4.3.3Gedeeltelijke bewezenverklaring van feit 1
4.3.3.1 Partiële vrijspraak
Bij feit 1 gaat het om foto’s en filmpjes die van [slachtoffer 1] en van personen in zijn aanwezigheid zouden zijn gemaakt terwijl zij zich
in een woningbevonden.
In de tenlastelegging wordt allereerst verwezen naar pagina 3 van de bijlage met mediafiles bij het aanvullend proces-verbaal van 19 december 2019. Op deze pagina staan vijf foto’s. Blijkens de bij die foto’s gegeven beschrijving is op de onderste vier foto’s [slachtoffer 1] te zien. Gelet op het feit dat de als [slachtoffer 1] aangeduide persoon zich op de onderste drie foto’s overduidelijk op straat bevindt, begrijpt de rechtbank dat dit onderdeel van de tenlastelegging betrekking heeft op de tweede foto van boven op deze pagina.
In de gegeven beschrijving van die foto staat weliswaar dat [slachtoffer 1] op deze foto te zien is, maar daaruit blijkt niet dat [slachtoffer 1] zich op die foto in de woning bevindt. Dat kan ook niet worden vastgesteld op basis van andere bewijsmiddelen in het dossier. Om die reden zal de rechtbank verdachte van dit deel van de tenlastelegging vrijspreken.
4.3.3.2 Bewezenverklaring
Zoals uit het navolgende zal blijken, komt de rechtbank op basis van de hieronder genoemde bewijsmiddelen wel tot een bewezenverklaring waar het gaat om de andere foto’s en filmpjes die in de tenlastelegging onder feit 1 zijn opgenomen.
Daarbij gaat het echter niet om foto’s en filmpjes waarop [slachtoffer 1] is afgebeeld, maar om afbeeldingen van een onbekend gebleven persoon met wie hij een ontmoeting heeft gehad en die zich in (de deuropening van) een woning bevindt.
Uit het proces-verbaal van bevindingen van 7 april 2018 blijkt het volgende:
Op vrijdag 6 april 2018 waren wij belast met incidentenbehandeling. Omstreeks 16:15 uur hoorden wij dat twee mannen zich verdacht ophielden in de buurt van de [straatnaam] . Wij hoorden dat de melder zag dat de mannen richting de [straatnaam] in een zwarte Citroën waren gestapt. Het kenteken zou beginnen met [kenteken] .
Wij zagen dat er een Citroën DS3 voorzien van kenteken [kenteken] uit tegengestelde richting ons tegemoet kwam rijden. Wij hebben de Citroën staande gehouden. Wij zagen dat de bestuurder [medeverdachte] bleek te zijn. De bijrijder bleek [verdachte] te zijn.
Uit het proces-verbaal van relaas van 21 januari 2019 blijkt het volgende:
In de Citroën DS3 voorzien van het kenteken [kenteken] werden o.a. de volgende goederen aangetroffen en inbeslaggenomen:
Vier telefoons van het merk Samsung, waarvan één voorzien van de IMEI-nummers :
[IMEI-nummer] (duo sim met [IMEI-nummer] ) (SIN-nummer AALMO746NL)
Op de bijrijdersstoel werd een notitieboekje (IBN-code [.] ) aangetroffen met daarin handgeschreven notities.
Uit het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot [adres] [plaatsnaam 1] van 7 april 2018 blijkt het volgende:
Binnen het onderzoek werd een Samsung telefoon in beslag genomen onder nummer [.] . Op deze telefoon stonden onder andere foto’s van een kalende man in combinatie met een Audi A3. Van onderstaande foto’s (
de rechtbank stelt vast dat dit dezelfde foto’s betreft als op pagina 240 en 241 van het dossier)kon geen plaatsbepaling worden gedaan Bovengenoemde foto’s werden binnen de politie eenheid Midden Nederland gemaild met de vraag of men kon duiden waar de foto’s waren genomen. Uit meerdere reacties vanuit de politie Midden Nederland, eenheid West-Utrecht, bureau [plaatsnaam 1] , bleek dat de locatie [adres] te [plaatsnaam 1] moest zijn.
Uit het proces-verbaal uitkijken filmpjes Samsung telefoon, goednummer [.] van 8 april 2018 blijkt het volgende:
Op vrijdag 6 april 2018 werd er in het onderzoek [..] een mobiele telefoon van het merk Samsung in beslag genomen. Deze telefoon was voorzien van het bvh goednummer 2172480 en het summit nummer [.] . De telefoon was van het type Galaxy Grand Prima Pro en was voorzien van twee imei nummers. Dit waren de nummers [IMEI-nummer] en [IMEI-nummer] .
Vanuit het [...] onderzoek bleek dat er een vijftal filmpjes op het Samsung toestel stonden, waaronder de bestanden met onderstaande namen:
FILMPJE [....]
De duur van het filmpje betreft 00:19 seconden. Ik zag op de gemaakte beelden dat het gaat om de locatie [straatnaam] te [plaatsnaam 1] . Ik zag dat er met de camera van de telefoon op een bepaald punt gericht was op de [straatnaam] te [plaatsnaam 1] . Ik zag dat er een donkerkleurige Audi A3 te zien was. Van de Audi was geen kenteken te zien.
De Audi is gelijkend op de Audi welke voor de woning van de [adres] te [plaatsnaam 2] stond met het kenteken [kenteken] . Dit zie ik aan de velgen welke onder de auto zitten, de spoiler en de zilverkleurige spiegels. Ik zag dat er een man voor een woning stond. Ik zag dat de man een gewatteerde donkerkleurige jas aan had. Ik zag dat de man kaal was. Ik zag dat de kale man met een onbekend persoon stond te praten. Ik zag dat de persoon in de deuropening van de woning bleef staan.
FILMPJE [....]
De duur van het filmpje betreft 00:30 seconden. Ik zag op de gemaakte beelden dat het gaat om de locatie [straatnaam] te [plaatsnaam 1] . In de filmpje zag ik dat een mannelijk persoon met een kaal hoofd en een gewatteerde jas voor en woning staat aan de [straatnaam] te [plaatsnaam 1] . Ik zie dat er in de deuropening een onbekend persoon staat. Ik zag dat er voor de woning een donkerkleurige Audi A3 staat.
In het filmpje hoorde ik dat er gepraat werd. Ik hoorde dat het onderstaande gezegd werd. Er werd maar door één persoon gesproken. Ik hoorde dat het een mannelijke stem was.
- Zie je hem?
- Moet je door het ding kijken
- Maar ze zien ons
- Zijn vrouw kijkt of niet
Uit het aanvullend proces-verbaal ‘aanvulling bevindingen observaties’ bij bijlage, met nummer [.....]:
De gegevensdragers waarop deze mediafiles werden aangetroffen zijn:
- Samsung mobiele telefoon. Sin-nummer: AALM0746NL
Uit de bijlage mediafiles behoren bij het aanvullend proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de observaties van 19 december 2019 blijkt het volgende:
Mediafiles in chronologische volgorde
Pagina 7, bovenste 2 filmpjes
Mogelijk 2 april 2018 tijdstip onbekend (Video uit Samsung GSM)
Name: [....]
Locatie [straatnaam] te [plaatsnaam 1] . Filmpje van ongeveer 30 seconden. Is voorbijrijdend verkeer te zien. Het geluid van dit verkeer klinkt gedempt, als of er vanuit een gesloten ruimte wordt gefilmd, mogelijk een auto. Datum tijdstip van opname is niet te herleiden uit detailgegevens. Gelet op de foto’s hieronder, is het aannemelijk dat deze video op 2 april 2018 is opgenomen. Op dit filmpje is een persoon te zien, mogelijk [slachtoffer 1] , dit mede gelet op kleding die hij droeg op 1 april 2018. Daarnaast is het volgende te horen tijdens het filmen: “Zie je hem? Moet je door dat ding kijken. Wacht, ze zien ons, zijn vrouw kijkt of niet?”
Mogelijk 2 april 2018 tijdstip onbekend (Video uit Samsung GSM)
Name: [....]
Locatie [straatnaam] te [plaatsnaam 1] . Filmpje van ongeveer 19 seconden, Is voorbijrijdend verkeer te zien. Het geluid van dit verkeer klinkt gedempt, alsof er vanuit een gesloten ruimte wordt gefilmd, mogelijk een auto. Datum tijdstip van opname is niet te herleiden uit detailgegevens. Gelet op de foto’s hieronder, is het aannemelijk dat deze video op 2 april 2018 is opgenomen. Op dit filmpje is een persoon te zien, mogelijk [slachtoffer 1] , dit mede gelet op kleding die hij droeg op 1 april 2018.
Pagina 8, onderste 2 foto’s
Datum en tijd: 2 april 2018 te 15:41:50 (Afbeelding uit Samsung GSM)
Genomen met Samsung telefoon. Betreft locatie [straatnaam] te [plaatsnaam 1] . Kennelijk gericht op geparkeerde Audi, die o.b.v. uiterlijke kenmerken overeenkomt met de Audi A3 [kenteken] ( [slachtoffer 1] ). Op de foto is verder te zien dat er een persoon voor een geopende voordeur staat, die overeenkomsten in kleding heeft met de kleding van [slachtoffer 1] , zoals die werd gedragen op 1 april 2018. Persoon in de deuropening is niet te onderscheiden, mogelijk dat dit een vrouw is. Foto is genomen van enige afstand. Dit gelet op de boom en de rijbaan, die er tussen de Audi en de positie van het nemen van de foto, is te zien.
Datum en tijd: 2 april 2018 te 15:42:00 (Afbeelding uit Samsung GSM)
Zelfde beschrijving als ‘Datum en tijd: 2 april 2018 te 15:41:50 (Afbeelding uit Samsung GSM)’.
Pagina 9, bovenste 2 foto’s
Datum en tijd: 2 april 2018 te 16:05:56 (Afbeelding uit Samsung GSM)
Zelfde beschrijving als ‘Datum en tijd: 2 april 2018 te 15:41:50 (Afbeelding uit Samsung GSM)’.
Datum en tijd: 2 april 2018 te 16:05:56 (Afbeelding uit Samsung GSM)
Zelfde beschrijving als ‘Datum en tijd: 2 april 2018 te 15:41:50 (Afbeelding uit Samsung GSM)’.
Pagina 11, onderste 2 foto’s
Datum en tijd: 2 april 2018 te 16:06:16 (Afbeelding uit Samsung GSM)
Zelfde beschrijving als ‘Datum en tijd: 2 april 2018 te 15:41:50 (Afbeelding uit Samsung GSM)’.
Datum en tijd: 2 april 2018 te 16:06:16 (Afbeelding uit Samsung GSM)
Zelfde beschrijving als ‘Datum en tijd: 2 april 2018 te 15:41:50 (Afbeelding uit Samsung GSM)’.
Uit het aanvullend proces-verbaal van bevindingen betreffende de aanvulling op de bijlage mediafiles van 9 juli 2020 blijkt het volgende:
Op de beelden van de bovenste 2 videofiles d.d. 2 april 2018 op pagina 7 van deze bijlage is te zien dat een persoon, mogelijk [slachtoffer 1] , voor een geopende voordeur staat.
In deze deuropening staat een ander persoon. Deze persoon staat deels in de hal van die woning in de deuropening.
Op pagina 8 van de bijlage is op de onderste 2 afbeeldingen hetzelfde beeld waar te nemen. Voor de geopende voordeur staat mogelijk [slachtoffer 1] . Deels in de hal en in de deuropening staat een ander persoon.
Op pagina 9 van de bijlage is op de bovenste 3 afbeeldingen hetzelfde beeld te zien als hierboven omschreven.
Uit het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot het onderzoek notitieblok aangetroffen in de Citroën blijkt het volgende:
Op 6 april 2018 werd in de personenauto merk Citroën, type DS3, voorzien van kenteken [kenteken] een notitieblok in beslag genomen (IBNcode [.] ).
In genoemd notitieblok staan handgeschreven diverse kentekens, merken en type auto’s, tijdstippen en dag afkortingen, straatnamen en andere notities vermeld.
Uit genoemd notitieblok blijkt dat er kennelijk over enkele dagen 1 dan wel meerdere personen, voertuigen en locaties in de gaten zijn gehouden. Een aantal van deze locaties zijn locaties die te koppelen zijn als (contact) adressen van [slachtoffer 1] .
Het is aannemelijk dat de notities gemaakt zijn in de periode van vrijdag 30 maart 2018 tot en met donderdag 5 april 2018.
Uit het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] van 23 mei 2018 blijkt het volgende:
A: Een week daarvoor, voor 6 april. Ik kwam toen [verdachte] tegen. Die vertelde mij toen dat hij heel voorzichtig was een beetje aan het uitkijken was om het feit dat er mensen op hem zaten en hem achterna zaten. Hij heeft toen een auto geplakt. Ik weet niet exact hoe het gegaan was maar hij heeft mij gevraagd of ik dan toch met hem mee wilde. Want hij had erover dat telefoon kijken en rijden heel moeilijk was. Ik werd nieuwsgierig. Ik kon ook niet geloven dat hij daarom zou worden gevolgd, [verdachte] wilde weten wie het was en er uit komen wie het was en dan de politie bellen.
V: Waarom heeft hij de politie niet gebeld.
A: Hij wist nog niets. Hij had dingen in de gaten gehouden. Auto’s die vaak bij hem in de buurt waren. Die Audi weet je wel.
V: Hoe vaak ben je mee geweest.
A: Ik denk een stuk of drie a vier keer. Ik reed en hij keek op zijn telefoon.
V: Wat zag hij op die telefoon
A: Waar die auto was
V: Waar ben je geweest
A: Voornamelijk in [plaatsnaam 2] en op 1 plek was zijn huis weet ik. We zijn een keer in [plaatsnaam 1] geweest.
V: Je zou nog terugkomen op die auto. Met welke auto volgde jullie deze man?
A: Met die Citroën.
V: Hoe vaak ben je in die auto gestapt
A: Stuk of 3 a 4 keer.
V: Wat heb jij opgeschreven
A: Ik heb het kenteken opgeschreven. Deze werd door [verdachte] opgenoemd. Het betreft [kenteken] . Of ik heb het overgeschreven maar het is mijn handschrift. Ik heb het voertuig niet gezien. Op pagina 1 staat wel mijn handschrift. [kenteken] is mijn handschrift.
A: Ik heb ze overgeschreven van een papiertje of hij las het op.
Uit het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 8 mei 2018 blijkt het volgende:
A: Ik wil graag een klein stukje vertellen. Ik ben afgelopen zomer erachter gekomen dat mensen met me bezig waren. Ik werd toch voorzichtig, Ik ben dingen gaan noteren. Er is mij te oren gekomen dat mensen met mij bezig zijn.
V: Die notities in dat boekje, dat heeft daar mee te maken of…
A: Daar staan kentekens in die daar mee te maken hebben ja
V: Je geeft aan dat je toen dingen bent opschrijven. Als ik verdachte dingen zag dan schreef ik dat op. Waar schreef je dat op.
A: Op blaadjes.
V: Waar zijn die aantekeningen nu
A; Die hebben jullie in het dossier
V: Wanneer heb je die Audi geplakt.
A: Volgens mij een week of anderhalve week voor mijn aanhouding.
Uit het rapport telecomanalyse van 18 juli 2018 blijkt het volgende:
Telefoons te relateren aan [medeverdachte]
Het is aannemelijk dat [medeverdachte] de gebruiker is van
Samsung met IMEI [IMEI-nummer] /telefoonnummer [telefoonnummer] en
de Nokia met IMEI [IMEI-nummer] / telefoonnummer [telefoonnummer] en met IMEI [IMEI-nummer] /telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] .
Gelet op het voorgaande is het ook aannemelijk dat [medeverdachte] ook de gebruiker is van de Samsung met IMEI [IMEI-nummer] en telefoonnummer [telefoonnummer] .
Samsung met IMEI [IMEI-nummer]
Dit toestel heeft in contact gestaan met het peilbaken dat was geplaatst onder de auto
van het beoogde slachtoffer [slachtoffer 1] . Ook zijn met dit toestel foto’s gemaakt van verschillende personen, voertuigen en locaties. Het toestel betreft een zgn. dual-sim telefoon met twee IMEI-nummers. Van het IMEInummer [IMEI-nummer] zijn geen gegevens beschikbaar. Het IMEI- nummer [IMEI-nummer] blijkt maar een zeer korte periode actief te zijn geweest: van 28-3-2018 tot en met 6-4-2018 (15:49 uur). Gedurende deze periode maakt het toestel gebruik van steeds dezelfde simkaart met telefoonnummer [telefoonnummer] .
Verder blijkt uit de analyse dat dit toestel zich soms gezamenlijk verplaatst met de BlackBerry’s met IMEI [IMEI-nummer] en IMEI [IMEI-nummer] (vermoedelijk in gebruik bij [verdachte] ) en de BlackBerry met IMEI [IMEI-nummer] (vermoedelijk in gebruik bij [medeverdachte] ).
Bakens aangetroffen in de Citroën
In de Citroën met kenteken [kenteken] zijn 2 bakens aangetroffen. In het baken dat op de achterbank is aangetroffen blijkt een simkaart te zitten met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Verder lijkt het erop dat het baken zich regelmatig verplaatst samen met de – hiervoor beschreven – Samsung met IMEI [IMEI-nummer] , welk toestel in contact heeft gestaan met het peilbaken onder de auto van het beoogde slachtoffer [slachtoffer 1] . Ook gaat het baken in sommige gevallen gelijk op met enkele toestellen die in gebruik zijn bij [medeverdachte] :
*
Bewijsoverwegingen
Daderschap en medeplegen
Uit de bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat het verdachte en medeverdachte zijn geweest die op 2 april 2018 heimelijk foto’s en filmpjes hebben gemaakt met de Samsung telefoon. Daarbij zijn afbeeldingen gemaakt van één of meer personen die in een woning aanwezig was of waren.
Beide verdachten worden op 6 april 2018 aangehouden in de Citroën, waarin tevens een Samsung wordt aangetroffen. Deze Samsung is gelinkt aan het baken, waarvan beide verdachten hebben verklaard dat [verdachte] deze ongeveer een week à anderhalve week voor de aanhouding op 6 april heeft geplakt onder een Audi. [medeverdachte] heeft verklaard dat hij samen met [verdachte] het baken volgde via de telefoon, die met het baken was gekoppeld. [medeverdachte] reed dan en [verdachte] keek op de telefoon. Op de Samsung telefoon die met het baken was gekoppeld, zijn tevens de afbeeldingen en filmpjes aangetroffen van [slachtoffer 1] , zijn auto en zijn omgeving. De Samsung blijkt maar 10 dagen, dus ongeveer anderhalve week, actief te zijn geweest. Dit komt overeen met de periode waarin verdachten [slachtoffer 1] hebben gevolgd. [medeverdachte] heeft verklaard dat ze de observaties deden in de Citroën en dat hij het kenteken [kenteken] heeft genoteerd in de aangetroffen notities. Dit is het kenteken van de Audi die bij [slachtoffer 1] in gebruik was en op de foto's en filmpjes is te zien. Ook [verdachte] heeft verklaard kentekens te hebben genoteerd. Uit de telecomgegevens volgt dat telefoons van [medeverdachte] in de periode van 31 maart 2018 tot 3 april 2018 masten aanstralen in de buurt van de Samsung telefoon en het baken dat in de Citroën is aangetroffen. Op basis hiervan stelt de rechtbank vast dat de verdachten samen gedurende enige tijd [slachtoffer 1] hebben gevolgd en geobserveerd. Naar het oordeel van de rechtbank kan het niet anders dan dat de verdachten in deze context tevens degenen zijn geweest die de foto’s en filmpjes hebben gemaakt. Dat [slachtoffer 1] niet degene is die op de bewezen verklaarde foto’s in de woning staat, doet niet af aan het feit dat de gemaakte foto’s en filmpjes onderdeel zijn geweest van het volgen en observeren van [slachtoffer 1] en personen in zijn omgeving.
Observeren, achtervolgen, notities en foto’s maken zijn de handelingen die verdachten hebben gepleegd en waarin zij beiden een grote rol hebben gehad. Het maakt daarbij niet uit welke van de twee de afbeeldingen heeft vervaardigd. De rollen waren in die zin inwisselbaar, waardoor de rechtbank tot de conclusie komt dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking en dus van medeplegen.
Heimelijkheid
De rechtbank leidt de heimelijkheid van het maken van de afbeeldingen af uit de omstandigheid dat de foto’s telkens vanuit een auto van een afstand zijn gemaakt en uit de opmerkingen die hoorbaar zijn in één van de filmpjes.
Datum
Nu uit het proces-verbaal blijkt dat op de Samsung telefoon enkel afbeeldingen zijn aangetroffen die zijn gemaakt op de [straatnaam] te [plaatsnaam 1] op 2 april 2018, terwijl de foto’s die gemaakt zijn op 1 april 2018 allemaal betrekking hebben op de locatie [adres] te [plaatsnaam 2] , concludeert de rechtbank dat ook de filmpjes op pagina 7 van de bijlage mediafiles op 2 april 2018 moeten zijn gemaakt. De foto’s en de filmpjes zijn bovendien vanuit hetzelfde perspectief genomen. Dat betekent dat de rechtbank bewezen acht dat de afbeeldingen zijn vervaardigd op april 2018 en dat partiële vrijspraak volgt voor wat betreft het overige gedeelte van de tenlastegelegde periode.
Reikwijdte van artikel 139f van het Wetboek van Strafrecht
De rechtbank volgt het verweer van de raadsman, dat artikel 139f Sr enkel ziet op de bescherming van de burger tegen toezicht van (beveiligings)camera’s niet. Deze lezing volgt uit de wet noch de wetsgeschiedenis. Artikel 139f beoogt burgers te beschermen in hun persoonlijke levenssfeer in woningen en niet voor het publiek toegankelijke plaatsen. Anders dan in artikel 441b Sr, is niet vereist dat de afbeeldingen zijn vervaardigd met een vaste camera of een camera die anderszins kan gelden als ‘aangebracht’ technisch hulpmiddel.
Beroep op noodweer
De raadsman heeft bepleit dat sprake is van een noodweer, nu verdachte heeft verklaard dat hij de foto’s en filmpjes heeft gemaakt omdat hij zelf werd gevolgd en wilde weten met wie hij te maken had teneinde zich te kunnen verweren tegen een mogelijke aanval. De rechtbank verwerpt dit verweer, reeds vanwege het feit dat gesteld noch gebleken is dat sprake is geweest van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding, hetgeen voor een geslaagd beroep op noodweer vereist is.
Ook overigens neemt het eventueel gevolgd worden de wederrechtelijkheid van de door verdachte en medeverdachte verrichte handelingen niet weg.