ECLI:NL:RBMNE:2021:6115
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- R.S. Stijnen
- J.G. Nicholson
- G.J.J.M. Essink
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen de gehele rechtbank en de behandelend rechter
In deze wrakingszaak heeft verzoeker op 10 december 2021 een wrakingsverzoek ingediend tegen de gehele rechtbank Midden-Nederland en de behandelend rechter, mr. H.J. Bos, naar aanleiding van een eerdere uitspraak van de wrakingskamer. Verzoeker was het niet eens met de beslissing van de wrakingskamer van 10 december 2021, waarin hij niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn wrakingsverzoek tegen mr. H.J. Bos. In zijn tweede wrakingsverzoek heeft verzoeker de rechtbank in zijn geheel gewraakt, maar de wrakingskamer heeft overwogen dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen een individuele rechter en niet tegen een rechtscollege als geheel. Daarom werd verzoeker ook voor dit onderdeel van zijn verzoek niet-ontvankelijk verklaard.
Daarnaast heeft verzoeker de rechter bij voorbaat gewraakt, maar ook dit verzoek werd afgewezen. De wrakingskamer oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de rechterlijke onpartijdigheid in gevaar konden brengen, aangezien de rechter nog niets had gezegd of gedaan in de hoofdzaak na het eerste wrakingsverzoek. De wrakingskamer concludeerde dat verzoeker niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn wrakingsverzoek en dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in de procedure met parketnummer 96/024080-21 niet in behandeling zou worden genomen, omdat verzoeker door het indienen van meerdere wrakingsverzoeken de voortgang van de hoofdzaak ernstig belemmert.
De beslissing werd openbaar uitgesproken op 17 december 2021 door de wrakingskamer, bestaande uit mr. R.S. Stijnen als voorzitter en mr. J.G. Nicholson en mr. G.J.J.M. Essink als leden, bijgestaan door mr. F.G.T. Russcher-Jansen als griffier. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.