 2021.
De inhoudelijke behandeling heeft plaatsgevonden op 31 augustus 2021, waarna het onderzoek is heropend op 14 september 2021, teneinde een enkelvoudig Pro Justitia psychologisch onderzoek (hierna: PO) over verdachte te laten opstellen. De inhoudelijke behandeling is hervat op 7 december 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie, mr. E. Wiersma, en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. D.A.W. Dekker, advocaat te Almere , naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1
primair
op 29 november in [vestigingsplaats] samen met anderen het filiaal van [winkel 1] aan de [adres] heeft overvallen, waarbij door geweld en/of bedreiging met geweld, iPhones, die toebehoorden aan [winkel 1] , van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zijn afgeperst;
subsidiair
in de periode van 20 tot en met 29 november 2020 in [vestigingsplaats] medeplichtig is geweest bij het plegen van die overval;
2
primair
op 29 november 2020 in [vestigingsplaats] samen met anderen het filiaal van [winkel 1] aan de [adres] heeft overvallen, waarbij door geweld en/of bedreiging met geweld tegen
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , iPhones, die toebehoorden aan [winkel 1] , zijn gestolen;
subsidiair
in de periode van 20 tot en met 29 november 2020 in [vestigingsplaats] medeplichtig is geweest bij het plegen van die overval;
3
primair
op 17 november 2020 in [vestigingsplaats] samen met anderen het filiaal van [winkel 1] aan de [adres] heeft overvallen, waarbij door geweld en/of bedreiging met geweld,18 iPhones, die toebehoorden aan [winkel 1] , van [slachtoffer 5] zijn afgeperst;
subsidiair
in de periode van 10 tot en met 17 november 2020 in [vestigingsplaats] medeplichtig is geweest bij het plegen van die overval;
4
primair
op 17 november 2020 in [vestigingsplaats] samen met anderen het filiaal van [winkel 1] aan de [adres] heeft overvallen, waarbij door geweld en/of bedreiging met geweld tegen
[slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] ,4 iPhones, die toebehoorden aan [winkel 1] , zijn gestolen;
subsidiair
in de periode van 10 tot en met 17 november 2020 in [vestigingsplaats] medeplichtig is geweest bij het plegen van die overval.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Feiten 1 en 2
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde, evenals het onder 2 primair en subsidiair ten laste gelegde. Het dossier bevat geen concreet bewijs voor een bijdrage van verdachte als medepleger of medeplichtige. Er kan niet worden bewezen dat er sprake is van een daadwerkelijke voorverkenning door verdachte. Hij heeft de lijst van gestolen telefoons daarnaast doorgestuurd gekregen (en niet aangemaakt of verder doorgestuurd) en de telefoon uit de buit heeft hij gekocht van een vriend.
Feiten 3 en 4
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 3 primair en 4 primair ten laste gelegde.
Medeverdachte [medeverdachte 1] had een initiërende, sturende rol en verdachte heeft geen wezenlijke bijdrage geleverd aan het delict. De bijdrage van verdachte is dan ook van onvoldoende gewicht om het medeplegen te kunnen bewijzen. Subsidiair verzoekt de raadsman om het onder 3 primair en 4 primair ten laste gelegde als één voortgezette handeling te beschouwen. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank wat betreft de bewezenverklaring van het onder 3 subsidiair en 4 subsidiair ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal hieronder toelichten waarom zij tot het oordeel komt dat het dossier wettig en overtuigend bewijs bevat voor de feiten 1 tot en met 4, alle in primaire zin. Dat doet zij in chronologische volgorde. Dat betekent dat de rechtbank eerst in zal gaan op de overval op
17 november 2020 (feiten 3 en 4, dossier Seaton) en vervolgens op de overval op 29 november 2020 (feiten 1 en 2, dossier Skeeby).
Alle hierna weer te geven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Feiten 3 primair en 4 primair
Bewijsmiddelen [1]
Op 17 november 2020 werd de [winkel 1] , gevestigd op [adres] te [vestigingsplaats] , overvallen. [2] Uit de
camerabeeldenvan [winkel 1] blijkt het volgende. Om 10:28 uur komen twee personen de [winkel 1] binnen lopen. De verbalisant beschrijft deze personen als volgt:
Verdachte 1:
-grijs vest met capuchon en donkere strepen op de mouwen
-Bivakmuts
-Donkere broek
-Blauwe schoenen
-Zwarte handschoenen
-Heeft een (vuur)wapen vast
Verdachte 2:
-Zwarte trui/vest met capuchon
-Bivakmuts
-Donkere broek
-Donkere schoenen
-Grijskleurige handschoenen
-Heeft een lang mes in zijn handen [3]
[slachtoffer 6]heeft verklaard dat een van de beide personen riep: Plat liggen! Dader 1 richtte het pistool op [slachtoffer 6] . Zij hoorde: Kluis. [4] [slachtoffer 6] zag dat dader 2 een groot mes vast had. [5]
[slachtoffer 5]zag een jongen op zich af lopen met een groot mes. Hij kwam naar haar toe en hield het mes voor zich in haar richting. Het was een machete. Ze hoorde hem zeggen: “Ik wil iPhones. Ik wil iPhones”. Hierop heeft ze de sleutels gepakt van de deur om de back-office in te gaan. Toen ze de kluis geopend had, kreeg ze van de jongen met het mes een Albert Heijn tasje aangereikt. Ze heeft toen iPhones in het tasje gedaan. Ze kreeg toen een ander tasje van hem. Ze begreep dat ze die tas ook met iPhones moest vullen. De jongen zei: "Schiet op." Hij heeft, denkt ze, 4 iPhones nog uit de kluis gepakt en die in de tas gedaan. [6] [slachtoffer 5] zag dat de andere jongen met gestrekte arm met daarin een wapen in de richting van haar collega’s wees. [7] Op camerabeelden is zichtbaar dat verdachte 1 zijn (vuur)wapen ook enige tijd heeft gericht op een van de medewerkers van de winkel die bij de deur van het magazijn staat (
de rechtbank leidt uit de beelden af: [slachtoffer 5]). [8]
[slachtoffer 9]zag twee jongens naar binnen rennen. Een van hen hield een mes vast. [slachtoffer 9] ging op de grond zitten met [slachtoffer 6] (
de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 6]). [slachtoffer 9] zag dat jongen 1 het pistool richting hen hield. [9]
[slachtoffer 7]heeft verklaard dat zij in de back-office zat. [slachtoffer 9] kwam binnen lopen. [slachtoffer 7] zag dat er iemand mee liep. Zij zag dat deze klant (
de rechtbank begrijpt: een overvaller) een groot mes in zijn hand had. Als bijlage is de lijst met gestolen telefoons gevoegd. [10] Hierop staan 22 iPhones. [11]
[slachtoffer 8]zag een jongen met een machete. Zij zag dat de tweede jongen een vuurwapen in zijn hand had. [12]
Op camerabeelden is te zien dat verdachte 2 uit het magazijn komt rennen en in zijn hand een big shopper heeft die bol staat. De verdachten rennen richting de uitgang. Zichtbaar is dat verdachte 2 ook een tas van Albert Heijn bij zich heeft. [13]
[medeverdachte 2]heeft het volgende verklaard:
A: Die jongen
(de rechtbank begrijpt: jongens)hadden wapens geregeld en een scooter. De dag van de overval zijn we naar de woning gegaan. Daar kregen we wapens en een scooter en toen gingen we. [14] Zij zeiden: Als je binnen bent, maak tempo en zeg gelijk dat je naar het magazijn wil. Ik deed een bivak op en [medeverdachte 3] had die al op, hij ging als eerste naar binnen en toen zei hij: “iedereen plat” en toen ging ik naar het magazijn en die tas vullen.
Wij gaven toen de tas aan die jongens.
V; Waar gaf je die tas?
A: In Stedenwijk midden. Zij stonden klaar. Dat was dezelfde plek als waar we de scooter en wapens kregen. Die jongens hebben de buit in de woning gezet. [15]
A: Ze zeiden in die steeg tegen ons dat iemand de telefoons zou inkopen. Ik zou die avond of de dag erop geld krijgen. Later bleek dat er alleen iPhones SE in die zak zaten dus toen werd het 1000 euro.
V: Heb je dat geld ook echt gekregen?
A: Ja. Diezelfde avond. [16]
V: [medeverdachte 3] had ten tijde van de overval geen telefoon. Wat weet jij daarvan?
A: Dat ik hem moest bereiken via [verdachte] . [17]
A: Ze zeiden bijna allemaal hetzelfde. Als je binnen bent ligt de buit daar. 1 iemand blijft voor, 1 gaat naar het magazijn. Laat het lukken. [18]
Toen hadden we op die 1e verdieping omgekleed. En toen zagen we die boys. Toen zeiden ze: jullie moeten splitten. We snappen je wanneer je het kan ophalen.
V: [verdachte] . Wat is zijn rol voor de overval?
A: Hij was degene die dingen ging regelen. [19]
V: Van wie heb jij geld gekregen bij de [winkel 2] ?
A: Van [verdachte] . [20]
A: Zowel [verdachte] als [bijnaam 1] zeiden even veel. [21]
A: Ze zeiden dat we niet met de bus moesten gaan.
V: Wie zei dat je moest splitten?
A: Dat zei [bijnaam 1] of [verdachte] , een van hen. [22]
[medeverdachte 3]heeft het volgende verklaard:
A: Toen kregen we handschoenen en een scooter en hebben ze ons alles uitgelegd. [23]
Daar is een steegje. Daar stonden de spullen klaar. Iemand rende naar een huis. Hij pakte die spullen, kwam weer naar buiten en tijdens die tijd dat hij in huis was kregen we uitleg wat we moesten roepen en de route. Toen hij terugkwam had hij een groot mes en een revolver voor mij. Er waren drie mensen, hij gaf die spullen, hij zei tegen mij: Jullie moeten het gewoon doen, moet gewoon lukken. Toen gingen we het doen. [24]
We gaven die zak met telefoons. Hij gaf die schoenen, hij zei trek deze aan nu, we trokken andere kleding aan. Ze zeiden, als jullie terugkomen, zet die scooter daar, jullie moeten omkleden want misschien krijg je achtervolging. We moesten splitsen. [25] [medeverdachte 2] kreeg 1000 euro. Ik zou 1500 krijgen. Een vriend van mij heeft dat geld opgehaald. [26]
V: Dus [verdachte] is 1 van die 3 personen. [27]
A: [verdachte] is 1 van hun ja.
V: Wat is zijn rol in deze overval?
A: Vertellen. Over de overval, hoe we het moesten doen, scooter op standaard zetten. [28] Hij kwam met een lepel en startte hem. Hij nam mij mee naar die scooter, hij start die scooter en die lepel in die buddy gezet.
V: Wie is dit? Verbalisant toont foto met nummer 2021-01
A: Dit is [bijnaam 1]
V: Wat was zijn rol?
A: Hij heeft alles georganiseerd. Hij was de baas. Alles kwam van hem. Aan hem moest ik de tas geven, hij zei tegen [verdachte] dat hij de scooter moest laten zien.
V: Was hij een soort leider?
A: Ja, hij stuurde iedereen aan, hij sprak tegen iedereen. Hij stuurde [medeverdachte 2] weg en zei tegen mij: Is het je eerste keer, je hoeft niet zenuwachtig te zijn, je krijgt dit en dat is jouw geld. [29]
[medeverdachte 2] had de tas vast, ik pakte de tas van [medeverdachte 2] , ik liep naar hen en gaf die tas aan [bijnaam 1] . [bijnaam 1] gaf mij zwarte Airforce schoenen.
V: Toen jullie aankwamen met de scooter, met de buit, wie stonden er toen?
A: [bijnaam 1] en [verdachte] , die stonden op ons te wachten. [30]
We hadden afgesproken met een paar jongens, die hebben me spullen gegeven. Toen zijn we naar de [winkel 1] gegaan, hebben we die spullen meegenomen, toen zijn we weer naar die plek gegaan en de spullen gegeven en de wapens, mes en scooter. [31]
V: En de rol van [bijnaam 1] ?
A: Hij zei tegen [verdachte] dat hij de route moest zeggen. Tegen die andere jongen zei [bijnaam 1] dat hij de wapens moest pakken voor ons. [32]
V: Je vertelde dat je de tas met telefoons aan [bijnaam 1] gaf. Waar was [verdachte] toen?
A: Hij was bezig om die scooter stil te krijgen. [33] [medeverdachte 2] is [verdachte] zijn speler. Tijdens die
overval zei iemand tegen [verdachte] : “waar is je mannetje”. [verdachte] zei toen dat hij in de bus zat en eraan kwam. [34]
Uit het
proces-verbaal van bevindingenbetreft ‘Stemherkenning [verdachte] en uitwerking geluidsbestanden’ volgen gesprekken tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] op 17 november 2020, die onder meer luiden:
09.40.26
uur [verdachte] zegt:
Hij hoort al hier te zijn. We hebben net zijn mattie gebeld, want die kill heeft geen okkie (telefoon).
11.01.13
uur ontvangt/verstuurt [verdachte] een filmpje. 11.02.19 uur ontvangt/verstuurt [verdachte] een filmpje. Op het filmpje zijn twee tassen te zien vol met doosjes van Iphones.
11.32.27
uur [medeverdachte 2] zegt.
Thanks voor die job, thanks man. Ja man, we hebben het gewoon laten lukken.
12:04:12 [verdachte] zegt:
Het zijn ongeveer 18 Okkies. Maar jullie hebben veel Se gepakt. Ik ga ze vanavond waarschijnlijk seren (verkopen). En dan vanavond of morgen heb je je pap (geld).
12.05.23
uur [verdachte] zegt:
Ja man soldaat, jullie hebben het echt laten lukken, man Whoella respect.
12.34.39
uur [verdachte] zegt:
Ik heb die prijzen allemaal opgeteld, die procenten allemaal berekend. We gaan meer djoenta (werk) plannen. Ik heb kanker veel djoenta’s liggen.
15.40.37
uur [medeverdachte 2] zegt:
Wat heeft die inkoper gezegd?
15.41.00
[verdachte] zegt:
Na zessen te meeten. Wil hij die okkies zien. Vanavond of morgen is het weg.
20.37.11
[verdachte] zegt:
Die okkies gaan waarschijnlijk voor vier weg. Jij eet een kop (1000) die andere speler eet een kop. Jullie eten zelfs meer dan mij. Ik eet misschien 5 barkies (500) hierop. Iemand anders eet ook nog 5 barkies voor die ped (brommer). Iemand anders van die P (pistool) eet ook vijf barkie. En die man van die andere speler ook vijf barkie. Zo is die cut. Kom je vanavond nog? Anders morgen blokken we.
Verdachte [verdachte] heeft ter zitting verklaard dat hij voorafgaand aan de overval de scooter aan heeft gezet en achteraf heeft uitgezet. Hij heeft contact gehouden met [medeverdachte 2] en heeft hem uitbetaald. Hij was de financiële man. Verdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij een foto van het lijstje met gestolen telefoons heeft doorgestuurd naar een paar mensen en heeft
gevraagd: wil je kopen. [35] Hij was erbij toen de verdachten in het onderzoek van 17 november 2020 diezelfde avond het geld kregen. [36]
Bewijsoverweging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte geen wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het delict. In ieder geval was zijn bijdrage van onvoldoende gewicht om het medeplegen te kunnen bewijzen. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe het volgende.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit het dossier volgt dat de [winkel 1] is overvallen door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . Ook indien het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, kan echter sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn.
Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Uit het dossier volgt dat verdachte en medeverdachte vooraf hebben afgesproken met overvallers [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . Daar was ook een derde betrokkene bij. Zij hebben de wapens geleverd die bij de overval zijn gebruikt, evenals de scooter, die door verdachte werd gestart en achteraf uitgezet. Zowel de wapens als de scooter betreffen essentiële uitvoeringsmiddelen die bij de overval zijn gebruikt. Verdachte en medeverdachte hebben vooraf instructies gegeven aan de overvallers en de route uitgelegd. Na de overval stonden verdachte en medeverdachte klaar om de buit aan te nemen. Ook hebben ze achteraf instructies gegeven, onder meer om te splitsen. Bovendien zijn er door verdachte en medeverdachte afspraken gemaakt over de financiële afwikkeling en zijn de overvallers daadwerkelijk uitbetaald. De afspraken hieromtrent vinden ook steun in de audiofragmenten tussen verdachte en [medeverdachte 2] .
Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat verdachte een substantiële bijdrage heeft geleverd aan het plegen van deze overval. Bovenstaande bewijsmiddelen getuigen van een planmatig karakter in samenwerkingsverband. Het onder 3 primair en 4 primair ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen.
Er zijn in totaal 22 iPhones weggenomen. [slachtoffer 5] heeft aangegeven dat een van de overvallers er 4 zelf heeft gepakt. Ten aanzien van deze iPhones gaat de rechtbank uit van diefstal onder bedreiging van geweld. Ten aanzien van de overige iPhones is sprake van afpersing. De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat deze feiten in voortgezette handeling zijn begaan.
Feiten 1 primair en 2 primair
Bewijsmiddelen [37]
[slachtoffer 7]heeft aangifte gedaan van een gewapende overval op 29 november 2020 op de [winkel 1] aan de [adres] te [vestigingsplaats] . Er zijn 24 iPhones weggenomen. [38]
De verbalisant heeft
camerabeeldenbekeken, waaruit het volgende blijkt. Verdachte 1 en 2 komen om 12:23 uur de winkel binnen. Verdachte 1 pakt een medewerkster
(de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 1] )vast. [39] Verdachte 1 richt een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op de medewerkster. Verdachte 1 neemt de medewerkster mee naar het magazijn. Hierbij houdt hij een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in zijn hand. [40] Verdachte 1 richt het op een vuurwapen gelijkend voorwerp op een mannelijke medewerker
(de rechtbank begrijpt:
[slachtoffer 2]) van de [winkel 1] . [41] De mannelijke medewerker loopt vervolgens mee in de richting van het magazijn. [42] Verdachte 2 loopt achter hen aan. Verdachte 2 heeft in zijn hand een vuurwapen. [43] Twee klanten die met de medewerkster in gesprek waren rennen de winkel uit. Hierna rennen nog twee klanten richting de in/uitgang. [44]
[slachtoffer 1]heeft het volgende verklaard. Zij zag en voelde dat de jongen zijn rechterarm om haar nek heen sloeg. Zij hoorde hem zeggen: "Nu mee naar achteren". Hij riep: "Meekomen naar achteren". [45] [slachtoffer 2]hoorde iemand schreeuwen: “Dit is een overval!' [46] [slachtoffer 1] zag dat de tweede overvaller met [slachtoffer 3] naar achteren was gelopen. In de backoffice staan vier kluizen. [slachtoffer 1] zag dat [slachtoffer 3] de tas van de overvaller aan het vullen was met Iphones in dozen. Zij zag dat overvaller 2 zelf ook Iphones in dozen uit de kluis griste en deze in zijn tas stopte. [47]
[slachtoffer 3]beschrijft de mannen als volgt:
NNI
- Donkerblauwe trainingsbroek
- Zwartgekleurde schoenen
- Zwartgekleurde trui met capuchon
- Zwartgekleurde bivakmuts over het gezicht
- Bruingekleurde tuinhandschoenen
NN2
- Zwartgekleurde bivakmuts over het gezicht
- Bruingekleurde tuinhandschoenen
- Donker gekleed. [48]
Getuige
[getuige]heeft verklaard dat dader 2 volgens haar ook een capuchon droeg. [49]
[slachtoffer 3] zag dat NNI een [50] vuurwapen vasthield. Hij zag dat NN2 een vuurwapen vasthield. [51] NN2 heeft een wapen op [medeverdachte 3] gericht gehouden. [52]
Op camerabeelden is zichtbaar dat verdachte 1 en 2 om 12:24 uur de winkel uit rennen. De voorste verdachte draagt een rode big shopper van de Dirk van den Broek. De achterste verdachte draagt een blauwe big shopper van de Albert Heijn. [53] NN1 hield een voorwerp, gelijkend op een vuurwapen, vast in zijn hand. De verbalisant zag dat dit voorwerp, tijdens het rennen, in de richting van meerdere passanten wees. [54] [slachtoffer 1] zag dat overvaller 2 zijn vuurwapen richtte op de beveiliger. [55] [slachtoffer 4]heeft verklaard dat hij werkzaam is als beveiliger. [56] Het leek alsof jongen 2 een vuurwapen op hem richtte. [57]
Uit het
proces-verbaal van bevindingen'Uitkijken camerabeelden cameratoezicht - voorverkenning' blijkt het volgende. Op 29 november 2020 ongeveer 20 minuten voor de overval werd gepleegd, zag een medewerker van cameratoezicht twee opvallende jongens in het centrum van [vestigingsplaats] . [58] De verbalisant bekeek camerabeelden van de route van NN3 en NN4. [59] Zij zag dat de verdachten aan de rechterzijde van de [straat] liepen. Op het moment dat zij langs de [winkel 1] winkel liepen, keek NN4 in de richting van de winkel. NN3 bleef heel kort stil staan, NN4 liep door over de [straat] aan de linkerzijde. NN3 liep verder achter NN4 aan. Ter hoogte van de winkel Nelson Schoenen keken beide verdachten om, terwijl zij verder liepen aan de linkerzijde van de [straat] . Ter hoogte van de Hunkemöller keken beide verdachten weer om. [60] De verdachten reden weg op de scooter. [61] De verbalisant herkende NN3 als verdachte [medeverdachte 1] en NN4 als verdachte [verdachte] . Zij herkende deze verdachten aan hun uiterlijke kenmerken. [62]
Uit het
proces-verbaal van bevindingenvolgen spraakberichten, gecreëerd op 26, 27, 28 en 29 november 2020. De spraakberichten, waarin de stem van [medeverdachte 1] is herkend, luiden onder meer als volgt:
26112020-201010:
‘hou je kanker bek over die okkies (Telefoons) je hebt niks te bepalen daarover.’
26112020-201021:
‘Procenten/centen regel je met mij, of je die kanker ding wil doen wat Ik je vraag. Ja of Nee’
26112020-202903:
‘Diegene waarbij die Pet (brommer/scooter) nu is die gaat die tuindeur op slot doen. Dus die Pet moet even get (weg).’
27112020-114749:
'Ik ga nog even een speler (Verwijzing naar degene die dingen voor hem doet) regelen die wil gaan op die djoen (Opdracht/werk). Ik call je zometeen.’ [63]
28112020-005251:
‘Ik en een mattie van me zetten die Djoen. Maar hij weet alles hij heeft meer tips. Ik kan niet te veel zeggen hier. Maar hij gaat je alles uitleggen en morgen ochtend haal ik jou op, Ally ( Almere ) centrum haal ik jou op.'
28112020-005316:
'Dan breng ik je naar die stash (plek waar je geheime/stiekeme dingen bewaart) en dan
takken (praten) jullie daar verder en daarna gaat die Djoen ook gelijk gebeuren.’
28112020-130233:
Ik zei tegen hem, je hebt de keus of je gaat met andere mannen djoenen of je djoent met mij. Als je met andere mannen wil gaan djoenen mag je opkankeren.’ [64]
28112020-135612: 2476
‘Broer dit komt gewoon als je voor andere mensen zomaar gaat djoenen en je kent diegene niet. Ga je gewoon kanker fout. En je word niet goed gedip (Niet goed een plek verlaten).'
28112020-193038:
‘je hebt geen biffie (Bivakmuts) voor me en handschoenen?’
28112020-193043:
‘Ik heb morgen een Djoen dus ik heb je vanavond nodig als je het hebt.’
28112020-233001:
‘hij weet niet zeker of hij morgenochtend die okkies kan ophalen. Dus wat wij kunnen doen is dat we gewoon een backup zoeken dat we niet gaan bouwen op hem’
28112020-233007:
‘ik ga nu ook verder kijken wie ik heb.’ [65]
29112020-001704:
Ik weet dat het 12 uur open is, daarom ga ik je 11 uur meeten (samen komen).’
29112020-115921:
‘Bro we hebben alles al geregeld man. Onze stash is echt alles.’
29112020-171648:
‘ze gaan niet sowieso niet denken van wij zijn het. Kijk jouw bouw en mijn bouw. En mijn spelers zijn twee kleine dunne kills (Dunne jongens) hun gaan altijd naar binnen met buit.’
29112020-171649:
‘Kunnen ze niet weten wij zijn gaan skeemen (stiekem plannen bekokstoven). Enige wat wij doen is lopen en kijken waar die dorro (deur) is. Ingang nooduitgang alleen dat checken wij.' [66]
Op grond van het
proces-verbaal van bevindingenmet betrekking tot het uitlezen van de telefoon van [medeverdachte 1] heeft de verbalisant daarnaast het volgende opgeschreven:
Foto 7 t/m 18 [67]
Dit betreffen print screens van notities. In deze notities staan opgesomde Iphones van verschillende types. Deze screenshots zijn van:
29-11-2020 om 15:18:13
29-11-2020 om 15:18:13
29-11-2020 om 16:52:23
29-11-2020 om 17:54:04
In de Notes van de telefoon van [medeverdachte 1] is te zien dat op 29-11-2020 om 14:22:53 dezelfde lijsten als op de afbeeldingen te zien zijn ingevoerd. Foto 11 t/m 14 zijn niet terug te vinden in de notes van [medeverdachte 1] . Na het uitlopen van foto 11 t/m 14 komt naar boven dat [medeverdachte 1] deze lijsten met telefoons te koop aangeboden heeft bij een contactpersoon op 29-11-2020.
Uit onderzoek in de telefoon van [verdachte] kwam naar boven dat hij de exacte lijst met telefoons als in foto 11 t/m 14 in de notities van zijn telefoon heeft staan. Het is dus zeer aannemelijk dat [medeverdachte 1] deze lijst in een print screen van [verdachte] heeft ontvangen dan wel in een groep is gedeeld waar zij samen deel van uitmaken. [68]
Uit het
proces-verbaal van bevindingenmet betrekking tot het uitlezen van de telefoon van [verdachte] blijkt dat er op 29 november 2020 65 oproepen in het logboek stonden via diverse applicaties. Een aantal veelvoorkomende contacten van die dag:
[bijnaam 1] , telefoonnummer [telefoonnummer] . [69]
De verbalisant zag dat er op 29 november 2020 om 21:14:57 twee berichten werden ontvangen van [naam] , hierin stond;
‘Iemand wil ze halen voor 3500’
‘Allemaal’. [70]
Uit het
proces-verbaal van bevindingenvolgen audiofragmenten op de telefoon van [verdachte] . Deze fragmenten luiden onder meer als volgt:
22-11-2020
[verdachte] 01:18:12
“Ik ga alles voor je regelen”
[verdachte] 18:25:50
“Die mansie (man) van mij had een paar liggen. volgens mij 9milli’s. Die ga ik sowieso voor je checken. Ik denk voor drie barkie kan ik ook die kogels erbij.” [71]
[verdachte] 21:46:23
“Ik ga eerst die nakku (pistool) bij die mansie van me ophalen. [72]
24-11-2020
[verdachte] 11:38:34
“Ey [bijnaam 1] (bijnaam verdachte [medeverdachte 1] ). We gaan [bijnaam 2] (bijnaam [A] ) kwart over meeten. Want misschien ga ik zijn P (pistool) ook overkopen. Meet me kwart over bij die parkeerplaats van WTC”
Video 12:48:34
Ik zag dat [medeverdachte 1] als bijrijder naast [A] in een Ford Ka zat.
[verdachte] 16:47:50
“Ik ga zometeen even naar [naam] , ga ik met een mansie van me takken (praten). Even die stash kijken. Dan laat ik je weten. [73]
28-11-2020
De dag van de overval op de T-Mobile Almere Buiten. Op deze dag zijn [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] aangehouden.
[verdachte] 12:48:09
“Ja zijn onze boelies man’’
[verdachte] 12:54:31
“Broer die mannen nemen ook zomaar djoenta’s aan, kanker man”.
[verdachte] 12:58:13
“Ja toch heb je hem gezegd. Als deze gaat djoenen met andere mannen. Ik kick hem kankerhard.”
[verdachte] 13:11:21
“Ja broer ze zijn kankerhard geveegd (aangehouden).” [74]
[verdachte] 23:16:27
“Die ped (brommer) moet ook in je tuin even staan met een zeil eromheen. Want dan staan wij alvast in die schuur, gewoon dat die okkies (telefoons) daar zo gaan. En die boelies”. [75]
[verdachte] 23:33:22
“Zorg dat je morgen 10 uur SDW (Stedenwijk) bent”.
29-11-2020dag van de overval Skeeby
[verdachte] 00:16:34
“Ey G (gozer) ik dacht dat het vroeger open was, maar we gaan 11 uur meeten of half 11.
[verdachte] 00:16:44
“Wees vanaf 10 uur wakker, ik ga je snappen want ik moet die ped (brommer) ook nog even
die kant op laten komen.”
[verdachte] 15:19:42
“Ik zoek eigenlijk wel eentje die ze allemaal in één keer buyt (koopt). [76] Ik ga je die lijst sturen, maar zeg hem alles.” [77]
Bewijsoverweging
De raadsman heeft bepleit dat het dossier geen concreet bewijs bevat voor een bijdrage van verdachte als medepleger of medeplichtige. De rechtbank verwerpt dit verweer. Op basis van het dossier merkt zij verdachte aan als medepleger van de overval. Daartoe overweegt zij het volgende.
De rechtbank houdt ten aanzien van het medeplegen het kader aan zoals besproken bij de bewijsoverweging van feiten 3 primair en 4 primair, inhoudende dat er sprake moet zijn van een nauwe en bewuste samenwerking. Uit het dossier moet een materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte van voldoende gewicht volgen.
Uit de audiofragmenten volgt in de eerste plaats dat [verdachte] een vuurwapen gaat regelen, zoals ook gebruikt is bij deze overval. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat er wel degelijk sprake is geweest van een daadwerkelijke voorverkenning door verdachte en medeverdachte, en dat verdachte daar (zoals bepleit) niet zomaar liep. Uit de audiofragmenten van [verdachte] volgt dat hij, in de nacht van 28 op 29 november 2020 – de nacht voor de overval – verwijst naar openingstijden en dat de ontmoeting om 10.30 uur of 11.00 moet plaatsvinden. [verdachte] zegt dat de persoon met wie hij spreekt om 10.00 uur wakker moet zijn, aangezien de brommer ook nog die kant op moet. Bij de voorverkenning, die slechts twintig minuten plaatsvond voor de overval, is gebruik gemaakt van een scooter. [medeverdachte 1] zegt bovendien:
Kunnen ze niet wetenwijzijn gaan skeemen, enige wat wij doen is lopen en kijken waar die deur is, ingang nooduitgang, dat checken wij.Ook heeft verdachte op de dag van de overval 65 telefoonoproepen, waarbij medeverdachte een veelvoorkomend contact is. Daarnaast volgt uit de audioberichten dat [verdachte] de lijst gaat sturen en alles in één keer wil verkopen, hetgeen impliceert dat hij betrokken is bij de verkoop.
De rechtbank wordt gesterkt in haar oordeel dat zowel verdachte als medeverdachte een aansturende rol hadden door de audioberichten in het dossier. Beiden laten zich uit over de aanhouding op 28 november 2020 van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , de overvallers van 17 november 2020, hun ‘boelies’. Verdachte en medeverdachte zijn boos dat zij hebben samengewerkt met iemand anders, in plaats van met hen. Deze audiofragmenten passen niet bij een marginale rol, maar duiden op een zekere regie door verdachte en medeverdachte. Het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen.
Ook bij deze feiten gaat de rechtbank uit van afpersing (ten aanzien van de telefoons die
[slachtoffer 3] in de tas heeft gedaan) en diefstal met geweld en bedreiging met geweld (voor de telefoons die de overvaller zelf heeft gepakt).

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1. primair

op 29 november 2020 te [vestigingsplaats] tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van meerdere telefoons (iPhone), die geheel aan een derde, te weten aan [winkel 1] (filiaal gelegen aan [adres] ) toebehoorden, door

- met gezichtsbedekking en capuchons op en met donkere kleding aan en met in hun handen een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, de [winkel 1] winkel (gelegen aan [adres] ) binnen te gaan en
- daarbij tegen de aldaar aanwezige [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en andere onbekend gebleven personen te zeggen: ‘Dit is een overval’ en ‘nu mee naar achteren’ en ‘meekomen naar achteren’, althans woorden van gelijke (bedreigende) aard en/of strekking en
- een arm om de nek van voornoemde [slachtoffer 1] te leggen en voornoemde [slachtoffer 1] vast te pakken en
- met die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] mee te lopen naar de kluizen en een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 1] en

[slachtoffer 2] te richten en gericht te houden en voor die [slachtoffer 3] zichtbaar vast te houden en

- na het verlaten van voornoemde [winkel 1] winkel een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te richten op omstanders, te weten onder andere op [slachtoffer 4] ;
2 primair

op 29 november 2020 te [vestigingsplaats] tezamen en in vereniging met anderen, meerdere telefoons (iPhone), die geheel aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorden, te weten aan de [winkel 1] winkel (gelegen aan [adres] ), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door

- met gezichtsbedekking en capuchons op en met donkere kleding aan en met in hun handen een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, de [winkel 1] winkel (gelegen aan [adres] ) binnen te gaan en
- daarbij tegen de aldaar aanwezige [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en andere onbekend gebleven personen te zeggen: ‘Dit is een overval’ en ‘nu mee naar achteren’ en ‘meekomen naar achteren’, althans woorden van gelijke (bedreigende) aard en/of strekking en
- een arm om de nek van voornoemde [slachtoffer 1] te leggen en voornoemde [slachtoffer 1] vast te pakken en
- met die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] mee te lopen naar de kluizen en een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 1] en

[slachtoffer 2] te richten en gericht te houden en voor die [slachtoffer 3] zichtbaar vast te houden en

- na het verlaten van voornoemde [winkel 1] winkel een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te richten op omstanders, te weten onder andere op [slachtoffer 4] ;
3 primair

op 17 november 2020 te [vestigingsplaats] tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van 18 telefoons (iPhone), die geheel aan een derde, te weten aan [winkel 1] (filiaal gelegen aan de [adres] ), toebehoorden, door

- met gezichtsbedekking en capuchon op en met donkere kleding aan en met in hun handen een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en een mes/machete, de [winkel 1] winkel (filiaal gelegen aan [adres] ) binnen te gaan/rennen en
- daarbij tegen de aldaar aanwezige [slachtoffer 6] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] te zeggen: ‘Plat liggen’ en ‘kluis’ en ‘Ik wil iPhones’, althans woorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking en
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 6] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 5] te richten en op die die [slachtoffer 6] en [slachtoffer 9] gericht te houden en voor die [slachtoffer 8] zichtbaar vast te houden en een mes/machete op die [slachtoffer 5] te richten en gericht te houden en voor die [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] zichtbaar vast te houden en
- een mes/machete met de punt in de richting van die [slachtoffer 5] te richten en/of gericht te houden en met die [slachtoffer 5] mee te lopen naar de kluis en tegen die [slachtoffer 5] te zeggen: ‘Schiet op’ terwijl die [slachtoffer 5] iPhones in een tas deed;
4 primair

op 17 november 2020 te [vestigingsplaats] tezamen en in vereniging met anderen, 4 telefoons (iPhone), die geheel aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorden, te weten aan [winkel 1] (filiaal gelegen aan de [adres] ), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door

- met gezichtsbedekking en capuchon op en met donkere kleding aan en met in hun handen een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en een mes/machete, de

[winkel 1] winkel (filiaal gelegen aan [adres] ) binnen te gaan/rennen en

- daarbij tegen de aldaar aanwezige [slachtoffer 6] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] te zeggen: ‘Plat liggen’ en ‘kluis’ en ‘Ik wil iPhones’, althans woorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking en
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 6] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 5] te richten en op die die [slachtoffer 6] en [slachtoffer 9] gericht te houden en voor die [slachtoffer 8] zichtbaar vast te houden en een mes/machete op die [slachtoffer 5] te richten en gericht te houden en voor die [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] zichtbaar vast te houden en
- een mes/machete met de punt in de richting van die [slachtoffer 5] te richten en/of gericht te houden en met die [slachtoffer 5] mee te lopen naar de kluis.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
1. primair en 2 primair

de voortgezette handeling van:

afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, die diefstal gemakkelijk te maken en bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
3 primair en 4 primair

de voortgezette handeling van:

afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, die diefstal gemakkelijk te maken en bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft voor de heropening van het onderzoek gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 6 jaren, met aftrek van het voorarrest.
Na heropening van het onderzoek en voeging van het PO heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat toepassing moet worden gegeven aan het adolescentenstrafrecht (ASR). Zij heeft gevorderd om aan verdachte een jeugddetentie van 18 maanden op te leggen, met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaar. Hieraan dienen de bijzondere voorwaarden te worden verbonden zoals geformuleerd in de e-mail van I. Kapteijn van de reclassering van 6 december 2021, met dien verstande dat het contactverbod alleen wordt opgelegd met [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en het locatieverbod wordt opgelegd voor 300 meter rondom de [straat] te [vestigingsplaats] .
De officier van justitie heeft gevorderd de te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft voorafgaand aan de heropening het volgende bepleit. Hij heeft verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Hij heeft verzocht toepassing te geven aan het jeugdstrafrecht op grond van de persoonlijkheid van verdachte. R. van Duijn heeft in zijn reclasseringsadvies de voorkeur voor het jeugdstrafrecht uitgesproken, op grond van verschillende ASR-wegingsitems. T. Jaarsveld heeft hier niet bij stilgestaan in haar reclasseringsadvies en geeft ten onrechte aan dat verdachte weinig ontvankelijk lijkt te zijn voor beïnvloeding door volwassenen. Zij heeft onvoldoende gemotiveerd waarom zij tot deze conclusie is gekomen.
Op grond van de wegingsitems handelingsvaardigheden, schoolgang, ontvankelijkheid voor ondersteuning en beïnvloeding door volwassenen, de belaste voorgeschiedenis en beïnvloeding door medegedetineerden is er wel degelijk aanleiding tot het toepassen van het jeugdstrafrecht. De pedagogische mogelijkheden van verdachte zijn nog niet geheel uitgeput. Pedagogische beïnvloeding via gedragsinterventies is mogelijk. Alles afwegende is toepassing van jeugdstrafrecht van belang voor een zo gunstig mogelijk verdere ontwikkeling van verdachte en het is ook in het belang van de maatschappij.
Verdachte is in staat een taakstraf te verrichten. De raadsman verzoekt aansluiting te zoeken bij de straffen die zijn opgelegd aan overvallers [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] .
Na heropening van het onderzoek heeft de raadsman gepersisteerd bij het voorgaande en verzocht de conclusies uit het PO over te nemen, waarin ook wordt geadviseerd toepassing te geven aan het ASR. De raadsman heeft bepleit aansluiting te zoeken bij de straf die is opgelegd aan [medeverdachte 1] , maar dan in strafmatigende zin, nu [medeverdachte 1] een sturende rol had. Een vrijheidsbenemende straf van 17 maanden, waarvan 6 voorwaardelijk, zou op zijn plaats zijn. De raadsman heeft daarbij verzocht bijzondere voorwaarden op te leggen. Het locatieverbod moet alleen voor de [straat] te [vestigingsplaats] gelden.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met medeverdachte schuldig gemaakt aan het medeplegen van twee gewapende overvallen op dezelfde Vodafonewinkel binnen een tijdsbestek van nog geen twee weken.
Op 17 november 2020 werd de [winkel 1] overvallen door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , die op dat moment slechts 15 en 16 jaar oud waren. Zij werden aangestuurd door verdachte en medeverdachte, onder meer door middel van het geven van instructies en het (laten) leveren van wapens. De slachtoffers werden in de winkel onder schot gehouden, bedreigd met de machete en naar de grond gewerkt. Uit de slachtofferverklaring van [slachtoffer 5] blijkt hoezeer deze gebeurtenis haar heeft aangegrepen. Ook [slachtoffer 6] heeft verklaard dat zij in shock was. In de winkel was ook een klant van 75 jaar aanwezig, die dit heeft moeten aanschouwen.
Op 29 november 2020 was het wederom raak: deze keer drongen twee tot op heden onbekend gebleven overvallers de [winkel 1] binnen met twee (vuur)wapens. Hierbij werd [slachtoffer 1] bij haar nek gepakt en werd het wapen tegen haar hoofd gezet. Zij heeft verklaard dat zij stond te trillen van angst. [slachtoffer 2] , [slachtoffer 4] en nietsvermoedende omstanders werden ook bedreigd met het (vuur)wapen. Ook bij deze overval hadden verdachte en medeverdachte een sturende rol. Zij regelden een scooter, gingen kijken of de [winkel 1] open was en de overvallers werden voorzien van wapens en een bewaarplek, om vervolgens de buit te verkopen.
Niet alleen heeft verdachte hiermee laten zien dat hij geen respect heeft voor andermans eigendommen, maar bovenal heeft hij de slachtoffers van beide overvallen in een heel nare, angstige situatie gebracht. Hun winkel, waarin zij zich veilig zouden moeten voelen, werd overvallen door onbekenden met bivakmutsen en wapens. De slachtoffers wisten niet hoe de overval voor hen af zou lopen. Er is een forse inbreuk gemaakt op hun lichamelijke en geestelijke integriteit. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dit soort misdrijven nog lange tijd de psychische gevolgen hiervan kunnen ondervinden.
Verdachte heeft zich uitsluitend laten leiden door zijn eigen belangen en is compleet voorbij gegaan aan de gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers. Dit neemt de rechtbank verdachte zeer kwalijk. Daarnaast brengen feiten als deze in het algemeen gevoelens van onrust en onveiligheid in de maatschappij teweeg. Ook dat neemt de rechtbank verdachte kwalijk. Bovendien neemt verdachte geen volledige verantwoordelijkheid voor zijn daden, nu hij zijn betrokkenheid bij de overval op 29 november 2020 volledig ontkent.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennis genomen van de rapporten over verdachte die zich in het dossier bevinden, waaronder:
  • een reclasseringsadvies, opgesteld door T. Jaarsveld, reclasseringswerker, van 9 augustus 2021;
  • een SAVE-rapportage, opgesteld door P. Boston, medewerker SAVE, van 14 mei 2021;
  • een reclasseringsadvies, opgesteld door R. van Duijn, reclasseringswerker, van 27 januari 2021.
De rapporteurs hebben zich over de vraag gebogen of het jeugdstrafrecht al dan niet zou moeten worden toegepast. Uit de rapporten blijkt het volgende.
Van Duijn, die het (verkorte) wegingskader ASR heeft toegepast, heeft het volgende gerapporteerd. Het wegingskader ASR gaf enkele indicaties voor het toepassen van het
jeugdstrafrecht: (een poging tot) schoolgang is van belang en verdachte lijkt enigszins ontvankelijk te zijn voor sociale, emotionele of praktische ondersteuning of beïnvloeding door volwassenen. Anderzijds worden er geen signalen gezien van een verstandelijke beperking, dan wel dat verdachte zich kinderlijker gedraagt dan men gezien de kalenderleeftijd mag verwachten. Het is niet mogelijk gebleken om uitspraken te doen over eventuele contra-indicaties (het beïnvloeden van medegedetineerden en/of het bewust kiezen voor een criminele levensstijl), gezien het beperkte onderzoek. Hierdoor is er sprake van een dubbeltje op zijn kant. Van Duijn spreekt de voorkeur uit voor het toepassen van het jeugdstrafrecht. Hij heeft hierbij gelet op de belaste voorgeschiedenis van verdachte, het feit dat hij niet eerder in een gevangenis heeft gezeten en de pedagogische mogelijkheden die nog niet geheel uitgeput lijken te zijn.
Jaarsveld adviseert het volwassenenstrafrecht toe te passen. Zij ziet geen zwaarwegende redenen om toepassing van het jeugdstrafrecht te adviseren. Er is gebruik gemaakt van het Wegingskader Adolescentenstrafrecht. Wat betreft het onderdeel Handelingsvaardigheden is er geen sprake van een verstandelijke beperking, verdachte komt niet jonger over dan zijn kalenderleeftijd en de indruk is niet ontstaan dat verdachte zich gemakkelijk laat beïnvloeden, dan wel de risico’s van zijn handelen slecht inschat. Er lijkt wel sprake te zijn van een slechte organisatie van het leven van verdachte, maar dit lijkt meer te maken te hebben met de manier waarop zijn leven is vormgegeven (geen inkomsten en geen stabiele huisvesting), dan met het ontbreken van handelingsvaardigheden. Tot op zekere hoogte lijkt verdachtes leeftijd en het niet kunnen overzien van de gevolgen van zijn handelen invloed te hebben, maar dit lijkt conform de leeftijdsfase en is niet van dien aard dat de situatie om toepassing van het jeugdstrafrecht vraagt.
Wanneer wordt gekeken naar de inhoud van de verdenking, ziet Jaarsveld in het treffen van de voorbereidingen van de overvallen een planmatigheid en een zekere berekendheid, die niet vragen om toepassing van het jeugdstrafrecht. Wat betreft de pedagogische mogelijkheden lijkt verdachte bovendien weinig ontvankelijk. Er is sprake van gedragsproblemen sinds de vroege jeugd en er is sprake geweest van meerdere (gedwongen) behandelingen, die onvoldoende effect hebben gehad. Jaarsveld ziet geen noodzaak om interventies uit het jeugdstrafrecht in te zetten en is van mening dat verdachte gebaat is bij een (jong)volwassen aanpak, waarbij hij aangesproken wordt op zijn volwassenheid en eigen verantwoordelijkheid. Vanuit de jeugdreclassering wordt geen meerwaarde gezien in toepassing van maatregelen uit het jeugdstrafrecht. Eerdere maatregelen binnen het jeugddomein hebben niet geleid tot gedragsverandering. Een pedagogische aanpak lijkt dan ook niet voor de hand te liggen. In het gedragsbeeld dat is opgesteld door de gedragswetenschappers over de periode dat verdachte in Teylingereind verblijft, worden ook geen zwaarwegende redenen gezien om toepassing van het jeugdstrafrecht te adviseren.
Boston heeft het volgende gerapporteerd. Alle betrokken partijen in het Top X-overleg zijn tot de conclusie gekomen dat het jeugdstrafrecht niet meer van toepassing is en toepassing van ASR daarom niet meer passend is. De indicatoren die maken dat ASR niet meer geïndiceerd is, betreffen onder meer de meerderjarigheid van verdachte, het gegeven dat geen sprake meer is van een opvoedsituatie, het feit dat in het verleden veel hulp is ingezet binnen de jeugdzorg en veel is gestagneerd doordat verdachte zich onttrok of onvoldoende meewerkte en er binnen het volwassenenstrafrecht meer mogelijkheden zijn voor behandeling en beschermd wonen die passen bij de leeftijd en ontwikkeling van verdachte. Het contact tussen verdachte en de jeugdreclassering is hierdoor beperkt gebleven tot eenmalig fysiek contact (op 19 februari 2021) en een aantal telefonische contacten. Hierdoor is er onvoldoende zicht verkregen op en informatie gekregen over deze weging, vanuit verdachte zelf. Verdachte heeft tijdens het gesprek op 19 februari 2021 laten weten nog wel een pedagogisch kader te zien en open te staan om hulp en/of ondersteuning te ontvangen om zijn leven weer op een goede manier op te kunnen bouwen. Zonder deze hulp en/of ondersteuning is verdachte bang dat het weer mis kan gaan in zijn leven. Verdachte heeft toegezegd medewerking te verlenen aan een opname op een beschermd wonen traject. Ook heeft hij de wens uitgesproken om na zijn detentie weer naar school te gaan.
De rechtbank heeft het onderzoek bij tussenvonnis van 14 september 2021 heropend. De rechtbank heeft toen het volgende overwogen:
“De verschillende deskundigen die in deze zaak hebben gerapporteerd over verdachte adviseren niet eenduidig over de vraag of toepassing van jeugdstrafrecht aan de orde zou kunnen zijn. De rechtbank onderkent enerzijds dat verdachte in zijn jeugd al diverse hulpverleningstrajecten heeft doorlopen, die niet zijn geslaagd, maar merkt daarbij op dat dit telkens om civielrechtelijke trajecten ging. Anderzijds heeft verdachte nog niet eerder kunnen laten zien of hij in het strafrechtelijk kader wel bereid is hulp te aanvaarden, nu daar de consequenties van het niet nakomen van afspraken zonder meer duidelijk voor hem zouden moeten zijn. Daar komt bij dat verdachte in de justitiële jeugdinrichting, waar hij tot op heden verblijft, goed op zijn plek lijkt te zijn. Om deze redenen acht de rechtbank zich thans onvoldoende ingelicht om over de vraag of het jeugdstrafrecht wel of niet moet worden toegepast een zorgvuldige beslissing te kunnen nemen. De rechtbank wenst nader te worden voorgelicht over de vraag of toepassing van het jeugdstrafrecht of het volwassenen strafrecht geïndiceerd is aan de hand van een enkelvoudig Pro Justitia psychologisch onderzoek. De rechtbank zal het onderzoek daarom heropenen en de officier van justitie bevelen uitvoering te laten geven aan het hiervoor omschreven psychologisch onderzoek.”
Na heropening is een enkelvoudig Pro Justitia psychologisch onderzoek aan het dossier toegevoegd, van 23 november 2021, opgesteld door drs. R.M.C. Hoogstraten, GZ-psycholoog en kinder- en jeugdpsycholoog. Daaruit blijkt het volgende. Er is bij verdachte sprake van een aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis, gecombineerde type en een normoverschrijdend-gedragsstoornis bij een inmiddels negentienjarige adolescent die laagbegaafde perceptuele mogelijkheden en een lage verwerkingssnelheid heeft. Daarnaast is er sprake van een ongespecificeerde cannabisgerelateerde stoornis. De persoonlijkheidsontwikkeling wordt bedreigd. Deze stoornissen waren ook aanwezig ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten. Verdachte praat echter niet over deze feiten. De psycholoog kan derhalve geen verband leggen tussen de vastgestelde stoornissen en de feiten, noch zich een oordeel vormen over de mate waarin deze feiten aan verdachte toegerekend kunnen worden.
Het risico op toekomstig crimineel gedrag wordt als hoog ingeschat. Verdachte is impulsief en handelt voordat hij nadenkt. Hij is gericht op zijn eigen behoeften en denkt niet na over de gevolgen voor zichzelf en anderen. Verdachte overziet zijn gedrag onvoldoende en hij heeft een beperkt reflectievermogen en een beperkt inzicht. Ook is sprake van een lacunair geweten.
De psycholoog adviseert om het jeugdstrafrecht toe te passen. Verdachte loopt sociaal-emotioneel achter in zijn ontwikkeling en hij functioneert op een leeftijd van ongeveer vijftien jaar. Daarbij, en daarop inwerkend, heeft hij laagbegaafde perceptuele mogelijkheden waardoor hij beperkte mogelijkheden heeft in het overzien van oorzaak en gevolg en hij heeft beperkte mogelijkheden met betrekking tot zijn inzicht en reflectiemogelijkheden. Vanwege verdachtes intelligentieprofiel wordt hij gemakkelijk overvraagd. Daarbij staat hij open voor begeleiding en voor pedagogische aansturing, mits de kaders voor hem duidelijk zijn. Verdachte heeft veel tijd nodig om zijn gedrag te veranderen en instructies te integreren. Hij heeft begeleiding, toezicht en structuur nodig om ander gedrag te leren internaliseren.
Het advies is om de behandeling en begeleiding op te leggen in het kader van een voorwaardelijke jeugddetentie, met toezicht door de jeugdreclassering.
Voorts heeft de rechtbank kennisgenomen van de e-mail van 6 december 2021, van I. Kapteijn, reclasseringswerker. De officier van justitie heeft deze e-mail ter zitting van 7 december 2021 overgelegd. Zij heeft, gelet op het advies in het PO, de reclassering verzocht de eerder door hen geadviseerde voorwaarden te formuleren op een wijze die gebruikelijk is binnen de jeugdkaders. De geadviseerde bijzondere voorwaarden luiden nu als volgt:
- medewerking aan plaatsing bij Vast & Verder of soortgelijke instantie, zolang de jeugdreclassering dit nodig acht;
- medewerking aan een positieve vorm van dagbesteding in de vorm van school en/of werk;
- contactverbod met de slachtoffers en medeverdachten, tenzij het herstelbemiddeling betreft;
- medewerking aan behandeling bij ForFact of een soortgelijke instelling, zolang de jeugdreclassering dit nodig acht;
- medewerking aan behandeling bij verslavingsproblematiek indien de jeugdreclassering dit nodig acht;
- een locatieverbod voor de [winkel 1] winkel en een straal van 100 meter daaromheen;
- medewerking aan schuldhulpverlening in de vorm van bewindvoering.
Daarbij wordt geadviseerd de voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
De rechtbank heeft ten slotte acht geslagen op een op verdachtes naam gesteld uittreksel Justitiële Documentatie (‘strafblad’) van 2 juni 2021. Hieruit volgt dat verdachte in 2020 en 2018 is veroordeeld voor verschillende vermogensdelicten. De rechtbank merkt verdachte dan ook aan als recidivist.
Adolescentenstrafrecht
Verdachte was ten tijde van het plegen van de bewezen verklaarde feiten 18 jaar oud. Uitgangspunt is dat een jongvolwassen verdachte die ten tijde van het strafbare feit meerderjarig is, volgens het volwassenenstrafrecht wordt berecht. De rechtbank kan echter besluiten voor jongvolwassenen met toepassing van artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht (Sr) jeugdsancties toe te passen indien daartoe grond wordt gevonden in de persoonlijkheid van verdachte of de omstandigheden waaronder het feit is begaan.
De psycholoog heeft verdachte uitvoerig onderzocht. Ook is er gesproken met meerdere informanten. Naar aanleiding van het onderzoek, dat veelomvattender was dan het onderzoek dat door de eerder betrokken deskundigen is uitgevoerd, en waarin alle beschikbare informatie uiteindelijk samen is genomen, heeft de psycholoog een duidelijk en goed onderbouwd advies uitgebracht. Dit advies heeft de onbepaaldheden die voor de rechtbank aanleiding waren om het onderzoek te heropenen, weggenomen. De rechtbank neemt het advies van de psycholoog ten aanzien van het adolescentenstrafrecht dan ook over. Gelet daarop ziet de rechtbank reden om af te wijken van het eerder genoemde uitgangspunt dat een jongvolwassen verdachte die ten tijde van het strafbare feit meerderjarig is, volgens het volwassenenstrafrecht wordt berecht. De rechtbank zal toepassing geven aan het adolescentenstrafrecht.
De op te leggen straf
Voor een diefstal met geweld/afpersing, een overval op een winkel, gaan de oriëntatiepunten voor straftoemeting Jeugd die zijn ontwikkeld door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht uit van het oriëntatiepunt vanaf 4 maanden jeugddetentie. Strafverzwarende omstandigheden zijn aanleiding om de strafmaat te verhogen. Iedere strafverzwarende omstandigheid telt daarbij in beginsel voor 60 uur taakstraf, dan wel 1 maand jeugddetentie. Strafverzwarende omstandigheden betreffen onder meer fysiek geweld, bedreiging met een wapen, een georganiseerd karakter van een groep en de kwetsbaarheid van een slachtoffer.
De rechtbank houdt rekening met het gegeven dat verdachte wordt veroordeeld voor het medeplegen van twee overvallen en er sprake is van samenloop. De rechtbank houdt daarnaast rekening met het tijdsverloop, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of minder zware straf dan jeugddetentie. Een lichtere strafrechtelijke afdoening zou de aard en de ernst van de gepleegde feiten miskennen. Aan zowel verdachte als de samenleving behoort het signaal te worden afgegeven dat het plegen van dergelijke feiten met het opleggen van een vrijheidsbenemende straf wordt beantwoord.
Alles overwegend acht de rechtbank de oplegging van straf conform de vordering van de officier van justitie na heropening van het onderzoek passend en geboden. De rechtbank zal aan verdachte een jeugddetentie voor de duur van 18 maanden opleggen, met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Aan het voorwaardelijk deel van de jeugddetentie zullen de voorwaarden zoals die zijn geformuleerd in de e-mail van de reclassering van 6 december 2021 worden verbonden (met enige aanpassing ten aanzien van het contact- en locatieverbod), evenals een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank acht het in het belang van verdachte en in het belang van de maatschappij dat verdachte gedurende de proeftijd zal worden begeleid en behandeld. Gelet op het feit dat verdachte recidivist is, zal de voorwaardelijke jeugddetentie als stok achter de deur dienen om verdachte ervan te weerhouden zich opnieuw schuldig te maken aan een (soortgelijk) strafbaar feit.
Het contactverbod zal uitsluitend worden opgelegd met de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] . Het locatieverbod zal uitsluitend worden opgelegd voor de [straat] te [vestigingsplaats] . De rechtbank is van oordeel dat dit afdoende is. Een straal van 300 meter rondom de winkel van [winkel 1] zou verdachte beperken in de toegang naar bijvoorbeeld de bibliotheek, het ziekenhuis en het gemeentehuis. Dit acht de rechtbank onwenselijk.
De rechtbank zal bepalen dat de (bijzondere) voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zullen zijn, gelet op het bepaalde in artikel 77za Sr.
Gelet op de gelijkwaardige rollen van [medeverdachte 1] (die na de onderhavige heropening reeds veroordeeld is) en verdachte, zoals uit de bewijsmiddelen blijkt, zal een jeugddetentie worden opgelegd die van gelijke duur is. Het verweer van de raadsman dat ertoe strekt een korter durende straf op te leggen wordt verworpen.

9.BESLAG

9.1
De vordering van de officier van justitie
De witte Apple iPhone is afkomstig van de diefstal bij [winkel 1] en moet terug naar [winkel 1] als rechthebbende. De andere witte iPhone moet retour naar [B] . De derde iPhone kan retour naar verdachte.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank wat betreft het beslag.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal teruggave gelasten van het in beslag genomen voorwerp, te weten:
- 1 STK Telefoontoestel (goednummer PL0900-2020389034-2771554) aan rechthebbende [winkel 1] .
De rechtbank zal daarnaast teruggave gelasten van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- 1 STK Telefoontoestel (goednummer PL0900-2020389034-2741923);
- 1 STK Telefoontoestel (goednummer PL0900-2020389034-2742137);
aan degenen die redelijkerwijs als rechthebbenden van deze voorwerpen kunnen worden aangemerkt.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 56, 63, 77c, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentie van 18 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de jeugddetentie een gedeelte van
6 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijd van 2 jarenvast;
- als algemene voorwaarden gelden:
* dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- als bijzondere voorwaarden gelden:
* dat verdachte meewerkt aan de plaatsing bij Vast & Verder of soortgelijke instantie, zolang de jeugdreclassering dit nodig acht;
* dat verdachte meewerkt aan een positieve vorm van dagbesteding in de vorm van school en/of werk;
* dat verdachte meewerkt aan behandeling bij ForFact of een soortgelijke instelling, zolang de jeugdreclassering dit nodig acht;
* dat verdachte meewerkt aan behandeling voor zijn verslavingsproblematiek indien de jeugdreclassering dit nodig acht;
* dat verdachte meewerkt aan schuldhulpverlening in de vorm van bewindvoering;
* dat verdachte op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met de volgende personen, zolang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht:
- [medeverdachte 1] , geboren op [2000] te [geboorteplaats] (Suriname);
- [medeverdachte 2] , geboren op [2005] te [geboorteplaats] ;
- [medeverdachte 3] , geboren op [2004] te [geboorteplaats] (Somalië);
- [medeverdachte 4] , geboren op [1998] te [geboorteplaats] (Suriname);
* dat verdachte zich niet zal bevinden op de [straat] te [vestigingsplaats] , zolang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
  • de politie houdt toezicht op de naleving van het contactverbod en het locatieverbod;
  • waarbij aan de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden Nederland, te Almere opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het derde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de overige voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • beveelt dat de (bijzondere) voorwaarden en het toezicht door Samen Veilig Midden Nederland, te Almere dadelijk uitvoerbaar zijn;
Voorlopige hechtenis
- heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde vrijheidsstraf;
Beslag
- gelast de teruggave aan de rechthebbende [winkel 1] van het volgende voorwerp:
1 STK Telefoontoestel (goednummer PL0900-2020389034-2771554);
- gelast de teruggave aan degene(n) die redelijkerwijs als rechthebbende(n) kan/kunnen worden aangemerkt van de volgende voorwerpen:
  • 1 STK Telefoontoestel (goednummer PL0900-2020389034-2741923);
  • 1 STK Telefoontoestel (goednummer PL0900-2020389034-2742137).
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W.M. van Hoof, voorzitter, mr. D.S. Terporten-Hop en mr. R.F. van Aalst, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Fortuin, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 december 2021.
Mr. Fortuin is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 29 november 2020 te [vestigingsplaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van één of meerdere telefoons (iPhone), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een derde, te weten aan [winkel 1] (filiaal gelegen aan [adres] ) toebehoorde, door
- met gezichtsbedekking en/of capuchon(s) op en/of met donkere kleding aan en/of met in zijn/hun hand(en) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, de [winkel 1] winkel (gelegen aan [adres] ) binnen te gaan en/of
- (daarbij) tegen de aldaar aanwezige [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of andere onbekend gebleven personen te zeggen: ‘Dit is een overval’ en/of ‘nu mee naar achteren’ en/of ‘meekomen naar achteren’, althans woorden van gelijke (bedreigende) aard en/of strekking en/of
- een arm om de nek/hals van voornoemde [slachtoffer 1] te leggen en/of voornoemde [slachtoffer 1] vast te pakken en/of
- met die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] mee te lopen naar de kluis/kluizen en/of (daarbij) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te richten en/of gericht te houden en/of voor die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zichtbaar vast te houden en/of
- na het verlaten van voornoemde [winkel 1] winkel een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te richten op voorbijgangers en/of omstanders te weten onder andere op [slachtoffer 4] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[verdachte] en/of een of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 29 november 2020 te [vestigingsplaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van één of meerdere telefoons (iPhone), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan deze of aan een derde, te weten aan [winkel 1] (filiaal gelegen aan [adres] ) toebehoorde, door
- met gezichtsbedekking en/of capuchon(s) op en/of met donkere kleding aan en/of met in zijn/hun hand(en) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, de [winkel 1] winkel (gelegen aan [adres] ) binnen te gaan en/of
- (daarbij) tegen de aldaar aanwezige [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of andere onbekend gebleven personen te zeggen: ‘Dit is een overval’ en/of ‘nu mee naar achteren’ en/of ‘meekomen naar achteren’, althans woorden van gelijke (bedreigende) aard en/of strekking en/of
- een arm om de nek/hals van voornoemde [slachtoffer 1] te leggen en/of voornoemde [slachtoffer 1] vast te pakken en/of
- met die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] mee te lopen naar de kluis/kluizen en/of (daarbij) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te richten en/of gericht te houden en/of voor die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zichtbaar vast te houden en/of
- na het verlaten van voornoemde [winkel 1] winkel een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te richten op voorbijgangers en/of omstanders te weten onder andere op [slachtoffer 4]

bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 november 2020 tot en met 29 november 2020 te [vestigingsplaats] , opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door

- informatie en/of het plan ten behoeve van de uitvoering van bovengenoemd misdrijf te bedenken en/of te verstrekken en/of
- een voorverkenning te doen en/of
- voornoemde telefoons (iPhone) in ontvangst te nemen en/of te bewaren en/of te verkopen en/of de opbrengst van de verkoop van voornoemde telefoons (iPhone) te verdelen;
2

hij op of omstreeks 29 november 2020 te [vestigingsplaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meerdere telefoons (iPhone), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [winkel 1] winkel (gelegen aan [adres] ), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door

- met gezichtsbedekking en/of capuchon(s) op en/of met donkere kleding aan en/of met in zijn/hun hand(en) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, de [winkel 1] winkel (gelegen aan [adres] ) binnen te gaan en/of
- (daarbij) tegen de aldaar aanwezige [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of andere onbekend gebleven personen te zeggen: ‘Dit is een overval’ en/of ‘nu mee naar achteren’ en/of ‘meekomen naar achteren’, althans woorden van gelijke (bedreigende) aard en/of strekking en/of
- een arm om de nek/hals van voornoemde [slachtoffer 1] te leggen en/of voornoemde [slachtoffer 1] vast te pakken en/of
- met die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] mee te lopen naar de kluis/kluizen en/of (daarbij) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te richten en/of gericht te houden en/of voor die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zichtbaar vast te houden en/of
- na het verlaten van voornoemde [winkel 1] winkel een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te richten op voorbijgangers en/of omstanders te weten onder andere op [slachtoffer 4] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[verdachte] en/of een of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 29 november 2020 te [vestigingsplaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere telefoons (iPhone), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde, te weten aan [winkel 1] (filiaal gelegen aan [adres] ), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichelf en/of andere deelnemers aan dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren door
- met gezichtsbedekking en/of capuchon(s) op en/of met donkere kleding aan en/of met in zijn/hun hand(en) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, de [winkel 1] winkel (gelegen aan [adres] ) binnen te gaan en/of
- (daarbij) tegen de aldaar aanwezige [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of andere onbekend gebleven personen te zeggen: ‘Dit is een overval’ en/of ‘nu mee naar achteren’ en/of ‘meekomen naar achteren’, althans woorden van gelijke (bedreigende) aard en/of strekking en/of
- een arm om de nek/hals van voornoemde [slachtoffer 1] te leggen en/of voornoemde [slachtoffer 1] vast te pakken en/of
- met die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] mee te lopen naar de kluis/kluizen en/of (daarbij) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te richten en/of gericht te houden en/of voor die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zichtbaar vast te houden en/of
- na het verlaten van voornoemde [winkel 1] winkel een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te richten op voorbijgangers en/of omstanders te weten onder andere op [slachtoffer 4] ,

bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 november 2020 tot en met 29 november 2020 te [vestigingsplaats] , opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door

- informatie en/of het plan ten behoeve van de uitvoering van bovengenoemd misdrijf te bedenken en/of te verstrekken en/of
- een voorverkenning te doen en/of
- voornoemde telefoons (iPhone) in ontvangst te nemen en/of te bewaren en/of te verkopen en/of de opbrengst van de verkoop van voornoemde telefoons (iPhone) te verdelen;
3
hij op of omstreeks 17 november 2020 te [vestigingsplaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van van één of meerdere (18) telefoons (iPhone), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een derde, te weten aan [winkel 1] (filiaal gelegen aan de [adres] ), toebehoorde, door
- met gezichtsbedekking en/of capuchon(s) op en/of met donkere kleding aan en/of met in zijn/hun hand(en) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes/machete, althans een scherp en/of punt voorwerp, de [winkel 1] winkel (filiaal gelegen aan [adres] ) binnen te gaan / rennen en/of
- (daarbij) tegen de aldaar aanwezige [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] te zeggen: ‘Plat liggen’ en/of ‘kluis’ n/of ‘Ik wil iPhones’, althans woorden van gelijke (bedreigende) aard en/of strekking en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes/machete, althans een scherp en/of puntig voorwerp, op die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] te richten en/of

gericht te houden en/of voor die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] zichtbaar vast te houden en/of

- met die [slachtoffer 5] mee te lopen naar de kluis en/of daarbij een mes/machete, althans een scherp en/of puntig voorwerp, met de punt in de richting van die [slachtoffer 5] te richten en/of gericht te houden en/of tegen die [slachtoffer 5] te zeggen: ‘Schiet op’ terwijl die [slachtoffer 5] iPhones in een tas deed;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [verdachte] en/of een of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 17 november 2020 te [vestigingsplaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van één of meerdere (18) telefoons (Iphone), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan deze of aan een derde, te weten aan [winkel 1] (filiaal gelegen aan [adres] ) toebehoorde, door
- met gezichtsbedekking en/of capuchon(s) op en/of met donkere kleding aan en/of met in zijn/hun hand(en) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes/machete, althans een scherp en/of punt voorwerp, de [winkel 1] winkel (filiaal gelegen aan [adres] ) binnen te gaan / rennen en/of
- (daarbij) tegen de aldaar aanwezige [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] te zeggen: ‘Plat liggen’ en/of ‘kluis’ n/of ‘Ik wil iPhones’, althans woorden van gelijke (bedreigende) aard en/of strekking en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes/machete, althans een scherp en/of puntig voorwerp, op die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] te richten en/of gericht te houden en/of voor die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] zichtbaar vast te houden en/of
- met die [slachtoffer 5] mee te lopen naar de kluis en/of daarbij een mes/machete, althans een scherp en/of puntig voorwerp, met de punt in de richting van die [slachtoffer 5] te richten en/of gericht te houden en/of tegen die [slachtoffer 5] te zeggen: ‘Schiet op’ terwijl die [slachtoffer 5] iPhones in een tas deed

bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 november 2020 tot en met 17 november 2020 te [vestigingsplaats] , opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door

- informatie en/of het plan ten behoeve van de uitvoering van bovengenoemd misdrijf te bedenken en/of te verstrekken en/of
- voornoemde telefoons (iPhone) in ontvangst te nemen en/of te bewaren en/of te verkopen en/of de opbrengst van de verkoop van voornoemde telefoons (iPhone) te verdelen;
4
hij op of omstreeks 17 november 2020 te [vestigingsplaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meerdere (4) telefoons (iPhone), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [winkel 1] (filiaal gelegen aan de [adres] ), heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- met gezichtsbedekking en/of capuchon(s) op en/of met donkere kleding aan en/of met in zijn/hun hand(en) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes/machete, althans een scherp en/of punt voorwerp, de

[winkel 1] winkel (filiaal gelegen aan [adres] ) binnen te gaan / rennen en/of

- (daarbij) tegen de aldaar aanwezige [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] te zeggen: ‘Plat liggen’ en/of ‘kluis’ n/of ‘Ik wil iPhones’, althans woorden van gelijke (bedreigende) aard en/of strekking en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes/machete, althans een scherp en/of puntig voorwerp, op die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] te richten en/of gericht te houden en/of voor die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] zichtbaar vast te houden en/of
- met die [slachtoffer 5] mee te lopen naar de kluis en/of daarbij een mes/machete, althans een scherp en/of puntig voorwerp, met de punt in de richting van die [slachtoffer 5] te richten en/of gericht te houden en/of tegen die [slachtoffer 5] te zeggen: ‘Schiet op’ terwijl die [slachtoffer 5] iPhones in een tas deed;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [verdachte] en/of een of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 17 november 2020 te [vestigingsplaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere (4) telefoons (iPhone), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde, te weten aan [winkel 1] (filiaal gelegen aan de [adres] ), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichelf en/of andere deelnemers aan dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren door
- met gezichtsbedekking en/of capuchon(s) op en/of met donkere kleding aan en/of met in zijn/hun hand(en) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes/machete, althans een scherp en/of punt voorwerp, de [winkel 1] winkel (filiaal gelegen aan [adres] ) binnen te gaan / rennen en/of
- (daarbij) tegen de aldaar aanwezige [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] te zeggen: ‘Plat liggen’ en/of ‘kluis’ n/of ‘Ik wil iPhones’, althans woorden van gelijke (bedreigende) aard en/of strekking en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes/machete, althans een scherp en/of puntig voorwerp, op die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] te richten en/of

gericht te houden en/of voor die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] zichtbaar vast te houden en/of

- met die [slachtoffer 5] mee te lopen naar de kluis en/of daarbij een mes/machete, althans een scherp en/of puntig voorwerp, met de punt in de richting van die [slachtoffer 5] te richten en/of gericht te houden en/of tegen die [slachtoffer 5] te zeggen: ‘Schiet op’ terwijl die [slachtoffer 5] iPhones in een tas deed

bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 november 2020 tot en met 17 november 2020 te [vestigingsplaats] , opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door

- informatie en/of het plan ten behoeve van de uitvoering van bovengenoemd misdrijf te bedenken en/of te verstrekken en/of
- voornoemde telefoons (iPhone) in ontvangst te nemen en/of te bewaren en/of te verkopen en/of de opbrengst van de verkoop van voornoemde telefoons (iPhone) te verdelen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal ‘EINDDOSSIER Zaak Seaton / Skeeby / Basfluit’ van 6 april 2021, documentcode MD2R020222-348, opgemaakt door politie Midden-Nederland. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Deze einddossiers zijn raadpleegbaar verschillende delen, te weten, voor de bewijsmiddelen van feiten 3 primair en 4 primair:
2.Pagina 1052
3.Pagina 1053
4.Pagina 1006
5.Pagina 1007
6.Pagina 1014
7.Pagina 1015
8.Pagina 1056
9.Pagina’s 1019-1020
10.Pagina 1026
11.Pagina 1027
12.Pagina 1035
13.Pagina 1060
14.Pagina 3036
15.Pagina 3037
16.Pagina 3038
17.Pagina 3057
18.Pagina 3061
19.Pagina 3062
20.Pagina 3064
21.Pagina 3077
22.Pagina 3078
23.Pagina 3102
24.Pagina 3103
25.Pagina 3105
26.Pagina 3106
27.Pagina 3131
28.Pagina 3132
29.Pagina 3133
30.Pagina 3133
31.Pagina 3142
32.Pagina 3143
33.Pagina 3149
34.Pagina 3151
35.Pagina 150
36.Pagina 157
37.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal ‘EINDDOSSIER Zaak Seaton / Skeeby / Basfluit’ van 6 april 2021, documentcode MD2R020222-348, opgemaakt door politie Midden-Nederland. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Deze einddossiers zijn raadpleegbaar verschillende delen, te weten, voor de bewijsmiddelen van feiten 1 primair en 2 primair:
38.Pagina 2001
39.Pagina 2101
40.Pagina 2102
41.Pagina 2103
42.Pagina 2104
43.Pagina 2105
44.Pagina 2106
45.Pagina’s 2007-2008
46.Pagina 2014
47.Pagina 2008
48.Pagina 2033
49.Pagina 2019
50.Pagina 2031
51.Pagina 2032
52.Pagina 2033
53.Pagina 2106
54.Pagina 2119
55.Pagina 2009
56.Pagina 2023
57.Pagina 2029
58.Pagina 2120
59.Pagina’s 2121-2122
60.Pagina 2123
61.Pagina 2125
62.Pagina 2100
63.Pagina 2475
64.Pagina 2476
65.Pagina 2477
66.Pagina 2478
67.Pagina’s 2147-2148
68.Pagina 2148
69.Pagina 2347. Blijkens pagina 2144 en pagina 2390 het nummer van verdachte [medeverdachte 1] .
70.Pagina 2355
71.Pagina 1388
72.Pagina 1389
73.Pagina 1390
74.Pagina 1391
75.Pagina 1392
76.Pagina 1393
77.Pagina 1394