In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 16 december 2021 in een kort geding uitspraak gedaan. De eisende partij, De Stichting Woongoed Zeist, heeft de gedaagde, een huurder, in verstek veroordeeld om medewerking te verlenen aan een inspectie van de woning. De procedure begon met een dagvaarding op 23 november 2021, gevolgd door een zitting op 9 december 2021 waar de gedaagde niet verschenen was. De eisende partij vorderde dat de gedaagde zou meewerken aan een inspectie van de woning, omdat er klachten waren over stankoverlast en vermoedens van vervuiling. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang, gezien de mogelijke onhygiënische situatie en de risico's van ongedierte. De rechter heeft vastgesteld dat de gedaagde verplicht is om de woning in goede staat te houden en dat hij niet heeft meegewerkt aan eerdere verzoeken van de verhuurder. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld om de woning tijdelijk te ontruimen voor de inspectie, die maximaal twee uur zal duren, en heeft de proceskosten aan de gedaagde opgelegd. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van huurders om medewerking te verlenen aan redelijke verzoeken van verhuurders, vooral in situaties die de gezondheid en veiligheid van anderen kunnen beïnvloeden.